De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I vervalt onderdeel 0A.
II
In artikel I vervalt onderdeel A.
III
In artikel I vervalt onderdeel E.
IV
In artikel I vervalt onderdeel Ea.
V
In artikel I vervalt onderdeel G.
VI
In artikel I vervalt onderdeel H.
VIII
In artikel V vervallen het tweede en derde lid.
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe de verplichting voor grootaandeelhouders om te melden
of zij al dan niet bezwaar hebben tegen de strategie van de beursgenoteerde vennootschap
(hierna: verplichte strategiemelding), te schrappen. Samenhangend daarmee wordt ook
de verplichting voor beursgenoteerde vennootschappen om op hun website melding te
doen van de strategie geschrapt.
De verplichte strategiemelding draagt niet bij aan een efficiëntere en effectievere
dialoog tussen bestuur, commissarissen en aandeelhouders binnen een vennootschap.
Sterker nog, de verplichte strategiemelding zal leiden tot meldingen die vanwege hun
pro forma karakter niet noodzakelijk een oprecht beeld geven van de visie van de aandeelhouder
op de bedrijfsstrategie. Zo zullen naar verwachting vooral Angelsaksische (institutionele)
beleggers, teneinde hun rechten zo veel mogelijk voor te behouden, aangeven het niet
eens te zijn met de strategie van de vennootschap terwijl daar feitelijk geen sprake
van hoeft te zijn. Bovendien ontstaan door dergelijke intentiemeldingen al in een
zeer vroeg stadium openlijke discussies over de bedrijfsstrategie met meer maatschappelijke
ophef rondom de vennootschap als gevolg. Daarnaast worden bedrijven op grond van het
wetsvoorstel gedwongen hun strategie in «ingeblikte vorm» op de website te vermelden.
Door dergelijke strategie- en intentiemeldingen ontstaat al in een vroeg stadium openlijke
discussie over de bedrijfsstrategie met meer maatschappelijke ophef rondom de vennootschap
als gevolg.
Voorts passen verplichte strategiemeldingen niet in de Nederlandse corporate governance
structuur en zullen zij spanningen tussen beursvennootschappen en aandeelhouders alleen
maar kunnen vergroten. Bovendien wordt voor Nederland een internationale uitzonderingspositie
gecreëerd en leidt het tot een zinloze stijging van administratieve lasten voor beursvennootschappen
en aandeelhouders.
Deze voorgestelde regeling wordt noch door de monitoring commissie corporate governance
noch door de marktpartijen gesteund. De regeling is gebaseerd op een advies van de
commissie-Frijns van mei 2007 dat dezelfde commissie in 2008 heeft ingetrokken. In
2008 deelde de commissie-Frijns aan het kabinet mee: «het komt de Commissie voor dat
het lastig blijkt de verplichting tot het melden van intenties door aandeelhouders
op een zodanige wijze vorm te geven dat deze daadwerkelijk bereikt wat wordt beoogd,
terwijl er ook risico’s aan kleven.» Ook de huidige Monitoring Commissie Corporate
Governance Code (de commissie-Streppel) heeft in haar rapporten van december 2010
en december 2011 de introductie van de verplichte strategiemelding, zoals voorgesteld
in het wetsvoorstel, expliciet ontraden.
Groot Schaart