31 985 Buitenlands beleid en handelspolitiek

Nr. 54 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 september 2017

Conform de toezegging tijdens het plenair debat over de gevolgen van TTIP d.d. 1 juni 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 82, item 3), informeert het kabinet uw Kamer hierbij over de voorgenomen verbetering van de informatievoorziening over handelsakkoorden richting het bedrijfsleven.

Eind 2016 kondigde de Europese Commissie aan meer aandacht te besteden aan de uitvoering van bestaande handelsakkoorden en de communicatie over deze akkoorden richting het Europese bedrijfsleven te verbeteren. Uw Kamer is hierover geïnformeerd in het verslag van de Raad voor Buitenlandse Zaken over Handel d.d. 11 mei 2017 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1759).

De Europese Commissie zet, in samenwerking met de lidstaten, in op vier actiepunten:

  • 1. Betere analyse van de knelpunten in het gebruik van handelsakkoorden.

    De Europese Commissie evalueert de werking van het EU-handelsakkoord met Zuid-Korea.1 Uit de eerste resultaten van de evaluatie blijkt dat bedrijven uit Zuid-Korea voor export naar de Europese Unie vaker een beroep doen op de verlaagde invoerrechten uit het EU-handelsakkoord met Zuid-Korea dan andersom.2 Dit wordt gemeten door middel van zogenaamde preference utilization rates, het percentage van de exportwaarde waarvoor een beroep wordt gedaan op de lagere invoerrechten zoals afgesproken in het akkoord. In 2014 lag deze preference utilization rate voor de Europese Unie op 65 procent tegenover 84 procent voor Zuid-Korea. Voor Nederland ligt dit getal met 60 procent nog iets onder het Europese gemiddelde.

    Er zijn verschillende mogelijke oorzaken voor aan te wijzen. Mogelijk zijn Europese bedrijven minder bekend met handelsakkoorden. Mogelijk wegen de baten van de verlaagde invoerrechten niet op tegen de kosten om van deze verlaagde invoerrechten gebruik te maken (zo moet vaak een bewijs van preferentiële oorsprong worden overlegd waarvoor kosten gemaakt moeten worden). Mogelijk worden de afspraken in het land waarmee de Europese Unie een akkoord heeft afgesloten niet voldoende ten uitvoer gebracht. Nederland zal aanvullend onderzoek doen naar de oorzaken van onderbenutting van handelsakkoorden toegespitst op Nederlandse bedrijven, waaronder informatievoorziening over handelsakkoorden. Door beter inzicht te krijgen in knelpunten die Nederlandse bedrijven ervaren, kunnen toekomstige handelsakkoorden beter aansluiten op de behoeften van Nederlandse bedrijven, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf. De resultaten worden medio 2018 verwacht.

  • 2. Grotere inspanning om handelsbarrières in de partnerlanden waarmee de Europese Unie een handelsakkoord heeft afgesloten te beslechten.

    Uit een onderzoek van het International Trade Centre in opdracht van de Europese Commissie blijkt dat Europese bedrijven nog regelmatig te kampen hebben met handelsbelemmeringen op de exportmarkt.3 De Europese Commissie zal haar handelspartners hier vaker, duidelijker en systematischer op aanspreken. Het is daarbij belangrijk dat Europese Commissie en lidstaten hierin samen optreden.

  • 3. Betere communicatie over de voordelen van handelsakkoorden en de wijze waarop het bedrijfsleven hiervan kan profiteren na afsluiting van het akkoord.

    Nog niet alle bedrijven zijn op de hoogte van het bestaan van akkoorden. Hierdoor blijven mogelijke baten van het akkoord onbenut. In reactie daarop is de informatie over handelsakkoorden op de website van de rijksoverheid verbeterd, is er een meldpunt in het leven geroepen voor handelsbelemmeringen en wordt meer nadruk gelegd op voorlichting aan bedrijven hoe zij kunnen profiteren van bestaande akkoorden.

  • 4. Technische assistentie aan ontwikkelingslanden waarmee de Europese Unie een akkoord heeft, wordt meer gelinkt aan de afspraken uit een handelsakkoord.

    De Europese Commissie zal in haar Aid-for-Trade portefeuille meer nadruk leggen op projecten die bijdragen aan de goede werking van handelsakkoorden. Daarbij kan worden gedacht aan projecten die bijdragen aan verbetering en modernisering van de douane in ontwikkelingslanden. In Nederland is dat reeds staand beleid. Zo heeft Nederland aan verschillende ontwikkelingslanden technische assistentie verleend over hoe zij kunnen voldoen aan regels van oorsprong zodat zij meer voordelen kunnen behalen van de handelspreferenties die de Europese Unie hen biedt.

Inzet Nederland

Nederland ondersteunt en vult de Europese Commissie aan in bovenstaande acties. Een aantal activiteiten in het traject, zoals de voorlichting aan het Nederlandse bedrijfsleven over exportkansen en de ondersteuning van Nederlandse bedrijven bij het adresseren van marktbelemmeringen op de exportmarkt, vallen onder handelsbevordering – een taak die Nederland liever in eigen hand houdt. Voor het Nederlandse bedrijfsleven, met name het mkb, is de stap naar «Den Haag» immers vaak nog kleiner en eenvoudiger dan de stap naar «Brussel» wanneer zij hulp nodig hebben om exportkansen te realiseren.

Het Nederlandse bedrijfsleven heeft positief gereageerd op het voornemen om actiever te communiceren over bestaande handelsakkoorden en meer aandacht te besteden aan de uitvoering van bestaande handelsakkoorden. Op 4 oktober organiseert Nederland in samenwerking met de Europese Commissie een bijeenkomst om dit initiatief onder de aandacht te brengen van het bedrijfsleven, betrokken instanties en het maatschappelijk middenveld. Plaatsvervangend Directeur-Generaal Joost Korte van DG Trade van de Europese Commissie zal voor deze gelegenheid Nederland bezoeken.

Vervolg

De Europese Commissie heeft aangekondigd dit thema de komende periode te zullen blijven agenderen op de Raad van Buitenlandse Zaken voor Handel. Uw Kamer wordt via de geannoteerde agenda en het verslag van deze Raad geïnformeerd over de voortgang.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

Aanleiding hiertoe was dat het akkoord op 1 juli 2016 vijf jaar is toegepast. Het akkoord wordt sinds 1 juli 2011 voorlopig toegepast en is sinds 13 december 2015 volledig toegepast.

X Noot
2

De tussentijdse resultaten van deze evaluatie zijn hier te vinden: http://ec.europa.eu/trade/policy/policy-making/analysis/policy-evaluation/ex-post-evaluations/. De definitieve resultaten worden dit najaar verwacht.

Naar boven