32 043 Toekomst pensioenstelsel

Nr. 409 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juni 2018

In het Algemeen Overleg van 27 september 2017 (Kamerstukken 32 043 en 34 775 IV, nr. 386) heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd de Kamer schriftelijk te infomeren over relevante ontwikkelingen in het pensioendossier Caribisch Nederland. Graag informeer ik uw Kamer mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over recente ontwikkelingen ter zake.

Versterking Pensioenfonds Caribisch Nederland (PCN)

De afgelopen periode is met uw Kamer meerdere keren van gedachten gewisseld over de dekkingsproblemen bij PCN. Dit mede naar aanleiding van de korting van 3,5% die PCN per 1 april 2017 heeft moeten doorvoeren met het oog op de dekkingsproblematiek van het fonds.

In reactie op deze ontwikkelingen is aangegeven – onder meer door mijn ambtsvoorganger in het Algemeen Overleg van 27 september 2017 (Kamerstukken 32 043 en 34 775 IV, nr. 386) – dat de verantwoordelijkheid voor het pensioenfonds ligt bij de sociale partners. Daarbij is vanuit de (indirecte) werkgeversrol ook aangegeven dat het Nederlandse kabinet samen met de andere werkgevers gesprekken met PCN voert over de nu te volgen koers met betrekking tot de financiële staat van het fonds.

Als coördinerend overheidswerkgever ten aanzien van Caribisch Nederland kan ik u melden dat ik met PCN op 30 mei jl. maatregelen ben overeengekomen ter versterking van het pensioenfonds. De belangrijkste maatregel is dat het fondskapitaal met in totaal 31 miljoen dollar wordt versterkt. PCN ontvangt van het Nederlandse kabinet vanuit haar (indirecte) werkgeversrol voor het einde van 2018 een eenmalig bedrag van 25 miljoen dollar, terwijl vanaf 2018 over een periode van 6 jaar jaarlijks 1 miljoen dollar wordt overgemaakt als een extra bijdrage.

De reden om te komen tot versterking van het kapitaal is dat het fonds sinds de oprichting in 2010 met een aantal specifieke, moeilijke omstandigheden te maken kreeg. PCN is een klein pensioenfonds dat voornamelijk te maken heeft met Amerikaanse financiële markten. Het fonds is het enige Nederlandse pensioenfonds dat valt onder regelgeving die specifiek voor Caribisch Nederland is geschreven. Het fonds is mede vanwege die specifieke kenmerken relatief snel in financieel zwaar weer geraakt. Hierdoor ontstond discussie over de vraag of de financiering van het fonds voldoende stevig was vormgegeven. Een dreigende juridische procedure hierover is, nu de partijen tot concrete afspraken zijn gekomen, definitief van de baan. In de aanloop naar deze afspraken is ook gekeken naar de toekomstbestendigheid van het fonds. De komende periode wordt hier verder over gesproken met onder meer de vakbonden. Met deze maatregelen ligt er een goede basis voor de toekomst, in het belang van de deelnemers aan het pensioenfonds.

Herstel individuele pensioenrechten onderwijspersoneel

Bij brieven van 5 oktober 20161 en 22 september 20172 bent u geïnformeerd over het herstel van de individuele pensioenrechten van werknemers in Caribisch Nederland. Gebleken was dat bij de overdracht van de pensioenadministratie van het Algemeen Pensioenfonds voor de Nederlandse Antillen (APNA) aan het Pensioenfonds Caribisch Nederland (PCN) in 2010, een deel van de werknemers die waren toebedeeld aan PCN, niet (goed) in de pensioenadministratie van APNA was opgenomen.

In 2017 is het onderzoek naar het pensioenherstel afgerond van werknemers van de Rijksdienst Caribisch Nederland. Hiervoor heb ik als werkgever een bedrag van in totaal ongeveer € 2 miljoen ter beschikking gesteld. Inmiddels zijn ook de omissies in de pensioenopbouw van het onderwijspersoneel nagenoeg volledig hersteld. Het betreft de individuele pensioenrechten van ongeveer 150 (deels voormalige) werknemers van de scholen in Caribisch Nederland – zowel onderwijspersoneel als niet-onderwijspersoneel in dienst van de scholen. In het najaar van 2017 en begin dit jaar is met ondersteuning vanuit BZK en PCN de benodigde informatie over het arbeidsverleden geïnventariseerd. Dit onderzoek is inmiddels afgerond, dankzij de medewerking van de drie Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES), de scholen en betrokkenen zelf. Het nagaan van het arbeidsverleden (van in totaal ruim 190 werknemers) was tijdrovend en noodzakelijk om het juiste pensioenrecht en het inkoopbedrag (inclusief wettelijke rente) te kunnen bepalen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voorgezet Onderwijs en Media hebben – als systeemverantwoordelijken voor de financiën van de scholen – middelen beschikbaar gesteld voor het herstel van de individuele pensioenrechten van het onderwijspersoneel. Daarmee is in totaal ongeveer € 2,7 mln. gemoeid. De betrokken deelnemers ontvangen in de zomer van 2018 een opgave van PCN over de wijziging in de pensioenaanspraken per 9 oktober 2010. Ook daarna besteedt PCN aandacht aan de communicatie richting de deelnemers, bijvoorbeeld met het organiseren van spreekuren per eiland. Dit najaar ontvangen de actieve en premievrije deelnemers een aangepast Uniform Pensioenoverzicht (UPO) van PCN, zodat ook daarin inzichtelijk wordt dat de correctie is verwerkt.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Kamerstuk 34 550 IV, nr. 6.

X Noot
2

Reactie op verzoek commissie over een brief inzake aandacht voor verdwenen pensioengelden Caribisch Nederland.

Naar boven