Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 april 2011
Met deze brief geef ik gevolg aan de toezegging van de staatsecretaris van Financiën aan uw Kamer tijdens het vragenuur op
29 maart jl. om u te informeren over de taakopdracht van de door de overheid bij de gesteunde financiële instellingen aanbevolen
commissarissen en over de bevoegdheden van de minister van Financiën als aandeelhouder van ABN AMRO.
In de brieven waarin u bent geïnformeerd over de kapitaalinjecties in ING, AEGON en SNS REAAL (Kamerstukken II, 2008–2009,
31 371, nrs. 23, 32, 48), werd beschreven dat de door de overheid aanbevolen commissarissen beschikken over een goedkeuringsrecht ten aanzien van
belangrijke beslissingen, zoals bijvoorbeeld voorgenomen fusies of het beloningsbeleid. Ook is in de brief opgenomen dat de
commissarissen toetreden tot verschillende commissies van de raden van commissarissen van de gesteunde instellingen. Op 13 augustus
2009 heeft het lid Irrgang (SP) schriftelijke vragen gesteld over de positie van «overheidscommissarissen» bij ING. In de
beantwoording van 10 september 2009 (Aanhangsel van de Handelingen 2009, nr. 3811) is mijn ambtsvoorganger nader ingegaan op de rol en positie van de door de overheid aanbevolen commissarissen bij ING. Hieronder
geef ik de belangrijkste punten uit deze beantwoording weer. Onderstaande geldt ook voor de door de overheid aanbevolen commissarissen
bij AEGON en SNS REAAL. In de beantwoording van vraag 4 van de schriftelijke vragen is opgenomen dat de commissarissen onafhankelijk
zijn en derhalve niet aangestuurd worden door de overheid door middel van instructies of rapportageverplichtingen. Conform
het Burgerlijk Wetboek en net als iedere andere commissaris richten de aanbevolen commissarissen zich naar het belang van
de onderneming. Wel is destijds gezocht naar kandidaten met een brede en maatschappelijke blik die zij mee zullen nemen in
het uitvoeren van hun taken. In het antwoord op vraag 8 is opgenomen welke speciale goedkeuringsrechten de door de staat aanbevolen
commissarissen bij ING hebben. Zoals mijn ambtsvoorganger in overleg met uw Kamer meldde (Handelingen 2008–2009, nr. 67, pag. 5318–5323) hebben de commissarissen geen speciaal goedkeuringsrecht ten aanzien van individuele benoemingen en beloningen. Deze bevoegdheden
gelden gedurende de Alt-a constructie en zolang de staat minstens 25% van het uitgegeven instrument in bezit heeft. De door
de staat bij AEGON en SNS REAAL aanbevolen commissarissen hebben bevoegdheden van vergelijkbare strekking. Deze bevoegdheden
vervallen als minstens 75% van het origineel uitgegeven instrument is teruggekocht. Dit is met de laatste aflossing van € 750
miljoen het geval voor AEGON. Zoals ook toegelicht door de staatssecretaris in het vragenuur hebben de commissarissen naast
de al genoemde goedkeuringsrechten ook een bijzonder goedkeuringsrecht ten aanzien van het beloningsbeleid. Dat wil zeggen
dat wijzigingen van het beloningsbeleid niet zonder goedkeuring van deze commissarissen aan de aandeelhouders mogen worden
voorgelegd. De commissarissen hebben echter geen specifieke goedkeuringsbevoegdheid ten aanzien van individuele vaste of variabele
beloningen die de raden van commissarissen binnen het beloningsbeleid (kunnen) toekennen aan de leden van de raad van bestuur.
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van aandeelhouders zijn geregeld in het vennootschapsrecht (Boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek) en de statuten van de vennootschap. Dat geldt ook voor de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de aandeelhouders
van ABN AMRO Group. In aansluiting op het vennootschapsrecht is in de statuten van ABN AMRO Group N.V. geregeld dat de algemene
vergadering van aandeelhouders – waarin de minister van Financiën is vertegenwoordigd als houder van alle gewone aandelen
in ABN AMRO Group N.V. – de jaarrekening vaststelt en goedkeuring dient te verlenen aan het strategisch plan, het financieringsplan
en de onderdelen van het operationele plan die betrekking hebben op de risicobereidheid en risicotolerantie. Daarnaast gaat
de aandeelhoudersvergadering over de benoeming, de schorsing en het ontslag van de leden van de raad van bestuur en stelt
de aandeelhoudersvergadering het beloningsbeleid voor de raad van bestuur vast. Het vaststellen van de individuele beloning
van leden van de raad van bestuur is geen bevoegdheid van de aandeelhouders, maar van de raad van commissarissen. De leden
van de raad van commissarissen worden benoemd door de vergadering van aandeelhouders. Een andere belangrijke bevoegdheid van
de minister als aandeelhouder van ABN AMRO Group N.V. is het verlenen van voorafgaande goedkeuring aan grote (des)investeringen.
Met betrekking tot de positie van de minister van Financiën als aandeelhouder bij ABN AMRO verwijs ik voorts naar de brief
van 26 juni 2009 van mijn ambtsvoorganger aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2008/09, 32 000, nr. 1). In die brief is verwoord dat de focus van de staat als aandeelhouder ligt op bedrijfseconomische doelmatigheid, het creëren
van (aandeelhouders)waarde met een passend risicoprofiel en oog voor eerlijke concurrentieverhoudingen. De staat richt zich
als aandeelhouder op zijn eigen taken en verantwoordelijkheden. Het besturen van de financiële instellingen, en het vennootschappelijke
toezicht daarop, zijn de respectieve verantwoordelijkheden van de raden van bestuur en de raden van commissarissen.
De minister van Financiën,
J. C. de Jager