Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31965-VI nr. 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31965-VI nr. 3 |
Vastgesteld 24 juni 2009
De vaste commissie voor Justitie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen en de daarop gegeven antwoorden. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Wordt het rendement (de bezuinigingen) later behaald dan voorzien toen de afspraken werden gemaakt? Wordt op basis van de bezuinigingsafspraken omtrent de rechtshulp in deze periode ook gekort op de rechtspraak 2009–2010?
In het Coalitieakkoord is een taakstelling op het rechtsbijstandbudget afgesproken van € 25 miljoen in 2008 en € 50 miljoen structureel vanaf 2009. Tijdens de nadere uitwerking van deze taakstelling bleek dat veel maatregelen wijziging van wet- en regelgeving behoeven. Dit vergt enige tijd, waardoor in de beginjaren de taakstelling niet volledig gerealiseerd kan worden. In latere jaren zal dit besparingsverlies worden gecompenseerd door besparingen van meer dan € 50 miljoen. Tijdens het AO op 17 december 2008 en 28 januari 2009 heb ik hierover uitgebreid met uw Kamer gesproken. Een aantal maatregelen heeft een neerwaarts effect op de instroom bij zowel de rechtspraak als de rechtsbijstand. Er is hier dus geen sprake van een korting, maar van een vertaling van de gewijzigde instroomprognose in het budgettaire kader van zowel de rechtsbijstand als de rechtspraak.
Hoe zeker is het en waarop is de uitspraak gebaseerd, dat er in 2011 tot en met 2014 overschotten op het gebied van de rechtsbijstand zullen zijn? Mochten er in 2011 tot en met 2014 minder overschotten zijn, welk reserveplan heeft u dan ontwikkeld?
Bij de nadere uitwerking van deze taakstelling is per voorgestelde maatregel het financiële effect berekend. Tevens is rekening gehouden met de samenhang tussen de verschillende maatregelen, om doublures te voorkomen.
Gegeven het volumeniveau van het moment waarop de taakstelling werd ingeboekt (begroting 2008) levert het totaalpakket aan maatregelen vanaf 2011 meer dan € 50 miljoen op. Ik heb tot op heden geen aanleiding om te twijfelen aan deze berekeningen.
Zijn er geen andere bekostigingsmogelijkheden voor de rechtsbijstand dan de overschotten van 2011 t/m 2014?
In het totaal aan afwegingen omtrent de oplossingen van de Justitieproblematiek is het op deze wijze financieren van het tekort op de rechtsbijstand de beste oplossing.
Is zowel de verhoging van het budgettaire kader van operationele doelstelling 13.4 met € 13 miljoen als de verwachting dat vanaf 2010 besparingen worden gerealiseerd als gevolg van het verlagen van capaciteit, gebaseerd op dat wat in het Masterplan Gevangeniswezen staat of op de situatie voordat het Masterplan Gevangeniswezen bekend werd gemaakt?
De verhoging in 2009 en verlaging per 2010 van het budgettaire kader vloeien voort uit de opgenomen maatregelen in het Masterplan Gevangeniswezen.
Is de gemiddelde bezetting van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) aangepast aan de laatst beschikbare instroomgegevens over 2008, te weten 13 400?
Ja, de gemiddelde bezetting van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) is aangepast aan de laatst beschikbare instroomgegevens over 2008.
Waarom wordt voor 2009 en 2010, ondanks het afschaffen van het categoriale beleid voor Irak en Somalië, een asielinstroom verwacht die ruim een derde hoger is dan de werkelijke instroom over 2008?
In 2008 is uitgegaan van een asielinstroom van 16 000 voor de jaren 2008 en 2009. Het verloop van de instroom in 2008 laat een lichte stijging zien. Dit heeft geleid tot een bijstelling van de asielinstroom voor de jaren 2009 en 2010 naar 17 000. Door het achterblijven van de behandelcapaciteit van de IND kunnen niet meer dan 16 000 asielaanvragen in behandeling worden genomen. Dit veroorzaakt dan ook een hogere instroom in de TNV.
Van het afschaffen van het categoriaal opvangbeleid voor Irak en Somalië verwacht ik op den duur een dalend effect op de instroom. De instroom uit Irak vertoont de afgelopen maanden al een daling. Voor de instroom vanuit Somalië is het nog te vroeg om het effect op de instroom te bepalen. Het effect op de instroom zal voor 2009 naar alle waarschijnlijkheid nog beperkt zijn.
Waarom wordt, ondanks de beëindiging van het categoriaal beschermingsbeleid voor Irak en Somalië, waarvan wordt verondersteld dat dit een instroombeperkend effect heeft, uitgegaan van een verder stijgende asielinstroom voor 2009 ten opzichte van 2008? Zijn er bepaalde, andere dan de twee genoemde, landen van waaruit een toenemende asielinstroom te signaleren is?
Het verloop van de instroom in 2008 laat een lichte stijging zien. Naar aanleiding hiervan is de verwachte asielinstroom voor 2009 en 2010 bijgesteld naar 17 000 per jaar. Ik verwacht op den duur dat het afschaffen van het categoriaal opvangbeleid voor Irak en Somalië een dalend effect heeft op de instroom. De instroom uit Irak vertoonde de afgelopen maanden al een daling. Voor de instroom vanuit Somalië is het nog te vroeg om het effect op de instroom te bepalen. Dit effect zal voor 2009 naar alle waarschijnlijkheid nog beperkt zijn.
Kan toegelicht worden waarom verwacht wordt dat de asielinstroom in 2009 en 2010 wederom hoger zal uitvallen dan voorgaande jaren? Hoe komt dit overeen met het eerdere argument dat de stijging van het aantal asielaanvragen is te verklaren door het gevoerde categoriaal beleid en niet door de aanzuigende werking van het generaal pardon? Is door u niet de verwachting geuit dat de beëindigen van het categoriaal beleid voor Somalië en Centraal-Irak zou leiden tot een afname van het aantal asielaanvragen?
Het verloop van de instroom in 2008 laat een lichte stijging zien door bijvoorbeeld een verhoging van de instroom uit Afghanistan. Dit heeft tot gevolg dat bij Voorjaarsnota de asielinstroom voor de jaren 2009 en 2010 is bijgesteld naar 17 000. Van het afschaffen van het categoriaal opvangbeleid voor Irak en Somalië verwacht ik op den duur een dalend effect op de instroom. De instroom uit Irak vertoont de afgelopen maanden al een daling. Voor de instroom vanuit Somalië is het nog te vroeg om het effect te meten. Dit effect zal voor 2009 naar alle waarschijnlijkheid nog beperkt zijn.
Wat is bij de lagere uitstroom uit de COA-opvang het aandeel van nog niet uitgeplaatste statushouders enerzijds en nog niet vertrokken uitgeprocedeerden anderzijds? Welke eventuele nieuwe maatregelen, anders dan de reeds bekende, worden genomen om de terugkeer te intensiveren?
De uitstroom van degenen die naar aanleiding van de regeling afwikkeling nalatenschap oude vreemdelingenwet een status hebben gekregen ligt op schema en is nagenoeg afgerond. Gemeenten verdienen hiervoor een groot compliment. De uitplaatsing van de doelgroep statushouders ligt iets achter op schema. In het reguliere overleg dat hierover plaats vindt met de VNG en in de normale toezichtrelatie tussen VROM en gemeenten is dit een constant aandachtspunt. Ten aanzien van de stand van zaken maatregelen Terugkeer bent u op 14 april jl. per brief uitvoerig geïnformeerd.
Waarom blijft de groei van de verwerkingscapaciteit van de Immigratieen Naturalisatiedienst (IND) achter bij de asielinstroom, terwijl eind 2007 de asieinstroomprognose voor 2008 en 2009 al werd bijgesteld van 10 500 naar 16 000? Wanneer zijn welke acties in gang gezet en welke zullen nog volgen om de IND-capaciteit op voldoende niveau te brengen?
In 2008 zijn, inclusief 800 uitgenodigde vluchtelingen, circa 16 000 aanvragen door de IND in behandeling genomen. De in behandelingname van de aanvragen verloopt dus volgens planning. De productie heeft in 2008 een achterstand opgelopen, omdat prioriteit is gegeven aan de behandeling van nieuwe aanvragen. Daarnaast hebben ook externe factoren – zoals een tekort aan tolken (voor Somaliërs), uit te voeren taalanalyses en de contra-expertises hierop – de productie beïnvloed. Inmiddels neemt de achterstand gestaag af. Voor de zorgvuldige behandeling van aanvragen is een gedegen opleiding van nieuw personeel noodzakelijk en hiervoor dient een termijn van ongeveer zes maanden in acht te worden genomen. Begin 2009 is een project voor de werving en opleiding van personeel van start gegaan, opdat de geprognosticeerde aantallen voor in behandelingname worden gerealiseerd. Als onderdeel van het Programma IND bij de tijd zijn er onder andere maatregelen in ontwikkeling voor de verbetering van de productiviteit.
Waarom levert een dalende prognose in de benodigde celcapaciteit voor volwassenen hogere kosten op, en een dalende prognose celcapaciteit voor jeugdigen een besparing?
De capacitaire krimp in het gevangeniswezen wordt gerealiseerd door het afstoten en/of buiten gebruik stellen van bestaande capaciteit. Naast de besparingen die hierdoor ontstaan, treden incidenteel frictiekosten op in de vorm van reorganisatiekosten, salarisbetalingen voor tijdelijk boventalligen, herplaatsing en detachering. In 2009 komen de incidentele kosten naar verwachting hoger uit dan de geraamde besparingen. Ter compensatie van de hogere kosten is het financieel kader 2009 verhoogd met € 13 miljoen. Vanaf 2010 wordt per saldo een besparing verwacht. Het financieel kader is vanaf dat jaar overeenkomstig neerwaarts bijgesteld.
De capacitaire krimp bij de Justitiële Jeugdinrichtingen wordt verder gerealiseerd door het niet (of later) realiseren van nog geplande capaciteitsuitbreidingen. De incidentele frictiekosten blijven hierdoor beperkt en per saldo treden reeds met ingang van 2009 besparingen op.
Hoe verhoudt de uitspraak dat er na 2010 besparingen worden gerealiseerd als gevolg van het verlagen van de celcapaciteit zich tot het feit dat vanaf 2010 de behoefte aan personele capaciteit groeit, zoals omschreven in het Masterplan Gevangeniswezen?
Door maximaal gebruik te maken van natuurlijk verloop van personeel in combinatie met het bevorderen van mobiliteit binnen en buiten DJI, ontstaat (naar verwachting pas eind 2011) weer een wervingsbehoefte.
Hoe kunnen er na 2011 besparingen worden gerealiseerd, als er vanaf 2012 een hoger aantal personele capaciteit nodig is, dan dat eerdere prognoses aantoonden?
In meerjarig perspectief wordt het aantal intramurale sanctieplaatsen als opgenomen in de begroting 2009 structureel neerwaarts bijgesteld. Hierdoor treden structurele besparingen op. De formatie van DJI in zijn geheel neemt in meerjarig perspectief af. De hogere benodigde personele capaciteit binnen het gevangeniswezen is vanaf 2012 meegenomen in het vastgestelde besparingsbedrag.
Waar haalt u de € 15 miljoen voor forensische zorg strafrechtelijk kader vandaan?
Als gevolg van de verlaging van de strafrechtelijke capaciteit voor volwassenen en jeugdigen treden structurele besparingen op. Deze besparingen worden onder meer ingezet ter financiering van de autonome groei van de forensische zorg in het strafrechtelijk kader.
Hoe wordt de opvangcapaciteit gevonden voor de hoger uitvallende gemiddelde bezetting bij het COA?
De totale behoefte aan opvangcapaciteit is al lange tijd stabiel. Sinds vorig jaar schommelt deze behoefte tussen de 20 000 en 22 000 plaatsen. Het COA moet echter in 2009 aanzienlijke aantallen opvangplaatsen afstoten omdat de gebruiksvergunning verloopt. Het blijkt steeds moeilijker te worden om met gemeenten afspraken te maken over al dan niet tijdelijke vestiging van asielzoekerscentra. In verband daarmee heeft het COA op een aantal bestaande locaties de huisvesting voor asielzoekers tijdelijk uitgebreid met paviljoens. De paviljoens voldoen aan alle vereisten die aan de huisvesting van asielzoekers worden gesteld.
Wat is het totale aantal asielzoekers dat u dit jaar verwacht te moeten opvangen in «paviljoens»? Hoeveel vreemdelingen verblijven reeds in paviljoens en waar?
Het aantal asielzoekers dat in paviljoens dient te worden opgevangen hangt af van de mate waarin het COA erin slaagt om tijdig reguliere vervangende opvangplaatsen te werven.
Over het jaar 2009 gaat het om meer dan 2 500 plaatsen. Op de bestaande opvanglocatie te Gilze, Laren en Oude Pekela wordt de huisvesting voor asielzoekers uitgebreid met paviljoens. Het gaat om circa 250 plaatsen per paviljoen.
Wat is de verwachte gemiddelde kostprijs per asielaanvraag in 2009?
Op dit moment wordt bij de IND een kostprijsonderzoek uitgevoerd om te komen tot een nieuw, robuust kostprijsmodel en herziene bekostigingsafspraken. Robuust wil zeggen dat het model beter in staat is om wijzigingen in beleid en procedures te vertalen naar actuele kostprijzen. Dit zal resulteren in een nieuwe set van actuele kostprijzen en het vaststellen van bekostigingsafspraken. Eind 2009 zal de gemiddelde kostprijs per asielaanvraag dan beschikbaar zijn.
Wat is de verwachte gemiddelde kostprijs per opvangplaats?
De verwachte gemiddelde kostprijs per opvangplaats bedraagt € 20 550,–.
Wordt voor 2009 rekening gehouden met een toename van de verblijfsduur in de Tijdelijke Noodvoorziening Vreemdelingen (TNV)?
Ja, in 2009 wordt rekening gehouden met de verhoging van de verblijfstijd in de Tijdelijke Noodvoorziening Vreemdelingen (TNV).
Wat is de verwachte bezetting in de TNV in 2009?
De verwachte gemiddelde bezetting in de TNV wordt geschat op 2250.
Zijn de verhoogde kosten van 13 miljoen voor de operationele doelstelling «Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties» in de jaren 2010 en 2011 terug te verdienen?
De verhoogde kosten van € 13 miljoen hangen samen met de reductie van de celcapaciteit in het gevangeniswezen, en zijn bestemd voor doorbetaling van salarissen van boventallig personeel en herplaatsings- en detacheringskosten. Dit zijn naar hun aard incidentele kosten die in latere jaren niet meer optreden. In die zin is er geen sprake van het terugverdienen van deze kosten in latere jaren.
Hoe veranderen de resultaten van het «Prognosemodel Justitiële Ketens» als rechters vaker volwassen delicten door oudere jeugdigen volgens het volwassenenstrafrecht zullen beoordelen?
Deze vraag is op voorhand niet te beantwoorden omdat daarvoor onder meer bekend moet zijn om wat voor percentage jeugdigen het gaat, omvat voor delicten het gaat en in hoeverre de rechter over gaat tot daadwerkelijke bestraffing. Het effect op de keten zal aan de hand van scenario’s moeten worden bepaald.
Hoe verhoudt de afname in het «Prognosemodel Justitiële Ketens» zich tot de op 20 februari 2009 gegeven cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek waar het percentage verdachten tussen de 12 en de 18 is toegenomen van 1.6 in 2002 naar 2.3 in 2006?
Het CBS meldt een toename van het aantal verdachten tussen de 12 en de 18 als percentage van het totaal aantal jeugdigen in die leeftijdscategorie van 1,6% in 2002 tot 2,3% in 2006. Hoewel het Prognosemodel Justitiële Ketens iets andere definities en gegevensbronnen hanteert, is ook daar gebruik gemaakt van een vergelijkbare stijging van het relatieve aandeel van jeugdige verdachten in de genoemde periode 2002–2006. Dit is dus op die wijze meegenomen bij het bepalen van de prognoses.
Hangt, gezien de aanduiding «opvang gedurende beoordeling verblijf», de extra uitgave van € 153 miljoen voornamelijk samen met de stijging van de asielinstroom en de daarmee gepaard gaande achterblijvende behandel- en beoordelingscapaciteit van de IND? Hoe verhoudt het in de tabel vermelde bedrag van € 153,1 miljoen zich tot het in de toelichting genoemde bedrag van € 133,7 miljoen?
Ja, de extra uitgave van € 153 miljoen hangt samen met de stijging van de asielinstroom en daarmee gepaard gaande achterblijvende behandel- en beoordelingscapaciteit van de IND. Het bedrag van €133,7 miljoen betreft de opvang door het COA. Er stromen meer mensen in en er is sprake van een lagere uitstroom waardoor de gemiddelde bezetting in de opvang hoger is dan geraamd.
Is de verblijfsduur in de TNV, ondanks de ingebruikname van Zevenaar en de capaciteitsuitbreiding van de overige aanmeldcentra, langer geworden als gevolg van de toegenomen en verwachte verdere toename van de asielinstroom en de daarmee gepaard gaande achterstanden bij de IND? Wat is momenteel de gemiddelde verblijfsduur in de TNV?
Ja, de verblijfsduur in de TNV is ondanks het gebruik van AC Zevenaar en de capaciteitsuitbreiding gestegen omdat de behandelcapaciteit van de IND achterblijft bij het verwachte aantal aanmeldingen. De gemiddelde verblijfsduur in de TNV is thans 60 dagen. Zie vraag 19.
Heeft het bedrag van € 58 miljoen uitsluitend betrekking op een verwachte toename bij asiel? Wat zijn de verwachtingen inzake de instroom regulier?
De bijdrage van € 58 miljoen is bestemd ter dekking van de kosten van de IND door de verwachte toename van de instroom in 2009 en 2010. Daarnaast wordt een deel van dit bedrag ingezet om het negatief eigen vermogen van de IND over 2008 te dekken. Het resterende deel wordt ingezet ten behoeve van de kostprijsproblematiek in 2009. De verwachting is dat de reguliere instroom zich zal ontwikkelen zoals aangegeven in de ontwerpbegroting 2009, ongeveer 234 000.
Waarin liggen precies de hogere kosten voor de rechtspraak? Anders gezegd, waaraan wordt het bedrag van € 5 miljoen exact besteed? Wat is de inschatting voor de komende jaren betreffende de financiële gevolgen van de economische crisis op de rechtspraak?
De hogere kosten van de rechtspraak worden veroorzaakt door het aantrekken van extra personeel om de verwachte hogere instroom van zaken af te kunnen handelen. Het is de verwachting dat met name het aantal civiele zaken op korte termijn sterk zal gaan stijgen als gevolg van de economische crisis. De extra middelen voor het jaar 2009 zullen dan ook vooral worden benut om op dat gebied hogere productieafspraken met de Raad voor de rechtspraak te maken. In de ontwerpbegroting 2010 zal meer inzicht geboden worden in de exacte (meerjarige) productieafspraken met de rechtspraak in samenhang met de economische crisis.
Is de verwachting dat er meer strafzaken komen door de huidige economische crisis?
Het effect van de economische recessie zal zich naar verwachting met name vertalen in een toename van het aantal civiele zaken en in mindere mate in het aantal bestuurszaken. Op de korte termijn is de verwachting dat het effect van de economische crisis op het aantal strafzaken beperkt zal zijn.
Is de verwachte hogere instroom van het aantal civiele en bestuurszaken gebaseerd op de werkelijk vastgestelde toename van de eerste maanden van 2009?
De hogere instroom is gebaseerd op uitkomsten uit het prognosemodel Justitie. Daarin is de realisatie over 2008 wel meegenomen maar die van de eerste maanden van dit jaar nog niet.
Is er een (indirect) verband tussen de toename van het aantal toevoegingen en de hogere opbrengsten griffierechten? Zo ja, welke?
Er is een directe relatie tussen de instroom in de rechtspraak en het beroep op de rechtsbijstand. De relatie is echter niet één op één, slechts in een beperkt aantal zaken dat instroomt in de rechtspraak (en waar griffierechten tegenover staan) wordt een toevoeging afgegeven. Daarnaast kunnen er voor de rechtsbijstand in de bestuursrechtelijke bezwaarschriftfase wel toevoegingen worden afgegeven, terwijl er voor het indienen van een bezwaarschrift geen griffierecht verschuldigd is.
Kent de verwachte instroom van zaken die de hogere griffieopbrengsten veroorzaakt, dezelfde achtergrond als de toename van het aantal toevoegingen? Zo nee, waardoor wordt de toename van de instroom van zaken in de rechtspraak dan wel verklaard?
Ja, beide ontwikkelingen zijn gebaseerd op uitkomsten uit het prognosemodel Justitie en kennen derhalve dezelfde achtergrond.
Waarop zijn de verwachte verhoogde griffieopbrengsten van € 5 miljoen precies gebaseerd en hoe verklaart u het enorme verschil in prognose met de Justitiebegroting 2009 waarin nog een tegenvaller werd verwacht van respectievelijk € 3 miljoen voor het jaar 2009 (p. 21 Justitiebegroting 2009)?
De inkomsten griffierechten worden in belangrijke mate bepaald door de instroom van civiel- en bestuursrechtelijke zaken. Het is de verwachting dat juist de instroom van die zaken, en dus de daarmee samenhangende griffierechtenontvangsten, als gevolg van de economische recessie de komende tijd zal stijgen. Ten tijde van het opstellen van de justitiebegroting 2009 was deze stijging nog niet voorzien. Gezien de onzekerheid omtrent de instroomstijgingen wordt vooralsnog uitgegaan van een beperkte stijging van de griffierechtenontvangsten.
Waarom wordt er vanaf 2011 bespaard op het Openbaar Ministerie?
Vanaf 2011 is er geen sprake van een besparing. De verlaging van het budgettaire kader in 2011, 2012 en 2013 is het gevolg van een kasschuif. Met deze kasschuif wordt een ICT investering van € 4,1 miljoen in 2009 en 2010 gefinancierd.
Wordt er om de huidige kosten bij Justitie te betalen nu geld uitgegeven dat eigenlijk pas vanaf 2011 uitgegeven zou worden?
De verlaging van het uitgaven kader in 2011, 2012 en 2013 (totaal € 4,1 miljoen) heeft niet betrekking op een besparing, maar betreft een kasschuif ter financiering van enkele ICT-investeringen in 2009 (€ 2,4 miljoen) en 2010 (€ 1,7 miljoen). Per saldo heffen deze mutaties (+ en -/-) elkaar op. Daarnaast zijn in 2009 aan het Openbaar Ministerie voor de uitvoering van enkele tijdelijk projecten extra middelen toegekend (ca € 1,7 miljoen).
Is de bezuiniging van het Masterplan Gevangeniswezen ook verdisconteerd in het verhoogde bedrag van € 5 miljoen voor de brandveiligheid van het gevangeniswezen?
De toekenning van € 5 miljoen is bedoeld ter financiering van investeringen in (brand-)veiligheidsmaatregelen. Deze toekenning heeft geen relatie met bezuinigingen van het Masterplan. Wel houdt de toekenning rekening met de op grond van het Masterplan bijgestelde capaciteitsplanning.
Moet de verhoging van € 5 miljoen in het kader van de brandveiligheid gevangeniswezen worden gezien als een structurele bijdrage in het kader van het op peil houden van de brandveiligheid of moet dit bedrag worden aangemerkt als een incidentele bijdrage?
De toegevoegde middelen in het kader van brandveiligheid betreffen structurele middelen. Voor de periode 2009–2011 is een bedrag van € 5 miljoen opgenomen. In 2012 wordt dit bedrag opgehoogd naar € 23 miljoen en vanaf 2013 is er structureel € 36 miljoen benodigd. In de oploop van de reeks is rekening gehouden met de reeds beschikbare middelen voor (brand-)veiligheidsmaatregelen en het tijdpad van de realisatie van de voorgenomen maatregelen.
Waarom is niet eerder begonnen met het overnemen van bepaalde taken op de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba), met name betreffende detentie? Waarom is dit niet eerder voorzien bij het opstellen van de begroting 2009? Heeft het bedrag van € 6,4 miljoen uitsluitend betrekking op de overname van taken op het gebied van detentie of ook op andere? Wat is het aandeel van de BES-eilanden zelf in de financiering van de bedoelde taken?
Er is geen sprake van een formele uitvoering in opdracht van de Minister van Justitie Nederlandse Antillen op de BES-eilanden door het Nederlandse Ministerie van Justitie. Sinds september 2008 levert met name DJI op verzoek van de Antilliaanse Minister van Justitie, na een akkoord tussen de Nederlandse en Antilliaanse Ministers van Justitie, zogenaamde technische bijstand aan het land Nederlandse Antillen om de omstandigheden van het Huis van Bewaring op een internationaal aanvaardbaar niveau te krijgen. Er waren eerder tekortkomingen gesignaleerd door het CPT, een comité dat toeziet op de naleving van het Europese Verdrag ter voorkoming van foltering. Het bedrag van 6,4 miljoen heeft betrekking op het uitbreiden van capaciteit, het CPT-proof maken van detentie, verhogen van de veiligheid personeel en gedetineerden en het verbeteren van de kwaliteit van detentie binnen de missie van het Nederlandse gevangeniswezen. In dit bedrag is tevens de werving van lokaal personeel en de uitzending van Nederlands personeel begrepen dat op de BES-eilanden taken waarneemt en het lokale personeel begeleidt. Het aandeel van de BES-eilanden bedraagt € 0,6 miljoen. Deze bijdrage is gelijk aan de huidige bijdrage van de BES-eilanden voor het Huis van Bewaring Bonaire. Daarnaast wordt er nog een deel betaald uit het Plan Veiligheid Nederlandse Antillen (€ 0,8 miljoen).
Wat betekent het concreet voor de reclassering dat de «nazorg een steeds grotere betekenis» krijgt? Levert dit extra werk op voor de reclassering of voor de gemeenten?
De reclasseringsorganisaties verrichten in opdracht van de rechter, het Openbaar Ministerie en de Dienst Justitiële Inrichtingen taken op het terrein van de reïntegratie binnen het justitiële kader. Dat wil zeggen tijdens preventieve hechtenis en de intra- en extramurale tenuitvoerlegging van sancties. Buiten dat zogenaamde justitiële kader betreft het een verantwoordelijkheid van gemeenten. Dit betekent dat de gemeente waar de ex-gedetineerde burger naar terugkeert, de taak heeft een aantal voorzieningen te bieden die samengevat worden onder de term nazorg. Hiervoor is een bestuursakkoord gesloten tussen de gemeenten en Justitie dat is uitgewerkt in het «samenwerkingsmodel Justitie-gemeenten». De reclasseringsorganisaties vervullen overigens wel een belangrijke rol in de aansluiting op de nazorg. Daarnaast kunnen de gemeenten de reclasseringsorganisaties vragen specifieke begeleiding te bieden buiten justitieel kader en dus in opdracht van gemeenten nazorgactiviteiten bieden. Dit betekent dat de gemeenten in het kader van de reclassering extra taken krijgen.
Zal het aantal taakstraffen afnemen als het wetsvoorstel dat taakstraffen verbiedt voor bepaalde delicten ingevoerd is?
In 2006 zijn 352 kale taakstraffen opgelegd bij schuldigverklaringen voor een ernstig gewelds- of zedendelict (Kamerstuk 31 200-VI-172 tabel 3.1). Op voorhand is niet aan te geven hoeveel minder kale taakstraffen worden opgelegd indien deze uitgesloten worden voor bepaalde delicten. Dit hangt af van het aantal en type zaken die worden voorgelegd aan de rechter.
Zal de reclassering minder werk hebben als het wetsvoorstel dat taakstraffen verbiedt voor bepaalde delicten ingevoerd is?
In 2006 zijn 352 kale taakstraffen opgelegd bij schuldigverklaringen voor een ernstig gewelds- of zedendelict (Kamerstuk 31 200-VI-172 tabel 3.1). Op voorhand is niet aan te geven hoeveel minder kale taakstraffen worden opgelegd indien deze uitgesloten worden voor bepaalde delicten. Dit hangt af van het aantal en type zaken die worden voorgelegd aan de rechter.
Hoe hoog zijn de kosten voor de controle van het aantal opleggingen van toezicht?
Controle is een integraal onderdeel van het product toezicht. Toezicht kost € 78 per uur. Op jaarbasis wordt naar verwachting in 2009 ruim 60 uur aan toezicht besteed. Derhalve kost toezicht op jaarbasis circa € 4680,–.
Wordt toezicht in de praktijk op dusdanige wijze gecontroleerd, dat recidive in deze periode uitgesloten is?
Indien iemand onder bijzondere voorwaarden vrij is, houdt de reclassering toezicht op naleving van die bijzondere voorwaarden. Dit laat onverlet dat het reclasseringstoezicht buiten de muren plaatsvindt. Justitiabelen krijgen in opeenvolgende fasen meer vrijheden om de verantwoordelijkheden die horen bij resocialisatie in de praktijk te brengen. Het is niet uit te sluiten dat justitiabelen recidiveren, tijdens en na de toezichtsperiode.
Wel wordt met de verbetermaatregelen in het kader van Redesign Toezicht getracht het recidivegevaar te minimaliseren.
Wordt iedereen altijd op dusdanige wijze onder toezicht gesteld, dat het verloopt zoals het in theorie zou moeten?
Dit is vanzelfsprekend het uitgangspunt. Echter, de afgelopen jaren is dat niet altijd het geval geweest. Ik heb daarom verregaande verbetering van het reclasseringstoezicht aangekondigd in mijn brief van 12 juli 2007 (Kamerstukken II, vergaderjaar 2006–2007, 29 270, nr. 14). Deze verbeteringen worden vormgegeven in het traject Redesign Toezicht en bestaan uit:
• De bijzondere voorwaarden worden beter gespecificeerd in het vonnis, zodat duidelijk is aan welke voorwaarden de justitiabele dient te voldoen en wanneer sprake is van overtreding van deze voorwaarden;
• Reclasseringstoezicht wordt onderscheiden in drie niveaus die verschillen qua intensiteit;
• De intensiteit van het toezicht (niveau 1, 2 of 3) wordt afgestemd op het risico van overtreding van de voorwaarden en de kans op schade;
• Aanscherping van de uitvoeringspraktijk door het snel starten van het toezicht, verbeteren van de gegevensuitwisseling tussen ketenpartners en een adequate reactie op niet-naleving van de voorwaarden en afspraken.
Het nieuwe toezicht wordt vanaf eind 2009 ingevoerd.
Hoe realistisch is de meevaller van € 8 miljoen in het kader van een verhoogde verwachting van de Pluk-Ze opbrengsten en waarop is dit geraamde cijfer gebaseerd?
Dit betreft een realistische inschatting. De opbrengsten betroffen in 2007 € 22,5 miljoen en in 2008 € 23,4 miljoen. Door extra investeringen en extra aandacht voor het ontnemen zullen dit jaar en de komende jaren naar verwachting in het kader van ontnemingen en schikkingen meer worden geïnd.
Hoe wordt verklaard dat de ontvangsten Pluk-Ze in de Justitiebegroting 2009 voor het jaar 2009 en 2010 qua mutatie op nihil werden gesteld, terwijl dit een half jaar later in de wijziging van de Justitiebegroting op een meevaller van € 8 miljoen wordt gesteld?
Door extra investeringen en extra aandacht voor het ontnemen zullen dit jaar en de komende jaren naar verwachting in het kader van ontnemingen en schikkingen meer worden geïnd en zijn de verwachte ontvangsten derhalve naar boven bijgesteld.
Moet het bedrag van € 8 miljoen aan verhoogde Pluk-Ze ze opbrengsten als een structurele ontwikkeling in de inkomsten worden gezien of als een incidentele meevaller?
Met een structurele toename van de Plukze-ontvangsten is in de begroting al voorzien. Het jaar 2009 is op hetzelfde niveau gebracht als latere jaren.
Hoe zijn de hogere Pluk-Ze ontvangsten te verklaren?
Het Openbaar Ministerie en het CJIB hebben de afgelopen jaren nadrukkelijk geïnvesteerd in dit onderwerp. Daarnaast zijn in het kader van de intensiveringsprogramma’s ook bij de opsporing nadere doelen geformuleerd en middelen ter beschikking gesteld. Op basis hiervan zullen meer resultaten zichtbaar worden.
Samenvatting:
Leden: Van de Camp (CDA), De Wit (SP), Van der Staaij (SGP), Arib (PvdA), ondervoorzitter, De Pater-van der Meer (CDA), voorzitter, Çörüz (CDA), Joldersma (CDA), Gerkens (SP), Van Velzen (SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), De Krom (VVD), Timmer (PvdA), Griffith (VVD), Teeven (VVD), Verdonk (Verdonk), De Roon (PVV), Roemer (SP), Pechtold (D66), Heerts (PvdA), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Bouwmeester (PvdA), Van Toorenburg (CDA), Anker (CU) en Vacature (GL).
Plv. leden: Sterk (CDA), Langkamp (SP), Van der Vlies (SGP), Smeets (PvdA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), Jonker (CDA), Leijten (SP), Ulenbelt (SP), De Vries (CDA), Weekers (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Van Miltenburg (VVD), Zijlstra (VVD), Fritsma (PVV), Karabulut (SP), Koşer Kaya (D66), Gill’ard (PvdA), Ouwehand (PvdD), Spekman (PvdA), Bouchibti (PvdA), Koppejan (CDA), Slob (CU) en Van Gent (GL).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31965-VI-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.