nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 22 december 2009
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd.
A. In ARTIKEL I worden de volgende wijzigingen
aangebracht.
a. Voor de invoeging van artikel 155a wordt ingevoegd: Aan artikel
78 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
5. Met betrekking tot een net als bedoeld in artikel 20 lid 2 van
Boek 5, dat vóór 1 februari 2007 is aangelegd, begint de
in het derde lid bedoelde termijn van drie jaren te lopen vanaf het tijdstip
waarop artikel 155a in werking is getreden.
b. Het derde lid van artikel 155a wordt vervangen door drie nieuwe
leden, luidende:
3. Gedurende drie maanden te rekenen vanaf de aanvang van de dag
volgend op de dag van de laatste van de in het tweede lid bedoelde publicaties
is het net niet vatbaar voor overdracht en bezwaring. Wel kunnen derden gedurende
deze termijn een dagvaarding als bedoeld in het tweede lid of een exploot
als bedoeld in het vijfde lid in de openbare registers doen inschrijven.
4. Aan degene die na het verstrijken van de in het derde lid bedoelde
termijn door overdracht of bezwaring een zakelijk recht op het net verkrijgt,
kunnen geen rechten van derden worden tegengeworpen, tenzij de derde vóór
de overdracht of bezwaring een dagvaarding als bedoeld in het tweede lid of
een exploot als bedoeld in het vijfde lid heeft doen inschrijven of de verkrijger
het recht van de derde kende.
5. Een exploot als bedoeld in het derde en vierde lid wordt gedaan
aan degene die de in het eerste lid bedoelde inschrijving verkreeg en houdt
in dat de derde zich het recht voorbehoudt om binnen de in het tweede lid
bedoelde termijn van een jaar een dagvaarding als in dat lid bedoeld in de
openbare registers te doen inschrijven.
c. Het vierde lid wordt vernummerd tot zesde lid.
B. In ARTIKEL II wordt aan artikel 36
lid 5 een zin toegevoegd, luidende:
Ter inschrijving van een exploot als bedoeld in artikel 155a, vijfde lid,
van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt een door de deurwaarder
of een advocaat getekend afschrift daarvan aangeboden.
TOELICHTING
Verwezen moge worden naar de nota naar aanleiding van het verslag bij
artikel 155a, derde en vierde lid.
De minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin