32 011 Tabaksbeleid

Nr. 65 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juni 2018

Met deze brief wil ik uw Kamer informeren over de uitkomst van een onderzoek dat het RIVM heeft uitgevoerd naar de emissieniveaus van teer, nicotine en koolmonoxide (TNCO) van 100 merkvarianten sigaretten die in Nederland verkrijgbaar zijn.

Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van de discussie over de meetmethode die wordt gebruikt bij het meten van de TNCO-waarden. Zoals eerder aan uw Kamer aangegeven1, worden voor verificatiedoeleinden deze TNCO-waarden gemeten met de voorgeschreven ISO-meetmethode, in overeenstemming met de Europese tabaksproductenrichtlijn 2014/40/EU (TPD). Deze ISO-methode geeft echter een onderschatting van de werkelijke hoeveelheden TNCO die rokers binnenkrijgen. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat de te meten rook wordt gemengd met lucht die wordt aangezogen door de ventilatiegaatjes die in het filter van de sigaret zijn aangebracht. Rokers dichten deze gaatjes veelal met hun vingers af wanneer zij roken. De ventilatiegaatjes worden niet afgedicht wanneer sigaretten met de ISO-methode worden onderzocht. Een meer reële meting is de Canadian Intense (CI)-methode, waarbij deze gaatjes worden afgeplakt zodat de resultaten beter overeenkomen met wat rokers daadwerkelijk binnenkrijgen.

Iedereen weet dat roken schadelijk is en het is daarbij van belang dat mensen kunnen nagaan wat de daadwerkelijke TNCO-waarden van sigaretten kunnen zijn. Met dit onderzoek zijn daarom van 100 merkvarianten sigaretten de TNCO-waarden met de CI-methode door het RIVM gemeten. Deze resultaten zijn vergeleken met de waarden die de producenten en importeurs hebben gerapporteerd waarbij de TNCO-waarden zijn gemeten met de voorgeschreven ISO-methode. De resultaten van het onderzoek zijn opgenomen in de bijgevoegde bijlage2. Deze resultaten worden ook op de website van het RIVM gepubliceerd en nader toegelicht.

De gemeten teerwaarden zijn minimaal 2 – 26 keer hoger als de CI-methode wordt toegepast in plaats van de ISO-methode. De nicotine- en koolmonoxidewaarden liggen met de CI-methode respectievelijk 2 – 17 en 2 – 20 keer hoger dan de waarden die met de ISO-methode zijn verkregen. De grootste verschillen tussen metingen met deze twee methoden worden vooral gevonden bij sigaretten waar de ISO-methode relatief lage TNCO-waarden geeft. De lage TNCO-waarden die met de ISO-methode worden gevonden, worden vooral veroorzaakt door een hoge mate van filterventilatie. Met de ISO-methode worden er aanmerkelijke verschillen in TNCO-waarden tussen merkvarianten gevonden die grotendeels verdwijnen wanneer met de CI-methode wordt gemeten. Dit heeft er grotendeels mee te maken dat de filters en dus de filtergaatjes bij de CI-methode worden afgeplakt terwijl die gaatjes bij de ISO-methode openblijven. Daarnaast spelen verschillen in instellingen binnen de methoden voor de tijd tussen trekjes en het volume van de trekjes hierbij een rol. Bij de CI-methode neemt de rookmachine trekjes met een groter volume sneller achter elkaar. Op basis van de resultaten van de CI-metingen lijkt er geen reden te zijn om aan te nemen dat er verschillen in schadelijkheid bestaan tussen merken en merkvarianten.

Het is zeer zorgelijk als consumenten aan hogere TNCO-waarden worden blootgesteld dan de volgens de ISO-methode gemeten TNCO-waarden. Zoals ik eerder aan uw Kamer kenbaar heb gemaakt3, heb ik dit ook besproken met de Eurocommissaris voor gezondheid en voedselveiligheid, dhr. V.P. Andriukaitis. De Eurocommissaris gaf aan dat het belangrijk is dit op Europees niveau te bespreken en dat hij bereid is ons hierin te steunen. Op 6 juni jl. heeft in Brussel een bijeenkomst met technische experts plaatsgevonden waar de problematiek en de verschillende alternatieve meetmethoden besproken is. Daar is geconcludeerd dat de testmethode ook onderwerp moet zijn van de rapportage van de Europese Commissie over de toepassing van de Europese tabaksproducten-richtlijn. Ik ben van mening dat de resultaten van het RIVM-onderzoek het belang hiervan alleen maar meer onderstrepen. Ik zal dan ook de Europese Commissie en andere Lidstaten op de hoogte stellen van de verontrustende resultaten uit het RIVM onderzoek. Tevens zal ik de Eurocommissaris dhr. V.P. Andriukaitis vragen, wat, tegen deze achtergrond, zijn vervolgstappen zullen zijn. Uiteraard zal ik uw Kamer hierover informeren.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis


X Noot
1

Brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 mei 2018, Kamerstuk 32 011, nr. 63.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 mei 2018, Kamerstuk 32 011, nr. 63.

Naar boven