32 013 Toekomst financiële sector

Nr. 26 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2012

In vervolg op mijn brief aan u van 3 september jongstleden (Kamerstuk 32 013, nr. 25), bericht ik uw Kamer hierbij nader over de instelling van de Commissie Structuur Nederlandse banken.

In voornoemde brief gaf ik uw Kamer een indicatie van de samenstelling en het mandaat van de commissie. Daarbij merkte ik op dat het definitieve mandaat zou worden vastgesteld na publicatie van het eindrapport van de commissie-Liikanen. Dat rapport is op 2 oktober jongstleden gepubliceerd.1

Mandaat

In de bijlage bij deze brief treft u het mandaat aan, dat nader is ingevuld in lijn met hetgeen ik uw Kamer eerder aangaande het mandaat heb toegezegd.

Samenstelling

In voornoemde brief berichtte ik u dat de commissie onder voorzitterschap zal staan van prof. dr. H.H.F. Wijffels. De overige leden van de commissie zijn:

  • prof. dr. B.E. Baarsma, directeur van SEO Economisch Onderzoek;

  • J.H.A.S. Biesheuvel, voorzitter MKB-Nederland;

  • prof. dr. A.W.A. Boot, hoogleraar ondernemingsfinanciering en financiële markten;

  • prof. dr. R.G.C. van den Brink, hoogleraar financial institutions;

  • drs. B.R. Combée, algemeen directeur Consumentenbond;

  • prof. dr. S.C.W. Eijffinger, hoogleraar financiële economie en hoogleraar Europese financiële en monetaire integratie;

  • dr. W.M. van den Goorbergh, voorzitter raad van commissarissen NIBC en lid raad van commissarissen Bank Nederlandse gemeenten;

  • prof. dr. A.F. Harmsen, hoogleraar knowledge management;

  • drs. F. Meijs ACA, accountant en partner banking and capital markets bij PwC;

  • drs. M. Scheltema, lid raad van commissarissen Triodos en ASR en extern lid Audit Commissie ABP;

  • prof. dr. D. Schoenmaker, decaan Duisenberg School of Finance;

  • prof. dr. S.J.G. baron van Wijnbergen, hoogleraar macro-economie.

Instelling van de commissie

Op korte termijn zal ik samen met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een ministeriële regeling vaststellen waarmee de commissie formeel wordt ingesteld. Daarnaast zal ik bij ministerieel besluit de leden van de commissie benoemen. Beide besluiten worden in de Staatscourant gepubliceerd.

Tegelijkertijd met de leden zal ik ook het secretariaat benoemen. Dit zal bestaan uit medewerkers van het ministerie van Financiën. De Nederlandsche Bank zal bij het onderzoek betrokken zijn als adviseur en in die hoedanigheid ook vertegenwoordigd zijn bij de vergaderingen van de commissie, waarbij het niet een vooraf vaststaand gegeven is dat de aanbevelingen van de commissie een reflectie zijn van het standpunt van DNB.

Planning

De eerste vergaderingen van de commissie zijn inmiddels gepland. Streefdatum voor publicatie van het eindrapport is 15 juni 2013.

Ik vertrouw erop uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Financiën, J. C. de Jager

Bijlage: Mandaat Commissie Structuur Nederlandse banken

De bankencrisis van 2007–2008 heeft laten zien dat de bankensector hervorming behoeft. Daartoe heeft het kabinet in nationaal en internationaal verband de invoering van een uitgebreid hervormingspakket in gang gezet. Enkele belangrijke voorbeelden zijn verhoging van kapitaal- en liquiditeitseisen (CRD III en IV), de Interventiewet, en het opstellen van herstel- en resolutieplannen.

Internationaal en nationaal is een discussie op gang gekomen over de vraag of naast alle maatregelen die al worden genomen, aanvullend structuurhervorming van de bankensector noodzakelijk is om de financiële stabiliteit te waarborgen en de afwikkelbaarheid van banken te verbeteren. Nederland heeft hier al de nodige stappen gezet. Door Financiën en DNB wordt gewerkt aan het beter scheidbaar maken van systeemrelevante delen van banken voor het geval zich een deconfiture voordoet. Daarnaast bestaat het voornemen om handel voor eigen rekening door banken aan banden te leggen.

Internationaal heeft een aantal onderzoeken naar structuurhervormingen plaatsgevonden. In het Verenigd Koninkrijk heeft de commissie-Vickers over dit onderwerp een rapport gepubliceerd. In Belgie voert de Nationale Bank van België een soortgelijk onderzoek uit. Op verzoek van de Europese Commissie heeft de commissie-Liikanen recentelijk haar aanbevelingen voor structuurhervormingen van de Europese bankensector bekend gemaakt.

De Nederlandse bankensector kent daarbij een aantal specifieke eigenschappen. Meer in het bijzonder:

  • in Nederland is – meer dan in de meeste andere EU-lidstaten – sprake van een retail-funding gap van het binnenlandse bankbedrijf: er is onvoldoende spaargeld beschikbaar om de behoefte aan bankleningen te kunnen financieren als gevolg van grote hypotheekportefeuilles en van het feit dat veel gelden naar de pensioenfondsen vloeien;

  • de Nederlandse bankensector is relatief geconcentreerd;

  • de Nederlandse bankensector is relatief groot ten opzichte van de rest van de economie;

  • het Nederlandse bankenlandschap wordt gedomineerd door universele banken met relatief beperkte investment banking activiteiten.

Tegen de achtergrond van de lopende hervormingen zoals hierboven geschetst, zal de commissie onderzoeken in hoeverre structuurhervormingen van de Nederlandse bankensector noodzakelijk zijn om de stabiliteit van afzonderlijke banken en het financiële systeem als geheel te waarborgen en de afwikkelbaarheid van banken te verbeteren.

De commissie krijgt tot opdracht onderzoek te doen naar en te rapporteren over:

  • de aanbevelingen van de commissie-Liikanen en de toepasbaarheid daarvan in Nederland, waaronder het – in lijn met de «Volcker rule» – beperken van risico’s volgend uit handel voor eigen rekening; en

  • de wijze waarop de scheidbaarheid van Nederlandse banken gerealiseerd kan worden voor het geval zich een deconfiture van een bank voordoet en in het bijzonder de noodzaak om in dergelijke gevallen de continuïteit van de systeemrelevante activiteiten van een bank te kunnen blijven garanderen, zoals het betalingsverkeer. Daarbij zal de commissie werken vanuit de reeds genomen maatregelen dienaangaande, zoals de Interventiewet.

Daarbij zal de commissie rekening houden met:

  • de noodzaak om de banksector dienstbaar te laten zijn aan de internationaal georiënteerde economie, met in het bijzonder aandacht voor kredietverlening aan consumenten en bedrijven;

  • de noodzaak om bij te dragen aan het herstel van vertrouwen tussen de bankensector en de maatschappij;

  • het Europese regelgevende kader, evenals de vraag of aanvullende maatregelen beter op EU- dan nationaal niveau kunnen worden getroffen;

  • proportionaliteit en kostenefficiëntie van de voorgestelde maatregelen.


X Noot
1

Het eindrapport van de commissie-Liikanen is digitaal te raadplegen via: http://ec.europa.eu/internal_market/bank/group_of_experts/index_en.htm.

Naar boven