31 980 Parlementaire Enquête Financieel Stelsel

Nr. 53 BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 september 2011

Het Presidium biedt u hierbij aan de brief van de Parlementaire Enquêtecommissie Financieel Stelsel d.d. 6 september 2011. In deze brief wordt u geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de werkzaamheden van de commissie.

Het Presidium stelt u voor om in te stemmen met de aangepaste planning en begroting van de commissie.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

G. A. Verbeet

De griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

J. E. Biesheuvel-Vermeijden

Bijlage

Aan het Presidium

Den Haag, 6 september 2011

Met bijgaande brief wil de Parlementaire Enquêtecommissie Financieel Stelsel de Kamer informeren over de stand van zaken met betrekking tot de werkzaamheden van de commissie. De Kamer wordt gevraagd hiermee in te stemmen. De commissie verzoekt u bijgaande brief op korte termijn door te geleiden aan de Kamer.

De voorzitter van de Parlementaire Enquêtecommissie Financieel Stelsel,

De Wit

De griffier van de Parlementaire Enquêtecommissie Financieel Stelsel,

Van Leiden

Aan het Presidium

Geachte Voorzitter,

De Parlementaire Enquêtecommissie Financieel Stelsel wil de Kamer met deze brief graag tussentijds informeren over de stand van zaken met betrekking tot de werkzaamheden van de commissie.

Op 16 november jl. heeft de Kamer ingestemd met het instellen van de Parlementaire Enquêtecommissie Financieel Stelsel (hierna: commissie) en met het onderzoeksvoorstel voor de commissie (Kamerstuk 31 980, nr. 15). De enquête richt zich op de crisismaatregelen die de Nederlandse overheid in de periode september 2008 tot en met januari 2009 heeft genomen om de acute problemen in het Nederlands financiële stelsel te bestrijden. In het onderzoeksvoorstel is toegezegd dat de Kamer nader wordt geïnformeerd als er zich belangrijke wijzigingen voordoen in bijvoorbeeld de planning. Met deze brief geeft de commissie graag invulling aan die toezegging.

De commissie is na de besluitvorming door de Kamer voortvarend aan de slag gegaan.

De commissie heeft veel aandacht besteed aan het verkrijgen van alle benodigde informatie om haar onderzoek goed te kunnen uitvoeren. Bij het vorderen van informatie is een zorgvuldige afweging gemaakt tussen de Wet op de parlementaire enquête (Wpe 2008), het belang van waarheidsvinding en parlementaire verantwoording en de in het onderzoeksvoorstel beschreven risico's. De twee voornaamste risico's zijn de verhouding van het onderzoek tot andere (gerechtelijke) procedures en de omgang met vertrouwelijke en koersgevoelige informatie.

Om te komen tot een zorgvuldige afweging heeft de commissie ook met het kabinet en de toezichthouders veelvuldig overleg gevoerd en is een informatieprotocol afgesloten. Daarbij is in ogenschouw genomen dat de Wpe 2008 voor de eerste keer wordt toegepast en dat dit consequenties kan hebben voor toekomstige enquêtes. Naar aanleiding van dit overleg heeft het kabinet voorlichting gevraagd aan de Raad van State. De Kamer is daarover door de minister van Financiën geïnformeerd (Kamerstuk 31 980, nr. 38). Dit heeft helaas veel tijd gekost, maar uiteindelijk wordt door het kabinet en de toezichthouders medewerking verleend aan het beschikbaar stellen van benodigde informatie en documenten. De financiële instellingen verlenen in deze fase eveneens medewerking aan het onderzoek. De commissie komt in haar eindrapport nog terug op de ervaringen uit deze fase.

De enquête bestaat uit vijf fases. De eerste twee fases, het literatuur- en dossieronderzoek respectievelijk de voorgesprekken worden binnenkort afgerond. Dat betekent dat de commissie de voorbereidingen aan het treffen is voor de derde fase, de openbare verhoren.

Door het uitgebreide proces van overleg en de uiteindelijk zeer grote hoeveelheid informatie en documenten heeft de commissie in het belang van de voortgang van het onderzoek, maar daarbij afwegend de zorgvuldigheid van het proces, de onderzoeksstaf uitgebreid en gekozen voor een uitloop van de planning.

Concreet betekent dit dat de verhoren in november zullen starten. Verder streeft de commissie er naar om uiterlijk in maart 2012 haar eindrapport aan de Kamer aan te bieden.

Een ander gevolg is dat voornamelijk de personeelskosten hoger uitvallen en de begroting naar verwachting uitkomt op ca. 1,8 mln., een verhoging van 0,4 mln. ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. De aanpassing van de begroting is afgestemd met de stafdienst Financieel Economische Zaken van de Tweede Kamer.

De commissie gaat er vanuit de Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en verzoekt de Kamer in te stemmen met de aangepaste planning en de aangepaste begroting.

De voorzitter van de Parlementaire Enquêtecommissie Financieel Stelsel,

De Wit

De griffier van de Parlementaire Enquêtecommissie Financieel Stelsel,

Van Leiden

Naar boven