Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 32043 nr. 128 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 32043 nr. 128 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Brussel, 8 augustus 2012
Ik dank u voor uw brief van 5 juli 2012 waarmee u mij in kennis stelt van de standpuntnotitie van de
Nederlandse Tweede Kamer ten aanzien van het Witboek van de Europese Commissie «Een agenda
voor adequate, veilige en duurzame pensioenen». Ik meen begrepen te hebben dat het Witboek
twee voorstellen bevat die bij de Tweede Kamer tot grote zorgen leiden: de herziening van de IORP-richtlijn 2003/41/EG en de aangekondigde richtlijn over de overdraagbaarheid van aanvullende
pensioenen. Aangezien ik verantwoordelijk ben voor de herziening van de lORP-richtlijn, zal mijn
antwoord zich vooral daarop toespitsen.
In het Witboek wordt het standpunt van de Commissie uiteengezet dat de lidstaten de burgers meer
en betere mogelijkheden moeten bieden om via aanvullende pensioenregelingen te sparen. Het
Witboek benadrukt dat bedrijfspensioenfondsen een belangrijke bijdrage leveren aan het inkomen
van burgers bij hun pensionering en dat aan dergelijke regelingen een aantal positieve aspecten
verbonden kunnen zijn, zoals onder meer de betrokkenheid van de sociale partners, schaalvoordelen
en mogelijkheden tot risicodeling. Het komt er dan ook op aan de ontwikkeling van deze regelingen
zoveel mogelijk te stimuleren. Dit is niet alleen in het belang van de huidige leden en begunstigden
van pensioenfondsen, maar ook van de toekomstige generaties. Een efficientere en veiligere
bedrijfspensioenvoorziening zal een beslissende rol spelen bij de totstandkoming van adequate en
houdbare pensioenen doordat aanvullende pensioenspaarregelingen een grotere bijdrage aan de
pensioeninkomens zullen gaan leveren, zoals in het Witboek over pensioenen wordt bepleit.
Het is in de eerste plaats aan de lidstaten om hun pensioenstelsels op zodanige wijze op te zetten dat
deze op hun specifieke omstandigheden zijn afgestemd. Ik zou u er dan ook van willen verzekeren
dat ik geen afbreuk wil doen aan de verscheidenheid en flexibiliteit van de nationale pensioenstelsels
en dat het zeker niet in mijn bedoeling ligt goed functionerende nationale stelsels te verstoren. Wij
zijn niet voornemens de EIOPA de wettelijke bevoegdheid te verlenen om rechtstreeks toezicht op
bedrijfspensioenfondsen uit te oefenen.
De huidige lORP-richtlijn dateert echter al van 2003, dus van ruim voor de financiele crisis. Het
betreft een zogeheten minimumharmonisatierichtlijn, die door de lidstaten op uiteenlopende wijze
ten uitvoer is gelegd. Dit heeft voor rechtsonzekerheid gezorgd.
Het is van essentieel belang dat in de gehele interne markt een consistente benadering wordt
gevolgd, zowel om efficiënt op de grensoverschrijdende dimensie van pensioenfondsen te kunnen
inspelen, als om toezicht- en regelgevingsarbitrage en concurrentieverstoring te vermijden. Deze
problemen kunnen alleen op EU-niveau worden aangepakt. De Commissie is dan ook van mening dat
de voorstellen tot herziening van de lORP-richtlijn in overeenstemming zijn met het
subsidiariteitsbeginsel zoals dat in artikel 5, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie is
omschreven.
Ten slotte is het mijn bedoeling op de interne pensioenmarkt een gelijk speelveld op toezicht- en
regelgevingsgebied te handhaven omdat bedrijfspensioenregelingen niet alleen door
pensioenfondsen maar ook door verzekeringsmaatschappijen worden beheerd. Eerlijke concurrentie
is een voorwaarde voor economische efficiëntie. Dat betekent uiteraard niet dat ik zal voorstellen de
bepalingen van de Solvency II-richtlijn zonder meer in de lORP-richtlijn over te nemen.
Pensioenregelingen zijn immers duidelijk niet hetzelfde als verzekeringsovereenkomsten. Deze
moeten dan ook op verschillende wijze worden gereguleerd. Een goede regulering van de
pensioenfondsen moet dat verschil maken en in de huidige lORP-richtlijn – die is gebaseerd op een
achterhaalde regulering van levensverzekeraars – is dat nog niet het geval. We zijn momenteel de
lORP-richtlijn aan het herzien, zodat deze beter rekening houdt met de specifieke kenmerken van
pensioenregelingen en met de aan de gang zijnde hervormingen van de
pensioenfondsreglementering in belangrijke lidstaten, zoals Nederland.
Uiteindelijk ben ik voornemens medio 2013 een voorstel voor de herziening van de lORP-richtlijn te
presenteren. De Commissiediensten werken in dit verband nauw samen met de EIOPA, die in
oktober 2012 een begin zal maken met een kwantitatieve impactstudie. De resultaten van deze
studie zullen in februari 2013 beschikbaar komen en zullen worden gebruikt voor de opstelling van
het Commissievoorstel, dat tevens vergezeld zal gaan van een gedegen effectbeoordeling.
Daarbij zal de grootst mogelijke aandacht worden besteed aan het garanderen van een evenwichtige
aanpak, waarbij met de specifieke nationale kenmerken rekening zal worden gehouden en
tegelijkertijd een deugdelijk toezicht- en regelgevingskader voor de verschaffing van
bedrijfspensioenuitkeringen tot stand zal worden gebracht.
Hoogachtend,
Lid van de Europese Commissie, Michel Barnier
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32043-128.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.