32 025 Aanvulling van de Wet op het financieel toezicht met regels met betrekking tot het verlenen van afwikkeldiensten en het toezicht daarop

Nr. 6 BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET WETSVOORSTEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 februari 2014

Daartoe gemachtigd door de Koning, trek ik hierbij het op 5 augustus 2009 ingediende voorstel van wet met betrekking tot afwikkeldiensten in.1

Ter toelichting diene het volgende. Op 29 september 2009 is bij de Tweede Kamer het wetsvoorstel afwikkeldiensten ingediend, met betrekking tot de afwikkeling van zowel girale betalingstransacties als derivatentransacties. Spoedig daarna, op 16 oktober 2009, werd bekend dat door de Europese Commissie voorstellen zouden worden gedaan voor een regeling betreffende de afwikkeling van derivatentransacties. Daarop is de behandeling van het wetsvoorstel geschorst.

De voorstellen van de Commissie hebben uiteindelijk geleid tot de zogeheten European Market Infrastructure Regulation («EMIR»).2 Deze verordening heeft betrekking op derivatentransacties.

EMIR regelde niet het andere gedeelte van het voorstel van wet, met betrekking tot de afwikkeling van girale betalingstransacties. De regeling van dat onderwerp is opgenomen in de Wijzigingswet financiële markten 2014, die op 1 januari 2014 in werking is getreden.3

Als gevolg van EMIR en de Wijzigingswet financiële markten 2014 is de verdere behandeling van het wetsvoorstel afwikkeldiensten niet langer opportuun.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Voorstel van wet tot aanvulling van de Wet op het financieel toezicht met regels met betrekking tot het verlenen van afwikkeldiensten en het toezicht daarop (Kamerstukken II 2008/09, 32 025, nr. 2)

X Noot
2

Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PbEU 2012, L 201).

X Noot
3

Wet van 25 november 2013 (Stb. 2013, nr. 487).

Naar boven