nr. 8
NADER VERSLAG
De vaste commissie voor Financiën1, belast
met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft na kennisneming
van de nota naar aanleiding van het verslag nog behoefte aan het stellen van
nadere vragen. Zij heeft de eer als volgt nader verslag uit te brengen van
haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit nader
verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling
van het voorstel van wet voldoende voorbereid.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van
het CDA
Waarom denkt de regering dat het introduceren van een regeling tot terugneming
van de aftrek voor pensioenpremies bij emigratie niet strijdig is met de goede
trouw die tussen verdragspartners geldt (de artikelen 26, 27, 31 tot en met
33 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht), hoewel op het moment
van de toekenning van de pensioenaanspraken deze aanspraken onvoorwaardelijk
waren vrijgesteld en de heffing hierover op grond van artikel 18 van de meeste
belastingverdragen waren toegewezen aan de woonstaat en er geen bijzondere
regeling voor pensioenpremies bij emigratie in de nationale wetgeving was
opgenomen (zie ook het advies van de Raad van State, «Eerst bij invoering
van de Wet IB 2001 is ook voor de pensioenpremies een bijzondere regeling
bij emigratie opgenomen»)?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van
de SP
De leden van de fractie van de SP maken bezwaar tegen de haastige manier
waarop de regering het wetsvoorstel door de het parlement heen probeert te
jagen. Nu het wetsvoorstel eenmaal is ingediend, ligt de datum vast naar het
moment waarop deze met terugwerkende kracht zal ingaan. De voorstellen zijn
publiekelijk bekend. Waarom zou de behandeling dan toch nog voor het zomerreces
moeten plaatsvinden? Zou dat niet ook de gelegenheid hebben geboden om de
Hoge Raad te vragen om te adviseren omtrent de haalbaarheid van het wetsvoorstel?
In de beantwoording van de schriftelijke vragen wordt geen enkel inzicht
gegeven in de budgettaire derving naar aanleiding van het arrest van de hoge
Raad. Er wordt alleen gesproken over een aanzienlijk bedrag. Kan de regering
deze niet geven? Waarom niet?
Om hoeveel mensen zou het gaan? Betreft het alleen DGA’s en mensen
met lijfrentes? Hoe groot deel maken de DGA’s hier van uit? Is er gekeken
naar manieren om de mogelijkheden tot afkoop voor DGA’s te beperken?
Hoeveel pensioenen zijn er in de afgelopen jaren door Nederlandse DGA’s
afgekocht? Hoe vaak is er een conserverende aanslag opgelegd in de afgelopen
jaren in verband met emigratie?
Wat is de gemiddelde vermogensaangroei van het de pensioenen waar deze
wetswijziging zich op richt? Hoeveel is er gemiddeld ingelegd? Kunnen de rekenvoorbeelden
die zijn gegeven in de nota naar aanleiding van het verslag ook worden gegeven
aan de hand van deze gemiddeldes? Kan daarbij ook de in rekening gebrachte
revisierente worden meegenomen? Is het bedrag dat gemoeid gaat met de revisierente
in het algemeen niet een stuk kleiner dan de gemiddelde vermogensaangroei?
Onder welke voorwaarden kan de revisierente weer terug worden gevraagd? Is
het mogelijk om specifiek voor dit wetsvoorstel de revisierente aan te passen
of moet de revisierente in alle gevallen hetzelfde zijn?
In de nota naar aanleiding van het verslag wordt aangegeven dat met de
reparatie de potentiële derving wordt voorkomen met betrekking tot de
groep belastingplichtigen die normaliter niet zo snel aan emigratie zou denken.
Hoe groot is de groep waar hier over wordt gesproken?
De regering wijst specifiek op het probleem van mensen die alleen even
emigreren naar het buitenland om hun pensioen af te kopen en vervolgens weer
terug emigreren. Is dit iets dat momenteel al voorkomt? Om hoeveel mensen
gaat het?
De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,
Blok
De griffier van de commissie,
Berck
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Blok (VVD), voorzitter, Ten Hoopen (CDA),
ondervoorzitter, Weekers (VVD), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot
Babberich (CDA), Haverkamp (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD),
Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP), Luijben (SP), Kalma
(PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), Van der Burg (VVD), Van
Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA),
Vos (PvdA), Bashir (SP), Sap (GL) en Linhard (PvdA).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Remkes (VVD), Pieper (CDA), Aptroot
(VVD), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), Mastwijk (CDA), Elias (VVD), De Pater-van
der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP), Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA),
Smilde (CDA), Anker (CU), Nicolaï (VVD), De Roon (PVV), Kuiken (PvdA),
Karabulut (SP), Thieme (PvdD), Heijnen (PvdA), Roefs (PvdA), Van Gerven (SP),
Vendrik (GL) en Smeets (PvdA).