32 011
Tabaksbeleid

nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 januari 2010

Aanleiding

Het Astma Fonds, de Nederlandse Hartstichting, KWF Kankerbestrijding en de (toenmalige) minister van VWS hebben in 2005 gezamenlijk het Nationaal Programma Tabaksontmoediging 2006–2010 (NPT) opgesteld. Het NPT beschrijft de gevolgen van het tabaksgebruik en effectieve maatregelen om het tabaksgebruik verder te laten dalen. Op basis van dit nationale programma stellen de partijen ieder jaar een gezamenlijk actieplan op met concrete maatregelen voor dat jaar. Toegezegd is dat u deze jaarlijkse actieplannen zult ontvangen en dat u via voortgangsrapportages over de afgelopen periode zult worden geïnformeerd.

Met deze brief bied ik u mede namens het Astma Fonds, de Nederlandse Hartstichting en KWF Kankerbestrijding het actieplan 2010 aan en informeer ik u over de voortgang van het actieplan 2008. Over de voortgang van het actieplan 2009 wordt u te zijner tijd geïnformeerd.

Actieplan 2010

Het Actieplan 2010 is het laatste actieplan van het Nationaal Programma Tabaksontmoediging. In 2010 worden enkele wettelijke maatregelen aangepast en worden diverse acties ondernomen om stoppen met roken te stimuleren en om te voorkomen dat jongeren beginnen met roken.

1. Wijziging Besluit rookvrije werkplek met als doel een gelijkluidende verplichting voor alle horeca-inrichtingen (met en zonder personeel) en aanpassing van de Tabakswet. Het betreft een wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 10, 11 en 11a. Na akkoord van de ministerraad zal het wetsvoorstel naar de Raad van State worden gestuurd en vervolgens aan het Parlement.

2. In het voorjaar van 2010 zal het second opinion-onderzoek van de Commissie van Toezicht van het RIVM en TNO over omgevingstabaksrook en alternatieven voor rookruimten klaar zijn. Ik zal op basis van dit onderzoek besluiten over de mogelijkheid van alternatieven voor rookruimten en de mogelijkheid voor het ontwikkelen van een afdoende certificeringssysteem.

3. Via het Partnership Stop met Roken en het basisaanbod stoppen met roken in de zorg worden zorgverleners gestimuleerd om stopadviezen en stopondersteuning te bieden. In 2010 zal de Zorgmodule Stoppen met roken door het Partnership worden verspreid onder zorgverleners, verzekeraars, patiënten en toezichthouders. De Zorgmodule beschrijft de zorg, de bijpassende organisatie en de prestatie-indicatoren voor stoppen met roken.

4. KWF Kankerbestrijding stelt € 140 000, het Astma Fonds € 20 000 en de Nederlandse Hartstichting € 40 000 beschikbaar voor de ondersteuning van zorgprofessionals en zorgverzekeraars, met als doel het bevorderen van goede zorgafspraken over begeleiding bij stoppen met roken.

5. KWF stelt € 600 000 beschikbaar voor stoppen met roken campagnes, waaronder een stoppen met rokencampagne rond de jaarwisseling 2010/2011, om rokers te stimuleren te stoppen met roken en daarbij gebruik te maken van gratis hulp en ondersteuning. Indien mogelijk zal worden samengewerkt met de massamediale Stoppen met roken campagne van VWS (zie 8) die aan het einde van 2010 zal worden uitgevoerd.

6. De Nederlandse Hartstichting en het Astma Fonds willen investeren in stopondersteuning bij bedrijven. De Nederlandse Hartstichting stelt voor de ontwikkeling van een plan € 30 000 beschikbaar en voor de uitvoering € 180 000.

7. Het Astma Fonds zal met zijn project Rookvrije Schoolpleinen aanhaken bij de Actie Tegengif (de jaarlijkse klassikale niet-roken wedstrijd van STIVORO). Het Astma Fonds stelt hier € 35 000 voor beschikbaar.

8. Eind 2010 zal een massamediale Stoppen met roken campagne plaatsvinden. Hiervoor stel ik € 1 mln. beschikbaar. De campagne zal rokers met een stopintentie erop wijzen dat begeleiding bij stoppen met roken de kans op succes vergroot.

9. In 2010 (en 2011) zal een opvoedingsondersteuningscampagne plaatsvinden. Vanaf 2010 zal thematische samenwerking worden gezocht met de opvoedingsondersteuning voor alcohol en cannabis. De campagne is niet alleen massamediaal: inmiddels is ook een informatiepakket voor het organiseren van een ouderbijeenkomst en een e-learningprogramma over roken en opvoeding ontwikkeld, die in 2010 onder andere via de Centra voor Jeugd en Gezin zullen worden uitgevoerd.

10. De opvoedingsondersteuningscampagne richt zich op de ouders. Daarnaast zal een jongerencampagne gevoerd worden die zich rechtstreeks op de jongeren richt, om de weerbaarheid van jongeren te verhogen en de sociale norm van niet-roken (en niet-drinken of blowen) te versterken. Via ZonMw stelt de minister voor Jeugd en Gezin hiervoor geld beschikbaar. Ook hier zal thematische samenwerking met het Trimbos Instituut plaatsvinden voor een gecombineerde campagne over middelengebruik, inclusief roken.

11. In 2010 zullen net als in voorgaande jaren diverse activiteiten door STIVORO worden uitgevoerd, zoals onderzoeken naar de rookprevalentie onder jongeren en volwassenen, voorlichting over (stoppen met) roken, educatie en voorlichting op scholen, voorlichting via diverse mediairs, waaronder de jeugdgezondheidszorg, om bijvoorbeeld meeroken door kinderen tegen te gaan, ondersteuning van (de professionalisering) van de lokale gezondheidszorg op dit terrein en ondersteuning van rokers die willen stoppen (Advies op Maat, Hulpmiddelenwijzer, telefonische counseling). De gezondheidsfondsen en VWS stellen daarvoor ieder € 525 000 beschikbaar. VWS stelt daarnaast structureel € 450 000 per jaar beschikbaar voor trendonderzoek naar rookprevalentie. Op projectbasis financiert VWS de ondersteuning van regionale gezondheidsorganisaties, de basisvoorlichting aan jongeren, het project Rookvrij Opgroeien en het Informatiepunt Roken en de Wet. In totaal stel ik hiervoor € 1,2 mln. beschikbaar in 2010.

Voortgangsrapportage 2008

In het Actieplan 2008 waren diverse acties aangekondigd op het gebied van tabaksontmoediging. Hieronder geef ik een overzicht van de acties en inzicht in de voortgang hiervan.

Per 1 juli 2008 zijn de sectoren horeca, kunst/cultuur en sport rookvrij geworden. Over de effecten van deze maatregel heb ik u onlangs de rapportage «Eén jaar rookvrije horeca» gestuurd, met het evaluatieonderzoek van Regioplan Beleidsonderzoek. Daarin is uitgebreid ingegaan op de effecten voor de volksgezondheid, naleving en handhaving en de economische effecten. In deze voortgangsrapportage zal ik daarom niet meer apart ingaan op dit onderwerp.

Invoeringscampagne

In 2008 heeft een invoeringscampagne plaatsgevonden om iedereen zo goed mogelijk te informeren over de rookvrije horeca, kunst/cultuur en sport. Uit het campagne-effectonderzoek bleek dat het bereik van de campagne zeer hoog was (95% onder het algemene publiek en 97% van de rokers). De bekendheid met de invoering van de rookvrije horeca was na de campagne 100%. De campagne werd met name duidelijk gevonden. Het percentage onder het algemeen publiek dat positief staat tegenover een rookvrije horeca (51%) is door de campagne niet toegenomen. De waardering van de campagne was onder rokers lager dan onder niet-rokers. Onder de rokers bleef 63% tegen de invoering van een rookvrije horeca.

Om direct na de invoering van de rookvrije horeca goed toezicht te kunnen houden, is de capaciteit van de Voedsel en Warenautoriteit in 2008 uitgebreid.

Accijns op tabaksproducten verhoogd

Per 1 juli 2008 is de accijns op tabaksproducten verhoogd (Belastingplan 2008). Voor sigaretten was de accijnsverhoging € 0,29 per pakje van 20 sigaretten. Het prijseffect, inclusief BTW, was € 0,35 per pakje van 20 sigaretten. Voor shag was de accijnsverhoging € 0,46 per pakje van 50 gram shag; prijseffect (inclusief BTW) € 0,54 per pakje. Vooral jongeren en mensen uit de lagere inkomensgroepen zijn gevoelig voor accijnsverhogingen. Beide groepen zijn speerpunt in het gezondheidsbeleid van het kabinet.

De prijzen van tabaksproducten zijn in Nederland redelijk gelijklopend met die in de landen om ons heen.

Grote massamediale stopcampagne

Samen met de drie fondsen is in 2008 een grote massamediale stopcampagne gevoerd, gericht op het zoveel mogelijk ondersteunen van rokers die willen stoppen zodat de slaagkans toeneemt. De «In iedere roker zit een stopper»-campagne had drie doelen: een bereik bij de doelgroep van minstens 80%, minstens 0,7 miljoen stoppogingen en een succespercentage van minstens 12% na één jaar. Alle doelen zijn ruimschoots gehaald. Het bereik bij de doelgroep was 88%; er zijn tussen de 1,1 en 1,4 miljoen stoppogingen gedaan en het succespercentage na één jaar is naar schatting ongeveer 25%.

Proefimplementatie vergoeden stoppen met roken

De proefimplementatie «versterking ondersteuning bij stoppen met roken» is in 2008 uitgevoerd. De randvoorwaarden, knelpunten en kosten van het vergoeden van ondersteuning bij stoppen met roken zijn in kaart gebracht. Deze proefimplementatie is uitgevoerd door Regioplan Beleidsonderzoek, in samenwerking met Agis Zorgverzekeringen. Op basis van de uitkomsten van de proef kan worden geconcludeerd dat het vergoeden van effectieve ondersteuning bij stoppen met roken leidt tot een toename in het gebruik van deze ondersteuning (ruim twee keer zo vaak) en dat vergroot het succes van de stoppoging. Ruim 33% van de respondenten heeft bij de eindmeting na een half jaar aangegeven dat men is gestopt met roken. Cliënten maken vooral gebruik van ondersteuning verzorgd door de praktijkondersteuner bij de huisarts (POH’er), nicotinepleister en farmacologische ondersteuning (bupropion en varenicline).

Resultaten over 2008 in het kort:

• Voor het eerst in vier jaar is weer een daling van het aantal rokers opgetreden: van 28% naar 27%. Dat betekent 135 000 minder rokers, waarvan anders 50% op enig moment zou zijn overleden als gevolg van roken.

• Een daling van het roken onder de jeugd van 10–19 jaar van 24% naar 21%. Dat zijn 60 000 minder rokende jongeren. Die daling is naar verwachting blijvend, want deze is in belangrijke mate veroorzaakt door de rookvrije horeca en de accijnsverhoging.

• Het percentage kinderen (0–4) jaar dat meerookt is in 2008 verder gedaald van 18% naar 16%.

• Zorgverleners adviseren patiënten/cliënten vaker om te stoppen met roken: gemiddeld 26 keer per 4 weken in 2008 versus 22 keer in 2007.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven