32 016
Wijziging van de Wet op de architectentitel (beroepservaring, bij- en nascholingsregeling voor stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten, wijzigingen in verband met de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, alsmede enige andere wijzigingen)

nr. 15
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VIETSCH TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 13

Ontvangen 4 februari 2010

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel VII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIIA

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zendt binnen zeven jaar na de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel M, van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van hoofdstuk IVA van de Wet op de architectentitel in de praktijk.

Toelichting

De minister geeft in de nota naar aanleiding van het verslag aan dat de beroepsorganisaties in een intentieverklaring vastgelegd hebben dat zij stimuleren dat er voldoende mentoren beschikbaar zijn en dat zij zullen bevorderen dat afgestudeerden in het kader van beroepservaring aangesteld zullen worden als volwaardige werknemers.

Om de nakoming van de toezegging te controleren schrijft dit amendement een evaluatie voor binnen zeven jaar na de inwerkingtreding van het gedeelte over de beroepservaringsperiode. Daaruit zal moeten blijken of de ingeschreven architecten inderdaad meewerken. Indien dat niet het geval blijkt te zijn, zal een wetsvoorstel kunnen worden ingediend om de beroepservaringsperiode uit de wet te schrappen.

Vietsch

Naar boven