31 985 Buitenlands beleid en handelspolitiek

Nr. 20 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 mei 2014

In antwoord op uw verzoek om een reactie op het interview dat CEO Boskalis Peter Berdowski gaf aan het Financieel Dagblad (FD) van maandag 24 februari jl., kan ik u, mede namens de Staatssecretaris van Financiën als volgt informeren.

Overheid, bankwezen en bedrijfsleven spreken elkaar regelmatig over exportkredietverzekering en de daaraan verbonden exportfinanciering. Omdat het belangrijk is om onze exporteurs in staat te stellen op gelijke voet te concurreren ten opzichte van hun buitenlandse concurrenten, houden wij de internationale situatie nauwkeurig bij. Daarbij kan ik vaststellen dat het Nederlandse verzekeringsinstrumentarium voor exportkredieten (EKV) tot het beste van de wereld behoort. Dit wordt ook onderschreven door het Nederlandse bedrijfsleven. Tegelijkertijd is het correct – zoals het artikel ook weergeeft – dat Nederland minder actief is als het gaat om exportfinanciering.

Nederland kiest ervoor om zich primair te richten op het verzekeren van kapitaalgoederenexport en -exportfinanciering. Sommige landen kiezen ervoor om zelf actiever te zijn als (her)financier. Berdowski noemt dit nadelig voor Nederlandse bedrijven ten opzichte van hun buitenlandse concurrenten. Met name het MKB zou, in de ogen van Berdowski hiervan nadeel ondervinden.

Alvorens hierop in te gaan wil ik u er op wijzen dat het afgelopen jaar er een recordaantal verzekeringen op exportkrediet afgegeven is. Hieruit blijkt in ieder geval dat de Nederlandse kapitaalgoederenexporteurs en grote dienstverleners nog wel concurrerend kunnen zijn op de wereldmarkt.

Deze positieve cijfers moeten er evenwel niet toe leiden dat wij nu rustig achterover kunnen leunen. De kapitaalmarkt en daarmee ook de overheden in de ons omringende landen blijven in beweging. De Nederlandse positie moet permanent bewaakt worden.

Op dat punt onderschrijven wij dan ook de ambitie die in het interview wordt uiteengezet. Echter anders dan in het artikel wordt gevraagd gaan wij niet over tot directe financiering van de export. We werken op dit moment aan een constructie die met behulp van de Exportkredietgarantie (EKG) de internationale kapitaalmarkt verder kan ontsluiten en aldus aanvullende financieringsstromen op gang kan brengen voor Nederlandse (MKB)exporteurs.

Wij hopen dat wij nog voor het zomerreces voldoende gevorderd zijn in de ontwikkeling van deze constructie om u hierover te kunnen informeren. Bij de inzet van staatsgaranties zoals de hierboven genoemde EKG is tegelijkertijd voorzichtigheid geboden. Er moet worden geborgd dat de staatsgaranties worden ingezet als een noodzakelijk en adequaat middel voor het faciliteren van commerciële exportfinanciering en niet als een gemaksoplossing waarbij risico's oneigenlijk worden verschoven van de private naar de publieke sector.

De dialoog met het bedrijfsleven gaat door. De Staatssecretaris van Financiën is budgettair en beleidsmatig verantwoordelijk voor het EKV en EKG instrumentarium. Ik deel de beleidsmatige verantwoordelijkheid met hem. Samen zullen wij de vinger aan de pols blijven houden en er alles aan doen om onze exporteurs te faciliteren, in het belang van economische welvaart en werkgelegenheid in Nederland.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven