nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 januari 2010
Graag bied ik u de publicatie «WAT van experiment naar beroepservaringperiode»
en het «Manifest over de Beroepservaring» aan.1 De publicatie en het Manifest heb ik op 13 januari jl. ontvangen
uit handen van prof. ir J.J.M. Coenen, voorzitter van de Stichting Beroepservaring
Jonge Architecten.
De publicatie en het Manifest over de Beroepservaring zijn van belang
bij de behandeling van het wetsvoorstel 32 016 tot wijziging van de Wet
op de architectentitel (WAT). In het wetsvoorstel wordt onder meer voorgesteld
dat het opdoen van beroepservaring voorgeschreven wordt om de titel van architect
te mogen voeren. Vooruitlopend op de voorgenomen wijziging van de Wet op de
architectentitel heeft het Experiment Beroepservaring Jonge Architecten zichtbaar
willen maken hoe de tweejarige beroepservaringperiode ingevuld kan worden.
Het Experiment Beroepservaring Jonge Architecten is gestart in 2003 met
als doel pas afgestudeerde architecten in twee jaar een brede en versnelde
praktijkervaring met het architectenberoep te laten opdoen en hen voor te
bereiden op een volwaardige beroepsuitoefening. De directe aanleiding voor
het Experiment ligt in de voorgenomen wijziging van de Wet op de architectentitel.
Ook anticipeert het Experiment op ontwikkelingen in de beroepsuitoefening
van ruimtelijk ontwerpers, de aansluiting van het universitair onderwijs op
de beroepspraktijk en de aansluiting van Nederlandse praktijk op de internationale
vakwereld. Het Experiment is een aanvulling op de reguliere (universitaire)
opleidingen.
In het aangeboden Manifest wordt benadrukt dat het vak van architect de
afgelopen decennia veel omvattender en complexer is geworden en dat versterking
van vakbekwaamheid van ruimtelijk ontwerpers bijdraagt aan de verbetering
van onze leefomgeving.
Een deel van het inzicht, de kennis en vaardigheden die in de beroepspraktijk
noodzakelijk zijn kan – per definitie – niet in een onderwijssituatie worden geleerd, maar alleen in de praktijk zelf. De universiteiten
hebben herhaaldelijk zelf aangegeven, dat er geen sprake meer is van een volledige
opleiding tot de praktijk van het beroep architect. In dat perspectief is
een tweejarige beroepservaringperiode wenselijk en noodzakelijk. Ook in de
ons omringende landen is een beroepservaringperiode, aanvullend op de reguliere
opleidingen, voorgeschreven. Om de internationale concurrentiepositie te behouden
is het nodig aansluiting te zoeken bij het buitenland. Bovendien is deze periode
een structurele investering in onze kenniseconomie.
De publicatie en het Manifest beschouw ik als een inhoudelijke ondersteuning
van het wetsvoorstel dat door u binnenkort behandeld wordt.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer