Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2023
Op 8 juni 2023 heeft de zitting in hoger beroep plaatsgevonden bij het College van
beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb) over de zogenoemde «sjoemelsigaretten».
Met «sjoemelsigaretten» bedoel ik filtersigaretten die volgens een door de tabaksindustrie
ontwikkelde en in de Europese tabaksproductenrichtlijn1 voorgeschreven meetmethode voldoen aan maximumemissieniveaus voor giftige en kankerverwekkende
stoffen en tegelijkertijd die normen overschrijden als er een andere meetmethode wordt
gebruikt die veel realistischer het roken van een sigaret nabootst. De NVWA en ikzelf
willen krachtig optreden tegen deze sigaretten en de producenten, importeurs en distributeurs
die deze op de markt brengen. Hiervoor is echter wel een stevige juridische basis
nodig, zodat handhaving standhoudt en effect heeft. Ik hoop dat de uiteindelijke uitspraak
van het CBb meer juridisch houvast zal geven om tegen de «sjoemelsigaret» op te kunnen
treden.
Ik heb in mijn brief van 6 december 20222 aangegeven dat de NVWA nogmaals de emissies van filtersigaretten in Nederland zou
laten onderzoeken aan de hand van de zogenoemde Toblabnet-methode. Deze TobLabNet-methode
benadert het gebruik van sigaretten van een roker beter, onder andere doordat de kleine
gaatjes in het filter dichtdrukt worden. Het RIVM heeft in 2018 de emissies uit filtersigaretten
Nederland al eens eerder onderzocht met de TobLabNet-methode. Toen bleek dat nagenoeg
alle filtersigaretten de maximumemissieniveaus ruim overschrijden bij gebruik van
deze meetmethode.
Met deze brief stuur ik u de resultaten van het nieuwe onderzoek van het RIVM over
de emissieniveaus van teer, nicotine en koolmonoxide (TNCO) van filtersigaretten3. Opnieuw blijkt dat de emissies van alle filtersigaretten die in Nederland op de
markt zijn – wanneer deze gemeten worden met de TobLabNet-methode – de maximumemissieniveaus
voor TNCO ruim overschrijden. Deze uitkomsten onderstrepen voor mij wederom het belang
van een betere meetmethode.
In mijn genoemde brief van 6 december heb ik verder aangegeven extern juridisch onderzoek
te laten uitvoeren of er, vanuit het oogpunt van de volksgezondheid, juridische ruimte
is om in nationale regelgeving een strengere norm op te nemen of een andere meetmethode
voor te schrijven dan in de Europese richtlijn is voorgeschreven. Dit onderzoek is
uitgevoerd door het kantoor van de landsadvocaat en het resultaat luidt ontkennend.
Er is geen juridische ruimte om in nationale regelgeving een andere meetmethode aan
te wijzen aangezien dit in strijd is met Europees recht. Uitsluitend de Europese Commissie
is bevoegd tot aanpassing van de (Europees) voorgeschreven meetmethode. Het volledige
advies stuur ik als bijlage met deze brief mee.
Ik kijk uit naar de uitspraak van het CBb, die hopelijk hierover de nodige juridische
duidelijkheid zal geven. Het CBb heeft ter zitting aangegeven uiterlijk 7 november
2023 een uitspraak te doen in de zaak.
Daarnaast ben ik voornemens de resultaten van het TNCO-onderzoek van het RIVM met
de Europese Commissie te delen, en opnieuw bij de Commissie te bepleiten een andere
meetmethode voor te schrijven in de Europese tabaksproductenrichtlijn.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen