32 034 Digitale leermiddelen

Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2018

Hierbij ontvangt u, mede in het licht van het Algemeen Overleg met uw Kamer op 31 januari 2018 over Digitalisering van het onderwijs, twee documenten die onlangs zijn verschenen1. Het eerste document betreft de brochure over de resultaten van het Doorbraakproject Onderwijs en ICT. Het tweede document bevat een toets van Bureau Berenschot op de plannen van de onlangs door een aantal schoolbesturen opgerichte ICT-coöperatie «Samen inkopen voor onderwijs Nederland (SIVON) voor een dienst «externe connectiviteit».

Doorbraakproject Onderwijs en ICT

Met het Doorbraakproject is de afgelopen kabinetsperiode beoogd om eigentijds en uitdagend onderwijs op maat te stimuleren door een goede inzet van ICT op de scholen. In bijgevoegde brochure worden de resultaten gepresenteerd2. Ik licht hier drie lijnen uit:

  • 1. Het belangrijkste resultaat van het project is dat er nu volop aandacht en energie in het funderend onderwijs is voor het toepassen van ICT bij het leren. Vrijwel elke school zet moderne digitale middelen in om het onderwijs naar eigen inzicht vorm te geven. Het Ministerie van OCW subsidieert ook in 2018 de projecten die scholen ondersteunen op dit gebied: het project van de PO-Raad «Slimmer leren met ICT» in het primair onderwijs en het project van de VO-Raad «Leerling2020» in het voortgezet onderwijs.

  • 2. Door het Doorbraakproject is een aantal randvoorwaarden voor veilige en toegankelijke digitalisering van het onderwijs verbeterd. Het privacyconvenant is inmiddels ondertekend door meer dan 200 leveranciers die digitale producten aanbieden. Na inwerkingtreding van de Wet pseudonimisering wordt er een pseudoniem voor leerlingen voor het gebruik van digitale leermiddelen ingevoerd. En er worden standaarden voor beveiliging en uitwisseling van gegevens geïmplementeerd.

  • 3. Een rode draad in het Doorbraakproject is de doelstelling om de positie van scholen en schoolbesturen ten opzichte van leveranciers te versterken. Vraagbundeling en het scherper formuleren van de eisen en wensen door scholen en besturen bevordert dat er leermiddelen en diensten op de markt komen die beter afgestemd zijn op de behoeften van het onderwijs van vandaag en morgen.

De brochure wordt digitaal beschikbaar gesteld op de websites van Kennisnet, de PO-Raad en de VO-raad en verspreid via sociale media en binnen de netwerken van scholen en leraren die actief zijn met digitalisering.

Toets SIVON-dienst externe connectiviteit

Eind 2017 heeft een aantal schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs de coöperatieve vereniging SIVON opgericht.3 De coöperatie heeft als doel om ervoor te zorgen dat scholen, leraren en leerlingen onder gunstige voorwaarden kunnen beschikken over adequate ICT-voorzieningen voor onderwijs en talentontwikkeling. SIVON wil hiertoe enerzijds kennisdeling en expertise over inkoop en implementatie van digitale toepassingen centraal organiseren, en anderzijds concrete ICT-diensten aanbieden, te beginnen bij veilige en betrouwbare internetverbindingen.

Het gebruik van technologie en digitale leermiddelen in de klas is niet meer weg te denken. Doordachte digitalisering biedt kansen om met behulp van ICT het onderwijs verder te verbeteren. Daarom is het belangrijk dat elke school zich een visie vormt op de wijze waarop zij het eigen onderwijs wil vormgeven met de mogelijkheden die ICT biedt. Het is goed om te zien dat schoolbestuurders de handen ineenslaan om gezamenlijk hiervoor een aantal randvoorwaarden te borgen. Door samen een sterkere positie in te nemen kunnen kwalitatief goede producten worden aangeschaft, die aansluiten bij de gedifferentieerde behoeften van het scholenveld en tegen een gunstige prijs/kwaliteitverhouding. Ik hoop van harte dat de andere besturen zich aansluiten.

SIVON is voornemens de dienst «externe connectiviteit» aan te bieden. Door vraagbundeling wil men een veilige en toekomstvaste internetverbinding voor alle scholen in het funderend onderwijs realiseren. Het plan voor deze dienst gaat uit van samenwerking met SURFnet. Op deze wijze kan de bestaande infrastructuur uit het hoger onderwijs benut worden. SIVON wil hierbij tevens nauw samenwerken met Stichting Kennisnet. Ik heb Bureau Berenschot gevraagd dit plan te toetsen. Het rapport van Berenschot treft u aan in de bijlage bij deze brief4.

Bureau Berenschot trekt de volgende conclusies:

  • Een goede internet connectiviteit is gewenst vanuit het onderwijs.

  • De technische uitwerking van de internetdienst is haalbaar. Het is een verstandige keuze om gebruik te maken van de mogelijkheden van marktpartijen, bestaande netwerken en SURFnet.

  • Door benodigde investeringen voor hardware en organisatie is het tarief voor het beperkte aantal scholen dat naar verwachting in de eerste twee jaar gebruik maakt van de internetdienst substantieel hoger dan na vijf jaar als meer besturen lid zijn geworden (volgens de SIVON-prognose van het aantal leden). SIVON raamt de benodigde investeringen en exploitatie op € 55 mln. voor de komende vijf jaar. Zonder die substantiële investeringen aan het begin is de dienst in de huidige opzet waarschijnlijk niet haalbaar.

  • Een belangrijk risico voor de aantrekkelijkheid voor besturen om zich bij SIVON aan te sluiten is dat de kosten van deze internetdienst voor een individuele school ook op termijn (fors) hoger zullen zijn dan een consumenten-internetaansluiting waar veel scholen nu gebruik van maken. Dit komt omdat de beoogde kwaliteit en veiligheid van de verbindingen hoger is dan bij een consumentenaansluiting.

  • Een ander risico voor de aantrekkelijkheid voor besturen is dat scholen, net zoals nu het geval is, zelf de kosten van de lokale aansluiting moeten dragen. De dienst zal daarom minder aantrekkelijk zijn voor scholen in de buitengebieden waar snel internet beperkt beschikbaar is, of voor scholen die minder sterk inzetten op ICT.

Digitale toepassingen maken in toenemende mate een integraal onderdeel uit van onderwijs en leren. Bovendien stelt de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), die vanaf 25 mei 2018 van toepassing zal zijn, aan alle organisaties in Nederland meer verplichtingen bij het verwerken van persoonsgegevens. De hogere eisen die aan ICT worden gesteld zijn onontkoombaar en leiden tot hogere kosten. Daarom vind ik het belangrijk dat de besturen en scholen zich goed beraden op de wijze waarop een veilige, betrouwbare en betaalbare ICT-voorzieningen kunnen worden vormgegeven.

Berenschot concludeert dat zonder een startsubsidie van OCW, of een andere wijze waarop in de aanvangskosten kan worden voorzien, de dienst «externe connnectiviteit» in de beoogde opzet waarschijnlijk niet haalbaar is. Ik zie geen ruimte voor een dergelijke investering vanuit de OCW-begroting. Scholen ontvangen hiervoor structurele middelen in het MI-budget. Daarnaast zijn extra middelen beschikbaar gesteld die onderdeel uitmaken van de prestatiebox in het kader van de sectorakkoorden. Scholen die nog niet beschikken over een snelle internetverbinding kunnen gebruik maken van de subsidieregeling Snel Internet.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

www.sivon.nl

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven