nr. 6
AMENDEMENT VAN HET LID DIBI
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel I wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. In afwijking van het eerste lid wordt voor de herziening van de
in het eerste lid bedoelde bedragen en rangordebedragen, artikel 13, tweede
lid, van de Algemene Kinderbijslagwet wel toegepast, indien het gezamenlijk
toetsingsinkomen van de ouder, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet
op het kindgebonden budget, en zijn partner niet meer bedraagt dan het bedrag,
genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag,
voor twaalf maanden verhoogd met de aanspraak op vakantiebijslag waarop een
werknemer op grond van artikel 15 van die wet over dat minimumloon ten minste
aanspraak kan maken en vermeerderd met de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld
in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet, van een werknemer.
Toelichting
Dit amendement regelt dat huishoudens met een laag inkomen worden uitgezonderd
van de niet-indexering van de kinderbijslag per 1 juli 2009. In het wetsvoorstel
gaan namelijk alle gezinnen erop achteruit. Daarbij geldt dat het negatieve
inkomenseffect bij niet-indexering groter is, wanneer het inkomen van het
huishouden lager is. Met andere woorden: een huishouden met een lager inkomen
gaat er met de niet-indexering relatief meer op achteruit dan een huishouden
met een hoger inkomen.
Omdat gezinnen met een laag inkomen in tijden van economische crisis al
het hardst worden getroffen, beoogt dit amendement hen daarom te vrijwaren
van de niet-indexering. Daarbij wordt voor een laag inkomen uitgegaan van
een gezamenlijk toetsingsinkomen dat bestaat uit het minimumloon en de daarbij
behorende vakantiebijslag en inkomensafhankelijke bijdrage van de Zorgverzekeringswet.
Dit komt neer op een maximumbedrag van circa € 19 250.
Dibi