31 990
Wijziging van enkele belastingwetten (reparatie in verband met arresten van de Hoge Raad inzake pensioen- en lijfrenteaanspraken)

nr. 8
NADER VERSLAG

Vastgesteld 30 juni 2009

De vaste commissie voor Financiën1, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft na kennisneming van de nota naar aanleiding van het verslag nog behoefte aan het stellen van nadere vragen. Zij heeft de eer als volgt nader verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit nader verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

Waarom denkt de regering dat het introduceren van een regeling tot terugneming van de aftrek voor pensioenpremies bij emigratie niet strijdig is met de goede trouw die tussen verdragspartners geldt (de artikelen 26, 27, 31 tot en met 33 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht), hoewel op het moment van de toekenning van de pensioenaanspraken deze aanspraken onvoorwaardelijk waren vrijgesteld en de heffing hierover op grond van artikel 18 van de meeste belastingverdragen waren toegewezen aan de woonstaat en er geen bijzondere regeling voor pensioenpremies bij emigratie in de nationale wetgeving was opgenomen (zie ook het advies van de Raad van State, «Eerst bij invoering van de Wet IB 2001 is ook voor de pensioenpremies een bijzondere regeling bij emigratie opgenomen»)?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

De leden van de fractie van de SP maken bezwaar tegen de haastige manier waarop de regering het wetsvoorstel door de het parlement heen probeert te jagen. Nu het wetsvoorstel eenmaal is ingediend, ligt de datum vast naar het moment waarop deze met terugwerkende kracht zal ingaan. De voorstellen zijn publiekelijk bekend. Waarom zou de behandeling dan toch nog voor het zomerreces moeten plaatsvinden? Zou dat niet ook de gelegenheid hebben geboden om de Hoge Raad te vragen om te adviseren omtrent de haalbaarheid van het wetsvoorstel?

In de beantwoording van de schriftelijke vragen wordt geen enkel inzicht gegeven in de budgettaire derving naar aanleiding van het arrest van de hoge Raad. Er wordt alleen gesproken over een aanzienlijk bedrag. Kan de regering deze niet geven? Waarom niet?

Om hoeveel mensen zou het gaan? Betreft het alleen DGA’s en mensen met lijfrentes? Hoe groot deel maken de DGA’s hier van uit? Is er gekeken naar manieren om de mogelijkheden tot afkoop voor DGA’s te beperken? Hoeveel pensioenen zijn er in de afgelopen jaren door Nederlandse DGA’s afgekocht? Hoe vaak is er een conserverende aanslag opgelegd in de afgelopen jaren in verband met emigratie?

Wat is de gemiddelde vermogensaangroei van het de pensioenen waar deze wetswijziging zich op richt? Hoeveel is er gemiddeld ingelegd? Kunnen de rekenvoorbeelden die zijn gegeven in de nota naar aanleiding van het verslag ook worden gegeven aan de hand van deze gemiddeldes? Kan daarbij ook de in rekening gebrachte revisierente worden meegenomen? Is het bedrag dat gemoeid gaat met de revisierente in het algemeen niet een stuk kleiner dan de gemiddelde vermogensaangroei? Onder welke voorwaarden kan de revisierente weer terug worden gevraagd? Is het mogelijk om specifiek voor dit wetsvoorstel de revisierente aan te passen of moet de revisierente in alle gevallen hetzelfde zijn?

In de nota naar aanleiding van het verslag wordt aangegeven dat met de reparatie de potentiële derving wordt voorkomen met betrekking tot de groep belastingplichtigen die normaliter niet zo snel aan emigratie zou denken. Hoe groot is de groep waar hier over wordt gesproken?

De regering wijst specifiek op het probleem van mensen die alleen even emigreren naar het buitenland om hun pensioen af te kopen en vervolgens weer terug emigreren. Is dit iets dat momenteel al voorkomt? Om hoeveel mensen gaat het?

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Blok

De griffier van de commissie,

Berck


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Blok (VVD), voorzitter, Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Weekers (VVD), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Haverkamp (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP), Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), Van der Burg (VVD), Van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA), Vos (PvdA), Bashir (SP), Sap (GL) en Linhard (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Remkes (VVD), Pieper (CDA), Aptroot (VVD), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), Mastwijk (CDA), Elias (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP), Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Smilde (CDA), Anker (CU), Nicolaï (VVD), De Roon (PVV), Kuiken (PvdA), Karabulut (SP), Thieme (PvdD), Heijnen (PvdA), Roefs (PvdA), Van Gerven (SP), Vendrik (GL) en Smeets (PvdA).

Naar boven