nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
Op 1 mei 2009 is een ministeriële regeling ex artikel 20, eerste
lid, van de Wet publieke gezondheid (hierna: Wpg) vastgesteld, bekendgemaakt
en in werking getreden. In deze regeling is het Mexicaanse influenzavirus
(H1N1) aangemerkt als behorende tot groep A van de Wpg en zijn alle bepalingen
van de Wpg die gelden voor infectieziekten behorende tot groep A van toepassing
verklaard op de bestrijding van dit virus. De bekendmaking is gedaan onder
toepassing van artikel 20, vijfde lid, van de Wpg. In de regeling is bepaald
dat de regeling onmiddellijk na bekendmaking in werking treedt. Daarbij is
ook geregeld dat de bekendmaking in afwijking van artikel 4, eerst lid, onder
a, van de Bekendmakingswet geschiedt door plaatsing op de website van het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Op 8 mei 2009 is de
regeling tevens in de Staatscourant geplaatst (Stcrt 2009, nr 82). Volgens
artikel 20, vierde lid, van de Wet publieke gezondheid wordt binnen acht weken
na het tot stand komen van een ministeriële regeling ex artikel 20, eerste
lid, van de Wet publieke gezondheid een voorstel van wet ter incorporatie
van die ministeriële regeling aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
gezonden. Dat gebeurt bij dezen.
De naam Mexicaanse influenzavirus (H1N1), zoals gehanteerd in de regeling,
keert niet terug in dit voorstel, maar wordt gewijzigd in Nieuwe Influenza
A (H1N1). De reden hiervoor is om aan te sluiten bij de inmiddels door de
WHO en de Europese Commissie gehanteerde naam voor dit virus.
De reden om Nieuwe Influenza A (H1N1) aan te merken als behorende tot
groep A is de volgende. In de eerste plaats ontstaat daarmee de wettelijke
meldingsplicht betreffende deze infectieziekte voor artsen en hoofden van
laboratoria. Deze meldingsplicht houdt in dat ieder geval of vermoed geval
van besmetting met Nieuwe Influenza A (H1N1) onverwijld aan de gemeentelijke
gezondheidsdienst moet worden gemeld met vermelding van een aantal nader bepaalde
gegevens, waaronder naam en adres/verblijfplaats van betrokkene. De gemeentelijke
gezondheidsdienst dient vervolgens onverwijld het RIVM/Centrum Infectieziektebestrijding
in te lichten. Dit is noodzakelijk om tijdig op te kunnen treden en patiënten
en hun omgeving te behandelen opdat het virus zich niet verder verspreid dan
wel in de verspreiding wordt afgeremd.
In de tweede plaats zijn hiermee alle bestrijdingsbevoegdheden uit de
Wpg geactiveerd. Het gaat ook om de alleen voor de bestrijding van A-ziekten
voorbehouden bevoegdheden als quarantaine (artikel 35 Wpg) en de maatregelen
met betrekking tot het vrije verkeer van personen (artikel 53, tweede lid).
Inzet van deze maatregelen kan zijn vereist om te voorkomen dat het virus
zich verder verspreid dan wel het virus in deze verspreiding af te remmen.
In de derde plaats is de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
met het aanmerken van het virus als behorende tot groep A, verantwoordelijk
geworden voor de leiding van de bestrijding van deze ziekte. Dit betekent
dat de minister de maatregelen ter bestrijding kan vaststellen die door de
burgemeester moeten worden opgevolgd bij de bestrijding. De burgemeester blijft
samen met de gemeentelijke gezondheidsdienst verantwoordelijk voor de uitvoering
van de daadwerkelijke bestrijding en heeft ook de eindverantwoordelijkheid
over individuele gevallen. Aldus kan de noodzakelijke landelijke uniforme
aanpak makkelijker worden gerealiseerd.
In de vierde plaats heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport hiermee de mogelijkheid om, in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, regels te stellen over de verdeling van profylaxe
middelen en vaccins, indien dit nodig is ten behoeve van de bestrijding van
de ziekte.
Op moment van schrijven van deze toelichting is nog niet duidelijk hoe
Nieuwe Influenza A (H1N1) zich gaat ontwikkelen en in hoeverre de inzet van
bovengenoemde bevoegdheden ook werkelijk nodig zal blijken te zijn.
Administratieve lasten
De administratieve lasten van de hierboven aangehaalde meldingsplicht
voor artsen en hoofden van laboratoria is verwaarloosbaar. Dit vanwege de
eenvoud van de uitvoering in combinatie met de te verwachten beperkte totale
omvang ervan. Indien Nieuwe Influenza A (H1N1) grootschalig om zich heen gaat
grijpen, zal de meldingsplicht zijn functie verliezen en zal op grond van
artikel 22, vierde lid, vrijstelling hiervan worden verleend.
De minister van volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink