31 989
Wijziging van de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid

nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER VLIES

Ontvangen 12 januari 2010

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel III, onderdeel I, artikel 167, komt als volgt te luiden:

1. Met het oog op een zo groot mogelijke deelname van het aantal kinderen aan voorschoolse educatie voeren burgemeester en wethouders ten minste jaarlijks overleg en dragen zorg voor het maken van afspraken over:

1°. het vaststellen welke kinderen met een risico op een achterstand in de Nederlandse taal in aanmerking komen voor voorschoolse educatie,

2°. de wijze waarop die kinderen worden toegeleid naar voorschoolse en vroegschoolse educatie, en

3°. de organisatie van een doorlopende leerlijn van voorschoolse naar vroegschoolse educatie.

2. Burgemeester en wethouders voeren overleg en maken de afspraken, bedoeld in het eerste lid, met de bevoegde gezagsorganen van scholen en de houders van kindercentra of peuterspeelzalen als bedoeld in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in de gemeente. Alle partijen werken mee aan de totstandkoming van de afspraken.

3. Een houder van een kindercentrum of peuterspeelzaal verwerkt persoonsgegevens met als doel de bevordering van een goede doorstroom naar het basisonderwijs. De gegevens die een houder van een kindercentrum of peuterspeelzaal verplicht overdraagt aan het bevoegd gezag van een basisschool over leerlingen die op de basisschool zijn ingeschreven, zijn het programma van voorschoolse educatie dat een leerling heeft gevolgd en de duur van het programma dat is gevolgd. Houders van kindercentra of peuterspeelzalen maken afspraken met de basisscholen binnen een gemeente over de wijze van gegevenslevering. De bewaartermijn voor de overgedragen gegevens is twee jaar nadat het kind het kindercentrum of peuterspeelzaal heeft verlaten.

Toelichting

Scholen zijn voor de kwaliteit en invulling van het onderwijs verantwoording schuldig aan de Inspectie voor het Onderwijs, op grond van het daarvoor bestaande wettelijke kader. Het past niet binnen deze wettelijke structuur dat scholen mogelijkerwijs verplichtingen opgelegd krijgen door gemeenten. Het is onwenselijk dat scholen door gemeenten gehouden kunnen worden aan verplichtingen die in het toezichtkader van de Inspectie niet eens voorkomen. Bovendien kan het verplichtingen betreffen waar scholen zich om hun moverende redenen niet achter kunnen en/of willen scharen. Dit amendement schrapt daarom het maken van afspraken over de resultaten van vroegschoolse educatie.

Van der Vlies

Naar boven