31 989 Wijziging van de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid

Nr. 30 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Ontvangen ter Griffie van de Tweede Kamer op 15 maart 2011. De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 12 april 2011.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 maart 2011

Hierbij zend ik u een ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang.1 De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 1.89 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen), en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koningin ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan 4 weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Deze wijziging van het Besluit regelt niet de gelijkstelling van Nederlandse diploma’s aan de diploma’s die op de diplomalijst voor gastouders staan. Daar zal ik uw Kamer binnenkort over informeren.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven