31 979
Verslag van de commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten over haar werkzaamheden in 2008

nr. 1
VERSLAG

Vastgesteld 15 juni 2009

De commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten heeft de eer verslag uit te brengen over haar werkzaamheden in 2008.

De voorzitter van de commissie,

Van Geel

De griffier van de commissie,

De Gier

Samenstelling van de commissie

Ingevolge artikel 22 van het Reglement van Orde bestaat de commissie uit de voorzitters van de fracties. Uitzondering hierop vormt de SP-fractie die tot nu vrijwillig van het lidmaatschap heeft afgezien. De voorzitters van de fracties waren in 2008: Van Geel (CDA), voorzitter, mevrouw Hamer, die wegens ziekte van de fractievoorzitter waarnam van januari tot 22 april en daarna fractievoorzitter was (PvdA), Rutte (VVD), Wilders (PVV), mevrouw Halsema (GroenLinks), Slob (ChristenUnie), Pechtold (D66), mevrouw Thieme (PvdD) en Van der Vlies (SGP).

Groepen zijn niet in de commissie vertegenwoordigd omdat de Kamer in 2003 heeft besloten om alleen partijen die direct na de verkiezingen zijn aangetreden, deel te laten uitmaken van de commissie.

Beknopt overzicht van de in de verslagperiode verrichte werkzaamheden

De commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) is in 2008 zeven maal bijeengeweest; zes maal om te overleggen met de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), van Justitie en van Defensie en een keer over haar eigen werkwijze. Zij heeft een gesprek gevoerd met de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) en zij heeft een werkbezoek gebracht aan de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). De voorzitter heeft Nederland vertegenwoordigd bij de vierde interparlementaire conferentie van toezichtscommissies in Lissabon.

Op 14 februari 2008 is de commissie voor het eerst dat jaar bijeengekomen. Tijdens deze vergadering heeft de minister van Defensie de commissie op haar verzoek nader geïnformeerd over enkele onderwerpen.

Vervolgens heeft de commissie tijdens deze vergadering gesproken met de ministers van Justitie en van BZK over de stand van zaken van het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) nrs.10 en 11. De minister van Justitie heeft de commissie een toelichting gegeven op het DTN. Het dreigingsniveau was al betrekkelijk hoog door de Nederlandse politieke en militaire bemoeienis met Afghanistan en het Islamdebat in Nederland. Ook is de internationale dreiging tegen Nederland groter geworden door de aankondiging van de film Fitna. Het openbaar ministerie beschikt inmiddels over voldoende instrumenten door de herziene wetgeving om op te treden tegen terroristische activiteiten, ook al heeft het Gerechtshof in Den Haag in de «Hofstadzaak» alle verdachten vrijgesproken van deelneming aan een criminele en terroristische organisatie. Ook heeft de minister meegedeeld dat in Spanje 14 personen verdacht van de voorbereiding van zelfmoordaanslagen zijn gearresteerd. Het ging hier bij om een jihadistische terroristische cel; er is gebleken dat er een relatie was tussen deze aanslagen en de aanwezigheid van troepen in Afghanistan. Tenslotte is tijdens deze vergadering gesproken over de toegenomen dreiging van internationaal georiënteerde lokale en transnationale netwerken en over de pogingen van de Marokkaanse inlichtingendienst om te infiltreren in de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap.

De commissie is in vergadering bijeengekomen op 27 maart 2008, onder andere om te overleggen met de ministers van BZK en van Justitie over het DTN nr. 12 en over Marokkaanse inlichtingenactiviteiten in Nederland. Het dreigingsniveau is inderdaad als in de vorige vergadering verwacht verhoogd van beperkt naar substantieel. De dreiging gaat vooral uit van door de kern van Al Qa’ida aangestuurde of beïnvloede groepen uit Pakistan en Afghanistan; het niveau is mede verhoogd door de aanhouding van een aantal personen op verdenking van zelfmoordaanslagen in Spanje. In verband met deze aanslagcel is ook een man die hiermee was verbonden, in Breda aangehouden. De commissie wordt voorts ingelicht over de activiteiten van de Marokkaanse inlichtingendienst die bezig is om een informantennetwerk in Nederland op te bouwen. In verband daarmee heeft de Algemene Inlichtingenen Veiligheidsdienst (AIVD) gesprekken gevoerd met korpsbeheerders en korpschefs over de mogelijkheden om infiltratie te voorkomen onder meer door het geven van cursussen. Een aantal in Nederland gestationeerde Marokkaanse diplomaten is naar Marokko teruggeroepen.

De commissie vergaderde vervolgens op 29 mei 2008 over onder meer het gerubriceerde jaarverslag van de AIVD 2007. De minister van BZK heeft opgemerkt dat de AIVD tal van onderzoeken verricht waaronder onderzoek naar radicalisering. Ook verricht de dienst onderzoek naar fondsenwerving ten gunste van terroristische organisaties. De voortdurende instabiliteit van het Midden-Oosten, met daarboven het Iraanse nucleaire programma, vergt bovendien de blijvende aandacht van de AIVD. In 2008 is meer aandacht besteed aan heimelijke activiteiten van andere landen in Nederland. Hierbij is besproken dat Chinese en de Russische buitenlandse inlichtingendiensten structureel aanwezig en actief zijn in Europa. De heimelijke activiteiten hebben vooral te maken met de economische belangen van beide landen; de onderwerpen van aandacht zijn vooral ICT-technologie en energie.

Op dezelfde dag ontving de commissie de CTIVD voor een gesprek over haar jaarverslag over 2007. Tijdens dit gesprek is de commissie ingelicht over de rapporten die de CTIVD in dit jaar heeft uitgebracht, zoals het onderzoek naar vermeende martelingen door de MIVD in Irak, naar de afwegingen van de AIVD met betrekking tot Mohammed B. en een rapport over de samenwerking tussen de AIVD en de Regionale inlichtingendiensten (RID-en). Het onderzoek naar de afwegingen van de AIVD met betrekking tot Mohammed B. werd verricht op verzoek van de Kamer. Dit verzoek werd gedaan tijdens een algemeen overleg van de commissie BZK aan de minister van BZK op 18 januari 2007 en hield feitelijk een meer uitgebreid onderzoek in dan het krachtens de wet aan de CTIVD toebedeelde rechtmatigheidsonderzoek.

Uit het onderzoek bleek onder meer dat de AIVD vóór de moord op Theo van Gogh op 2 november 2004 niet over informatie beschikte dat Mohammed B. een aanslag voorbereidde. Tevens beschikte de AIVD vóór 2 november 2004 niet over informatie die een link aantoonde tussen de Hofstadgroep (waaronder Mohammed B.) en bedreigingen tegen Theo van Gogh. De CTIVD heeft voorts vastgesteld dat de AIVD wegens de beperkte capaciteit niet alle personen uit de Hofstadgroep nauwlettend in de gaten kon houden. De CTIVD is van oordeel dat de AIVD wegens de beperkte capaciteit in redelijkheid heeft kunnen besluiten om die personen uit de Hofstadgroep nauwlettend in de gaten te houden van wie een nog grotere dreiging uitging dan van Mohammed B., omdat over die personen signalen binnenkwamen dat zij bereid waren tot het martelaarschap of dat zij een aansturende rol vervulden in de voorbereiding van een eventuele aanslag. Over Mohammed B. kwamen dit soort signalen niet binnen. Dit betekent echter niet dat Mohammed B. in het geheel niet in de gaten diende te worden gehouden. De CTIVD heeft geconcludeerd dat de gegeven aandacht aan Mohammed B. te gering was.

De CTIVD heeft ook onderzoek verricht naar de samenwerking van de AIVD en de MIVD met inlichtingen- en veiligheidsdiensten uit andere landen. In het kader van de buitenlandtaak van de AIVD is gesproken over de aanwijzingsbevoegdheid die het ministerie van Algemene Zaken heeft in overeenstemming met de ministers van BZK en van Defensie. Voorts is gesproken over het feit dat in 2007 het liaisonnetwerk van de AIVD in het buitenland in verband met de buitenlandtaak is versterkt.

Verder is de commissie geïnformeerd over andere lopende onderzoeken van de CTIVD. Tenslotte heeft de voorzitter van de CTIVD aan de commissie gemeld dat de heer Lutken het lidmaatschap van de CTIVD zal beëindigen en dat de vice-president van de Raad van State is benaderd in verband met het opmaken van een aanbevelingslijst als bedoeld in artikel 65 van de Wiv 2002.

Op 16 en 17 juni 2008 werd in Lissabon de vierde conferentie gehouden van de parlementaire commissies van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten in de lidstaten van de Europese Unie. De voorzitter van de commissie heeft, vergezeld van plv. griffier drs. F.M.H. van Dijk, Nederland vertegenwoordigd. Ook mevrouw mr. I.P. Michiels van Kessenich-Hoogendam en mr. A.H. van Delden, respectievelijk voorzitter en lid van de CTIVD, hebben deze conferentie bijgewoond.1

Op 26 juni 2008 heeft de commissie overlegd met de ministers van Justitie en van BZK over het DTN 13 en enkele andere kwesties. Het dreigingsniveau is volgens de minister van Justitie gehandhaafd op substantieel wegens de gebeurtenissen in Denemarken, de autobomaanslag op de Deense ambassade in Algiers, de bomaanslag in Islamabad en de nasleep van de verschijning van de film Fitna. De internationale dreiging tegen Europa vanuit Pakistan en Afghanistan is toegenomen.

De commissie heeft op 3 oktober 2008 een werkbezoek gebracht aan de MIVD. De directeur van de MIVD heeft een toelichting geven op de organisatie, taak en werkwijze van de dienst. Vervolgens hebben afdelingshoofden een presentatie gegeven over de werkwijze bij operationele activiteiten, vooral ook in relatie met de ondersteuning van de operatie in Afghanistan.

De commissie is in vergadering bijeengekomen op 9 oktober 2008 en besprak het DTN 14 met de ministers van Justitie en van BZK. De minister van Justitie heeft meegedeeld dat bij rekrutering ten behoeve van aanslagen in Europa wordt verwezen naar landen waar iets is misdaan tegen de islamitische wereld. Nederland behoort tot deze landen door de film Fitna en door de aanwezigheid van Nederlandse troepen in Afghanistan. De dreiging die uitgaat van het Pakistaans/Afghaanse grensgebied is hoog omdat Al Qa’ida zich hier ophoudt. Hoewel er nog steeds moskeeën zijn die oplettendheid vergen, is de radicalisering afgenomen en is de weerbaarheid tegen radicalisering onder de Nederlandse moslims toegenomen.

De minister van BZK heeft een aantal ontwikkelingen geactualiseerd, hierbij is gesproken over de ongewenste inmenging van vreemde mogendheden, waaronder China en Rusland, in Nederland. Ook de Marokkaanse inlichtingenactiviteiten vergen dat het onderzoek van de AIVD wordt geïntensiveerd.

Op 20 november 2008 heeft de commissie gesproken over haar eigen werkwijze en deze vastgelegd.

Tenslotte heeft de commissie op 4 december 2008 vergaderd met de ministers van BZK en van Defensie over de driemaandelijkse rapportage van de AIVD inzake het derde kwartaal en over het gerubriceerde jaarverslag van de MIVD. De minister van BZK heeft toegelicht dat de dreiging vanuit internationaal-jihadistische organisaties tegen Nederland nog verder is toegenomen. Ook werd er gesproken over het radicaal dierenrechtenactivisme. De film van de heer Jami over onder andere islam, antisemitisme en de positie van de vrouw zal op korte termijn worden uitgebracht; gevreesd wordt dat deze de internationale dreiging tegen Nederland zal doen toenemen. Ook is het jihadistisch terrorisme in Europa actief om nieuwe cellen in het leven te roepen. De minister van Defensie heeft uiteengezet dat de MIVD samenwerkt met buitenlandse partnerdiensten; deze partners zijn vooral NAVO landen. Er wordt ook wel samengewerkt met andere landen. Het onderzoek naar het nucleaire programma van Iran wordt in samenwerking met de AIVD voortgezet. Tenslotte heeft de minister van Defensie de commissie op de hoogte gebracht van een rechtspositioneel geschil met twee medewerkers van de MIVD over het afgeven van een nieuwe verklaring van geen bezwaar.

De behandeling van brieven van derden

De commissie behandelde tien brieven van burgers met klachten over de AIVD en de MIVD. De commissie heeft deze brieven voor kennisgeving aangenomen.


XNoot
1

Het verslag van deze conferentie is gedrukt als Kamerstuk onder nummer 31 462, nr. 2.

Naar boven