32 043 Toekomst pensioenstelsel

Nr. 361 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 april 2017

Per brief van 4 april jl. heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid mij gevraagd naar de stand van zaken inzake fusies van verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen met tijdelijk afgescheiden vermogens.

Op 22 december 2016 heb ik uw Kamer op de hoogte gesteld van de hoofdlijnen en randvoorwaarden waaronder1 fusie van verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen met tijdelijk afgescheiden vermogens mogelijk kan worden gemaakt.

De afgelopen maanden zijn deze hoofdlijnen vertaald in een wetsvoorstel. Om alle betrokkenen zo veel mogelijk inzicht te geven in het volledige wettelijke kader is de bijbehorende algemene maatregel van bestuur ook reeds opgesteld.

Bij het opstellen van het wetsvoorstel en de algemene maatregel van bestuur is expliciet aandacht geschonken aan bescherming van de deelnemers, de juridische houdbaarheid van de verplichtstelling, het zoveel mogelijk beperken van verstoringen van de huidige marktverhoudingen en de uitvoerbaarheid. Een zorgvuldige uitwerking van deze aspecten is van zeer groot belang.

Het wetgevingsproces kent een aantal reguliere stappen die moeten worden doorlopen alvorens wetgeving aan uw Kamer kan worden voorgelegd, waaronder het voorleggen van conceptwetgeving via internetconsultatie, het vragen van advies aan de toezichthouders door middel van een toezichttoets en het vragen van advies aan de Raad van State.

Gegeven de urgente behoefte van verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen om met tijdelijk afgescheiden vermogens te fuseren kies ik er voor om af te zien van internetconsultatie van het concept wetsvoorstel en de concept algemene maatregel van bestuur.

Mijn streven is om voor het meireces het concept wetsvoorstel en algemene maatregel van bestuur te versturen voor een toezichttoets aan de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. Indien de uitkomsten van die toezichttoetsen geen substantiële punten bevatten kan het wetsvoorstel naar verwachting voor het zomerreces voor advies worden voorgelegd aan de Raad van State.

Ik vind het belangrijk om te blijven streven naar inwerkingtreding van de wetgeving per 1 januari 2018.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma


X Noot
1

Kamerstuk 32 043, nr. 351

Naar boven