32 043 Toekomst pensioenstelsel

Nr. 260 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juni 2015

In het AD van 4 juni geeft het lid Vos (PvdA) aan dat hij wil dat pensioenfondsen snel uit investeringen in fossiele brandstoffen stappen. In de Regeling van Werkzaamheden van 4 juni vraagt het lid Van Weyenberg om een brief over de mogelijkheid deelnemers het recht te geven zelf te kiezen waar hun pensioenpremie wordt belegd (Handelingen II 2014/15, nr. 92, Regeling van Werkzaamheden). In deze brief ga ik in op de uitspraken van beide Kamerleden.

In het huidige stelsel van aanvullend pensioen zijn besturen van pensioenfondsen primair verantwoordelijk voor het gekozen beleggingsbeleid. Naast de wettelijke kaders die voor alle beleggers gelden, laten besturen zich daarbij leiden door het belang van de deelnemer.

De wet Versterking bestuur pensioenfondsen ziet er op toe dat deelnemers vertegenwoordigd zijn in het bestuur van hun pensioenfonds en op die manier inspraak hebben bij het kiezen van het beleggingsbeleid. Over het uiteindelijk gekozen beleggingsbeleid leggen fondsbesturen verantwoording af aan de achterban en stakeholders, bijvoorbeeld via het verantwoordingsorgaan.

Het introduceren van een recht voor deelnemers van een pensioenfonds om zelf keuzes omtrent de beleggingen te maken, strookt niet met de verantwoordelijkheid van besturen om pensioenaanspraken voor het collectief van deelnemers na te komen.

Het onderwerp van keuzevrijheid voor deelnemers zal in brede zin aan de orde komen in het gesprek dat ik met uw Kamer zal voeren over de toekomst van het stelsel van aanvullend pensioen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven