32 043 Toekomst pensioenstelsel

Nr. 373 NADER GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VAN ROOIJEN TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 367

Voorgesteld 4 juli 2017

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de methoden van de UFR voor verzekeraars en pensioenfondsen sterk blijven verschillen, óók na Europese aanpassing van de UFR voor verzekeraars;

overwegende dat EIOPA van mening is dat de Nederlandse UFR voor pensioenfondsen mogelijke onvoldoende stabiel is;

overwegende dat een lange termijn renteverwachting niet verschillend kan zijn voor pensioenfondsen en verzekeraars;

overwegende, dat Nederland het enige land in Europa is waar de discontovoet voor pensioenfondsen lager is dan voor verzekeraars

verzoekt de regering, een actuarieel onderzoek uit te laten voeren door een gerenommeerd actuarieel bureau, naar de verschillen tussen de UFR voor pensioenfondsen en verzekeraars en de impact daarvan op pensioendeelnemers en de economie;

en gaat over tot de orde van de dag,

Van Rooijen

Naar boven