Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 32013 nr. 245 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 32013 nr. 245 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2020
In het kader van de Europese bankenunie heeft de Europese Centrale Bank (ECB) op 4 november 2014 het toezicht op de banken in de landen van de eurozone overgenomen van de nationale toezichthouders. Vanaf 1 januari 2016 is een ander EU instituut, de Single Resolution Board (SRB), verantwoordelijk voor de voorbereiding op resolutie (ook wel «afwikkeling» genoemd) van banken. Resolutie verwijst naar het gecontroleerd afwikkelen van een bank in crisis waardoor negatieve effecten op de financiële stabiliteit worden voorkomen. De SRB is verantwoordelijk voor het doeltreffend en samenhangend functioneren van het resolutiemechanisme en stelt hiervoor, in samenspraak met Nationale Resolutieautoriteiten (NRA’s), beleidskaders op. De SRB voert zelf de werkzaamheden uit voor de circa 130 grote, internationaal opererende banken. De voorbereiding op resolutie van middelgrote en kleine banken wordt uitgevoerd door NRA’s. In Nederland is dat De Nederlandsche Bank (DNB).
Zeven nationale rekenkamers in de EU hebben op basis van een gezamenlijke onderzoeksopzet onderzoek gedaan naar de voorbereiding op resolutie van middelgrote en kleine banken door NRA’s. Het betreft de rekenkamers van Duitsland, Estland, Finland, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje.
Ons eigen onderzoek binnen dit samenwerkingsverband verscheen op 12 december 2019 als rapport onder de titel Bankenresolutie in Nederland. Voorbereiding op mogelijk falen van middelgrote en kleine banken door DNB.1 Dit rapport beschrijft de voorbereiding door DNB op resolutie van middelgrote en kleine banken in Nederland in de praktijk en hoe de Minister van Financiën invulling geeft aan zijn rol als toezichthouder op DNB.
Met deze brief maken wij u erop attent dat vandaag het gezamenlijke rapport van de rekenkamers van Duitsland, Estland, Finland, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje door het Contact Comité van presidenten van de nationale rekenkamers van de EU-lidstaten en de Europese Rekenkamer wordt gepubliceerd. U treft het rapport aan als bijlage bij deze brief.2 U kunt het rapport ook vinden onze website (www.rekenkamer.nl/publicaties/PM), en op de pagina van het Contact Comité.3
In het gezamenlijke rapport komen de zeven rekenkamers tot twee centrale conclusies.
Ten eerste hebben wij, nu het Europese resolutiemechanisme ruim 4 jaar in werking is, verschillen vastgesteld in de opzet en uitvoering ervan in zeven onderzochte landen:
• NRA’s zijn in verschillende landen als verschillende organisaties opgezet. Dat kan zijn onderdeel van de centrale bank, van een toezichthouder of als zelfstandige organisatie. Verder zijn er ook verschillen in de manier waarop de NRA’s rapporteren over de inzet van mensen en middelen, en maken de meeste NRA’s in hun begrotingen en verantwoordingen geen onderscheid tussen hun activiteiten voor grootbanken, middelgrote en kleine banken, en andere activiteiten. Om die reden hebben we niet kunnen vaststellen of de NRA’s voldoende capaciteit hebben om hun werkzaamheden uit te voeren;
• De voorbereiding door NRA’s op resolutie van middelgrote en kleine banken middels het opstellen van resolutieplannen, ligt op koers. Tegelijkertijd wordt het doel van de bankenunie – dat de regels consistent en geharmoniseerd moeten worden uitgevoerd in de landen van de eurozone – niet behaald. In het onderzoek is vastgesteld dat er bij het opstellen van resolutieplannen inhoudelijke en procesmatige verschillen tussen de landen zijn opgetreden. Volgens de NRA’s is dit deels het gevolg van het ontbreken van duidelijke en volledige SRB-guidance voor resolutieplanning voor middelgrote en kleine banken.
De tweede conclusie is dat tijdens het onderzoek de meeste rekenkamers volledige medewerking van de NRA’s kregen, zoals vastgelegd in nationale wetgeving. De SRB verbond echter voorwaarden aan de toegang van onafhankelijke nationale rekenkamers tot voor het onderzoek relevante SRB-documentatie. Deze voorwaarden waren voor nationale rekenkamers niet acceptabel, omdat de onafhankelijkheid van nationale rekenkamers daarmee zou worden geraakt. Hierdoor kon de mate waarin door NRA’s adequaat gebruik is gemaakt van SRB-informatie bij de voorbereiding op resolutie van middelgrote en kleine banken niet worden onderzocht door nationale rekenkamers. Dit is een serieuze belemmering van hun onderzoeksbevoegdheden op dit terrein, die haaks staat op wetgeving m.b.t. de onderzoekstaken en -bevoegdheden van rekenkamers en derhalve zo snel mogelijk dient te worden opgelost.
Een afschrift van deze brief wordt gestuurd naar de Minister van Financiën en de directeur resolutie van DNB.
Algemene Rekenkamer
drs. A.P. (Arno) Visser, president
drs. C. (Cornelis) van der Werf, secretaris
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32013-245.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.