32 013 Toekomst financiële sector

Nr. 137 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2016

De vaste commissie voor Financiën heeft mij verzocht om te reageren op een artikel in het FD1 over de Financiële Transactie Tax (hierna de FTT). Met deze brief wil ik aan dit verzoek voldoen. Het artikel lijkt te impliceren dat de tien aan de FTT participerende lidstaten2 heel dicht bij een definitief akkoord zijn.

De onderhandelingen over de versterkte samenwerking van FTT zijn in februari 2013 gestart en lopen nog steeds omdat de participerende lidstaten verdeeld zijn over de reikwijdte van de FTT. Zo wenst de ene groep lidstaten een beperkte FTT met een zo klein mogelijke weerslag op de economie terwijl de andere groep inzet op een uitgebreide FTT om zoveel mogelijk inkomsten te genereren. Op 11 oktober jl heeft deze groep landen in de pers aangegeven dat er een basisakkoord is overeengekomen. Dit akkoord moet meer gezien worden als een gemeenschappelijk uitgangspunt van de participerende lidstaten waarop de FTT verder kan worden uitgewerkt. Tijdens de komende Ecofin Raad van 8 november zal de FTT groep de niet participerende landen informeren over de stand van zaken.

Ik wil benadrukken dat er geen sprake is van een definitief akkoord over de FTT maar van een gemeenschappelijk uitgangspunt. Zoals ik al eerder aan de Kamer heb toegezegd zal het kabinet, mocht er uiteindelijk een definitief akkoord over de FTT worden bereikt, een beoordeling over dit akkoord naar de Kamer sturen.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

FD van 11 oktober 2016: Belasting op financiële transacties «dichterbij dan ooit»

X Noot
2

België, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Oostenrijk, Portugal, Slovenië, Slowakije en Spanje

Naar boven