31 965 V
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2008 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 2 Herdruk1
MEMORIE VAN TOELICHTING

A) ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2009 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze Memorie van Toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A. G. Koenders

B) BEGROTINGSTOELICHTING

1. Majeure wijzigingen op de begroting van Buitenlandse Zaken

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de ontwerp-begroting 2009. Deze mutaties betreffen wijzigingen die ook in de Voorjaarsnota zijn verwerkt. De lagere ramingen van het Nederlandse BNP leiden tot een meerjarig fors lager ODA-budget. Op korte termijn zal besloten worden over door te voeren kortingen vanaf 2010. Vooruitlopend op dit proces is op een aantal artikelen vanaf 2010 een technische bijstelling ingeboekt. De kasschuif, zoals vastgelegd in het Aanvullend Beleidsakkoord, is verwerkt in de begroting.

In de volgende tabel volgt een overzicht van majeure wijzigingen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2009 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, gevolgd door een toelichting per mutatie. Alleen de mutaties die te maken hebben met beleidsmatige wijzigingen zijn in het overzicht opgenomen. Per saldo worden de uitgaven voor het jaar 2009 met EUR 500 678 000 verlaagd en de ontvangsten verhoogd met EUR 17 865 000.

Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2009 (x EUR 1,0 mln)

Artikel Mutatie
1Mensenrechten4,4
2Regionale Stabiliteit en Crisisbeheersing3,2
2Humanitaire hulpverlening50,8
2Goed Bestuur14,1
4Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden38,6
5Onderwijs– 69,8
5Gender10,9
5Reproductieve gezondheidszorg26,1
6Milieu en water– 40,4
7Consulaire dienstverlening en migratie34,6

Mensenrechten (beleidsartikel 1)

De verhoging op dit artikel wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de stijging van de Nederlandse bijdrage aan de Hoge Commissaris voor Mensenrechten.

Regionale Stabiliteit en Crisisbeheersing (beleidsartikel 2)

De mutatie betreft een ophoging van het Stabiliteitsfonds

Humanitaire Hulpverlening (beleidsartikel 2)

Het budget voor noodhulp wordt meerjarig verhoogd. In 2009 komen deze extra middelen onder meer ten goede aan Afghanistan, Democratische Republiek Congo, Ethiopië, Soedan (Darfur) en Zimbabwe. Ook de bijdragen aan het Internationaal Comite van het Rode Kruis en het Wereldvoedselprogramma worden verhoogd.

Goed Bestuur (beleidsartikel 2)

Er wordt op centraal niveau extra geïnvesteerd in goed bestuur onder meer door bijdragen aan het Fonds voor Ontwikkeling Particuliere Pluriformiteit, de Government Partnership Facility en de International Development Law Organisation. Voor goed bestuur programma’s in onder andere Afghanistan en Tanzania zijn extra middelen toegekend. Anderzijds wordt minder uitgegeven aan activiteiten ten behoeve van goed bestuur in Uganda en Suriname.

Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden (beleidsartikel 4)

In verband met de Nederlandse beleidsintensivering op het gebied van groei en verdeling wordt meerjarig en oplopend meer geld uitgetrokken voor het stimuleren van het ondernemingsklimaat in ontwikkelingslanden. De landenprogramma’s voor private sector ontwikkeling in onder meer Mozambique, Burundi, Kenia, Ghana en Nicaragua zijn verhoogd. Ook wordt meer geld uitgetrokken voor marktontwikkeling onder meer door bijdragen aan de Wereldbank Trade Facility, het International Center for Trade and Sustainable Development en de Trade Law Center Southern Africa. Door vertraging in de uitvoering van de projecten is het budget voor het ORET-programma naar beneden bijgesteld.

Onderwijs (beleidsartikel 5)

De voor 2009 geplande bijdrage aan het Catalytic Fund is met EUR 60 miljoen verlaagd wegens een lager dan verwachte liquiditeitsprognose. Enerzijds heeft de Wereldbank moeite de toegezegde middelen snel en effectief in te zetten. Anderzijds zijn de bijdragen van andere donoren toegenomen. Voor de onderwijsprogramma’s in Ethiopië, Benin en Mozambique worden meer middelen uitgetrokken. Daarentegen is sprake van verlagingen in onder meer Bangladesh, Bolivia, Ghana en Pakistan.

Gender (beleidsartikel 5)

De verhoging hangt samen met het besluit in 2008 tot verhoging van het MDG 3 fonds. Verder wordt uitvoering geven aan het amendement van Van der Staaij met betrekking tot uitstapprogramma’s voor vrouwen en meisjes die (nood)gedwongen in de prostitutie werken. De vrijwillige bijdrage aan UNIFEM wordt meerjarig verhoogd. In het kader van het Schoklandakkoord «Geweld tegen Vrouwen» zijn extra middelen uitgetrokken voor het genderprogramma in Macedonië

Reproductieve gezondheid (beleidsartikel 5)

De verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door intensiveringen ten aanzien van de prioriteit Seksuele Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR) en MDG 5. De bijdrage aan SALIN en de ramingen voor landenprogramma’s via de ambassades worden structureel verhoogd. Verder betreft de verhoging de invulling van het amendement Gillard voor de ontwikkeling van hittebestendige oxytocine.

Milieu en water (beleidsartikel 6)

De verlaging in 2009 wordt veroorzaakt doordat de geplande Nederlandse bijdrage aan het Global Environment Facility (GEF) voor 2009 reeds in 2008 heeft plaatsgevonden.

Consulaire dienstverlening en migratie (beleidsartikel 7)

De ophoging van dit beleidsartikel op heeft twee hoofdoorzaken. In de eerste plaats is de raming van de bijdrage vanuit ODA aan de kosten van de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen verhoogd. Dit wordt vooral verklaard door een toename van asielinstroom ten opzichte van eerdere ramingen. Verder is sprake van investeringen in consulaire automatiseringssystemen.

2. Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de Miljoenennota 2009. Zoals uit de hierna volgende tabel blijkt is de HGIS afgenomen met EUR 516,5 miljoen.

Omvang van de HGIS (bedragen x EUR 1 miljoen)MJN 2009VJN 2009Mutatie
HGIS-uitgaven6 914,86 416,1– 498,7
HGIS-ontvangsten155,3173,117,8
Omvang HGIS (uitgaven min ontvangsten)6 759,56 243,0– 516,5

De afname van de HGIS is het gevolg van meerdere mutaties. In de hierna volgende tabellen zijn deze uitgesplitst.

HGIS-uitgaven (bedragen x EUR 1 miljoen)Totaal
Stand Miljoenennota 20096 914,8
1. Aanpassing BNP-raming– 421,6
2. Eindejaarsmarge134,5
3. Overboekingen van/naar HGIS– 0,6
4. Intertemporele kasschuiven– 228,9
5. Desaldering/specifieke mutaties ontvangsten17,8
Totaal mutaties Voorjaarsnota 2009– 498,7
Stand Voorjaarsnota 20096 416,1
  
HGIS-ontvangsten (bedragen x EUR 1 miljoen)Totaal
Stand Miljoenennota 2009155,3
5. Desaldering/specifieke mutaties17,8
Totaal mutaties Voorjaarsnota 200917,8
Stand Voorjaarsnota 2009173,1

1. Op basis van wijzigingen in de CPB-ramingen voor het BNP en de prijscomponent van het BBP is de omvang van de HGIS neerwaarts bijgesteld.

2. De eindejaarsmarge over 2008 is toegevoegd aan de HGIS. Naast de hier vermelde tranche voor 2009 wordt aan de jaren 2010 en 2011 respectievelijk EUR 10 miljoen en EUR 20,5 miljoen toegevoegd.

3. Het saldo van een aantal kleinere bij- en afboekingen op de HGIS.

4. Via kasschuiven zijn HGIS-middelen naar latere jaren verschoven.

5. Zowel de HGIS-uitgaven als de -ontvangsten zijn positief bijgesteld (zie ook 5. Desalderingen/specifieke mutaties in de tabel HGIS-ontvangsten).

C) TOELICHTING PER BELEIDSARTIKEL

Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging mensenrechten Bedragen in EUR 1000Stand ontwerp-begroting 2009 (1)Mutaties via NvW en amendementen (2)Mutaties 1e suppletore begroting (3)Stand 1e suppletore begroting 2009 (4)=(1+2+3)Mutaties 1e suppletore begroting 2010Mutaties 1e suppletore begroting 2011Mutaties 1e suppletore begroting 2012Mutaties 1e suppletore begroting 2013
Verplichtingen87 679 31 222118 90140 391– 3 354– 6 704– 617
         
Uitgaven:        
         
Programma-uitgaven totaal110 518 6 636117 1543 0263 7519 0931 240
         
1.1 Internationale rechtsorde47 639 83848 477560600600600
         
1.2 Mensenrechten48 656 4 35153 0073 707862640640
         
1.3 Internationale juridische instellingen14 223 1 44715 670– 1 2412 2897 853 

Verplichtingen

De verhoging op dit artikel in 2009 betreft voornamelijk het aangaan van een nieuwe meerjarige verplichting met de Carnegie Stichting, die zorg draagt voor beheer en onderhoud van het Vredespaleis. De verhoging in 2010 wordt grotendeels veroorzaakt door een dan aan te gane nieuwe meerjarige verplichting met het kantoor van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten. Daarnaast wordt verwacht dat in 2010 een meerjarige verplichting zal worden aangegaan voor de compensatie van door defensie te maken kosten voor de legering van defensiepersoneel in verband met de nieuwbouw van het Internationaal Strafhof op de Alexanderkazerne. Doordat deze verplichting in zijn geheel in 2010 wordt aangegaan zullen er in 2011 en 2012 minder verplichtingen ten behoeve van het Strafhof worden aangegaan dan oorspronkelijk geraamd.

Uitgaven

1.1 Internationale rechtsorde

De verhoging in 2009 is het saldo van een neerwaartse bijstelling van de raming voor de Nederlandse bijdrage aan de Verenigde Naties (door de lage dollarkoers) en een aantal ophogingen waaronder een Nederlandse bijdrage van EUR 1 mln voor de berechting van oud-president Habré van Tsjaad.

1.2 Mensenrechten

De meerjarige ophoging komt voor het grootste deel door de stijging van de Nederlandse bijdrage aan de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten.

1.3 Internationale juridische instellingen

De ophoging wordt voor het grootste deel veroorzaakt door een additionele Nederlandse bijdrage aan de externe beveiliging van het Speciaal Tribunaal Libanon. Deze was oorspronkelijk in 2008 voorzien, maar moest om administratieve redenen worden doorgeschoven naar 2009.

Beleidsartikel 2 Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur

Beleidsartikel 2 Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur Bedragen in EUR 1000Stand ontwerp-begroting 2009 (1)Mutaties via NvW en amendementen (2)Mutaties 1e suppletore begroting (3)Stand 1e suppletore begroting 2009 (4)=(1+2+3)Mutaties 1e suppletore begroting 2010Mutaties 1e suppletore begroting 2011Mutaties 1e suppletore begroting 2012Mutaties 1e suppletore begroting 2013
Verplichtingen745 851 313 1391 058 99061 31817 46793 01193 011
         
Uitgaven:        
         
Programma-uitgaven totaal920 918 61 885982 803– 37 72055 56823 29725 524
         
2.1 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid16 458 – 3 52412 934– 990– 3 057– 6721 655
         
2.2 Bestrijding internationaal terrorisme   0    
         
2.3 Non-proliferatie en ontwapening9 165 – 1519 014– 248– 248– 248– 248
         
2.4 Conventionele wapenbeheersing   0    
         
2.5 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing422 898 3 238426 136– 30 00210 070 – 100
         
2.6 Humanitaire hulpverlening250 094 50 773300 86777350 77350 77350 773
         
2.7 Goed bestuur192 553 14 099206 6521 747– 15 970– 25 556– 25 556
         
2.8 Het bevorderen van energievoorzieningszekerheid        
         
2.9 Grotere veiligheid door strijd tegen milieudegradatie29 750 – 2 55027 200– 9 00014 000– 1 000– 1 000
         
Ontvangsten1 147 01 1470000
         
2.10 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid147  147    
         
2.70 Humanitaire hulpverlening1 000  1 000    

Verplichtingen

De verhoging op dit artikel wordt veroorzaakt door een intensivering van decentrale programma’s ten behoeve van wederopbouw in onder meer Afghanistan. Tevens worden nieuwe verplichtingen aangegaan door ambassades in de partnerlanden op het gebied van goed bestuur. Op centraal niveau worden verplichtingen aangegaan ten behoeve van het Fonds voor Ontwikkeling Particuliere Pluriformiteit (FOPP), het Government Partnership Facility (GPF) en de International Development Law Organisation (IDLO). Op het terrein van noodhulp wordt een nieuwe vierjarige verplichting met het Central Emergency Respond Fund (CERF) aangegaan.

Uitgaven

2.1 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid

De nieuwbouw van het NAVO hoofdkwartier te Brussel is vertraagd. Hierdoor zijn de verwachte uitgaven voor 2009 en latere jaren lager dan aanvankelijk begroot. Een groot deel van deze uitgaven moeten worden doorgeschoven naar 2013 en 2014. De oplevering is nu voorzien in 2014.

2.5 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing

De mutatie betreft een ophoging van het Stabiliteitsfonds.

2.6 Humanitaire hulpverlening

De uitgaven voor humanitaire hulp zijn de afgelopen jaren geleidelijk gestegen. In dat licht wordt het budget voor noodhulp meerjarig verhoogd. In 2009 komen deze extra middelen onder meer ten goede van Afghanistan, Democratische Republiek Congo, Ethiopië, Soedan (Darfur) en Zimbabwe. Daarnaast worden de bijdragen aan het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRC) en het Wereldvoedselprogramma (WFP) verhoogd.

2.7 Goed Bestuur

De mutatie op dit subartikel in 2009 betreft een saldo. Er wordt op centraal niveau extra geïnvesteerd in goed bestuur door bijdragen aan onder meer het Fonds voor Ontwikkeling Particuliere Pluriformiteit (FOPP), het Government Partnership Facility (GPF) en de International Development Law Organisation (IDLO) verhoogd. Ook aan de goed bestuur-programma’s in onder meer Afghanistan, Guatemala, Macedonië en Tanzania zijn extra middelen toegekend. Anderzijds wordt minder uitgegeven aan activiteiten ten behoeve van goed bestuur in Uganda en Suriname. Voor latere jaren is sprake van verlagingen met name vanwege bijgestelde ramingen over de omvang van de decentrale goed bestuurprogramma’s.

2.9 Grotere veiligheid en stabiliteit door strijd tegen aantasting van het milieu en vernietiging van ecosystemen

De mutatie op dit artikel betreft een saldo. De middelen voor het programma voor de Westelijke Balkan zijn doorgeschoven naar 2009 als gevolg van eerder opgelopen vertraging. Daarentegen zijn voor het Congobekkenproject dit jaar minder uitgaven nodig, eveneens vanwege vertraging.

Beleidsartikel 3 Versterkte Europese Samenwerking

Beleidsartikel 3 Versterkte Europese samenwerking Bedragen in EUR 1000Stand ontwerp-begroting 2009 (1)Mutaties via NvW en amendementen (2)Mutaties 1e suppletore begroting (3)Stand 1e suppletore begroting 2009 (4)=(1+2+3)Mutaties 1e suppletore begroting 2010Mutaties 1e suppletore begroting 2011Mutaties 1e suppletore begroting 2012Mutaties 1e suppletore begroting 2013
Verplichtingen4 266 319 11 8854 278 20411 69811 69811 69811 698
         
Uitgaven:        
         
Programma-uitgaven totaal4 462 859 – 5 0744 457 785– 302– 302– 3024 657
         
3.1 Nederlandse afdrachten aan de EU4 253 569  4 253 569    
         
3.2 Ondersteuning bij pre- en postaccessie10 708  10 708    
         
3.3 Europees ontwikkelingsfonds185 832 – 4 959180 873 4 959  
         
3.4 Nederlandse positie in de EU3 447 – 2893 158– 302– 302– 302– 302
         
3.5 Raad van Europa9 303 1749 477    
         
Ontvangsten705 333 0705 3330000
         
3.10 Perceptiekostenvergoedingen705 333  705 333    
         
3.40 Restitutie Raad van Europa0  0    

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget wordt veroorzaakt doordat op het Matra fonds voor Europese Samenwerking een correctie is toegepast.

Uitgaven

3.3 Europees Ontwikkelingsfonds

De bijstelling in 2009 is het gevolg van een neerwaarts bijgestelde jaarraming van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF).

Beleidsartikel 4 Meer welvaart en minder armoede

Beleidsartikel 4 Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede Bedragen in EURStand ontwerp-begroting 2009 (1)Mutaties via NvW en amendementen (2)Mutaties 1e suppletore begroting (3)Stand 1e suppletore begroting 2009 (4)=(1+2+3)Mutaties 1e suppletore begroting 2010Mutaties 1e suppletore begroting 2011Mutaties 1e suppletore begroting 2012Mutaties 1e suppletore begroting 2013
Verplichtingen545 154– 4 0001 116 8571 658 01124  636– 413 112– 99 704– 987 107
         
Uitgaven:        
         
Programma-uitgaven totaal1 116 123– 4 000– 423 181688 942– 337 393– 536 880– 718 440– 865 743
         
4.1 Handels- en financieel systeem25 755 – 1 60024 155– 3 400– 4 597– 5 515– 5 515
         
4.2 Armoedebestrijding587 247– 4 000– 455 064128 183– 390 011– 590 931– 701 321– 848 624
         
4.3 Verhoogde economische groei en verminderde armoede als gevolg van gezonde private sector ontwikkeling in ontwikkelingslanden480 656 38 557519 21356 11858 748– 11  504– 11 504
         
4.4 Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking16 200 – 6 10010 100– 100– 100– 100– 100
         
4.5 Nederlandse handels- en investeringsbevordering6 265 1 0267 291    
         
Ontvangsten40 837 – 25040 587117000
         
4.10 Ontvangsten tijdelijke financiering NIO en restituties40 837 – 25040 587117   

Verplichtingen

De verhogingen van de verplichtingen in 2009 hangen samen met de inspanningen op het gebied van armoedebestrijding en met de beleidsintensivering op het terrein van groei en verdeling. Voor armoedebestrijding wordt onder meer extra verplicht voor structurele begrotingssteun, de Nederlandse bijdrage aan de Statistics for Results Facility en aan de IFAD. Op het gebied van groei en verdeling worden de verplichtingen verhoogd voor ORIO, de opvolger van het ORET-programma en voor bilaterale programma’s om de plattelandsontwikkeling en het ondernemingsklimaat in de partnerlanden te stimuleren. Onder het cluster marktontwikkeling worden verplichtingen aangegaan voor bijdragen aan internationale initiatieven als de Wereldbank Trade Facility. Tevens wordt een extra verplichting aangegaan ten behoeve van het MOL-fonds dat door de FMO wordt beheerd.

Uitgaven

4.1 Handels- en financieel systeem

De verlaging houdt mede verband met de verwachte lagere rentesubisides op OS-leningen. De inmiddels meerjarige onderuitputting op de budgettaire stelpost is aanleiding tot een prudente neerwaartse bijstelling. Verder is sprake van een kleinere bijdrage aan het Common Fund for Commodities. De Nederlands bijdrage aan dit fonds loopt meerjarig af en zal in 2012 aflopen, met uitzondering van een relatief geringe claim in 2010.

4.2 Overige armoedebestrijding

In 2009 worden extra middelen uitgetrokken voor Suriname in verband met afspraken uit het beleidsoverleg tussen Nederland en Suriname in het najaar van 2008. Als gevolg van opschortingen van begrotingssteun aan onder meer Bolivia en Rwanda, zijn de ramingen voor macrosteun neerwaarts bijgesteld. Het budget voor internationale schuldverlichting valt eveneens lager uit doordat een aantal bijdragen reeds in 2008 zijn gedaan. Het budget voor de middelenaanvullling voor multilaterale fondsen is naar beneden bijgesteld vanwege de overmaking in 2008 van de 2009 bijdrage en de vaststelling van een lagere bijdrage aan het Asian Development Fund (AsDF). Verder is sprake van een flinke verlaging in verband met het gebruikelijke parkeerkarakter van dit artikel. De forse daling van het ODA-budget als gevolg van de koppeling met het Nederlandse BNP is voorlopig grotendeels in dit artikel opgenomen. Dit in afwachting van de beleidsmatige invulling van deze korting op het ODA-budget. In de Memorie van Toelichting 2010 zal zichtbaar worden gemaakt welke thematische sub-artikelen verlaagd zullen worden als gevolg van het krimpend ODA-budget.

4.3 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden

In verband met de Nederlandse beleidsintensivering op het gebied van groei en verdeling wordt meerjarig en oplopend meer geld uitgetrokken voor het stimuleren van het ondernemingsklimaat in ontwikkelingslanden. De landenprogramma’s voor private sector ontwikkeling in onder meer Mozambique, Burundi, Kenia, Ghana en Nicaragua zijn verhoogd. Ook wordt meer geld uitgetrokken voor marktontwikkeling onder meer door bijdragen aan de Wereldbank Trade Facility, het International Center for Trade and Sustainable Development en de Trade Law Center Southern Africa. Door vertraging in de uitvoering van de projecten is het budget voor het ORET-programma voor 2009 naar beneden bijgesteld.

4.4 Verhoogde kwaliteit en effectiveit van ontwikkelingssamenwerking

In 2009 is sprake van een incidentele teruggave op het assistent-deskundigenprogramma. Naar verwachting zal het programma vanaf 2010 vanwege een uitbreiding tot hogere uitgaven leiden.

4.5 Nederlandse handels- en investeringsbevordering

Door een wijziging in de bevoorschottingssystematiek ontvangt de EVD in 2009 een hoger voorschot dan wat in voorgaande jaren gebruikelijk was.

Ontvangsten

4.10 Ontvangsten tijdelijke financiering NIO en restituties

De verlaging op dit artikel wordt veroorzaakt door lager dan verwachte rente-opbrengsten van begrotingsleningen van de NIO.

Beleidsartikel 5 Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling

Beleidsartikel 5 Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling Bedragen in EURStand ontwerp-begroting 2009 (1)Mutaties via NvW en amendementen (2)Mutaties 1e suppletore begroting (3)Stand 1e suppletore begroting 2009 (4)=(1+2+3)Mutaties 1e suppletore begroting 2010Mutaties 1e suppletore begroting 2011Mutaties 1e suppletore begroting 2012Mutaties 1e suppletore begroting 2013
Verplichtingen798 845 535 4951 334 340– 135 018– 43 400308 100– 177 900
         
Uitgaven:        
         
Programma-uitgaven totaal1 802 348 – 95 3781 706 970– 84 010– 44 074– 31 468– 31 468
         
5.1 Alle kinderen, jongeren en volwassenen hebben gelijke kansen om kwalitatief goed onderwijs te doorlopen, dat hen de benodigde vaardigheden en kennis biedt om op een volwaardige wijze deel te kunnen nemen aan de samenleving515 050 – 69 816445 234– 138 748– 30 904– 504– 504
         
5.2 Versterking van het gebruik van kennis en onderzoek in beleid en praktijk van ontwikkelingssamenwerking en versterking van post-secundair onderwijs- en onderzoeks-capaciteit in partnerlanden. Vermindering van kwalitatieve en kwantitatieve tekorten aan geschoold middenkader.157 025 – 2 876154 149– 1 546– 474– 200– 200
         
5.3 Gender36 772010 88847 66013 504– 7 023– 7 530– 7 530
         
5.4 HIV/Aids301 651 19 965321 61638 29329 09615 39615 396
         
5.5 Reproductieve gezondheid172 676 26 096198 77225 52616 83911 17011 170
         
5.6 Participatie civil society619 174 – 79 635539 539– 21 039– 51 608– 49 800– 49 800

Verplichtingen

In 2009 wordt naar verwachting een nieuwe verplichting aangegaan voor het Education for All programma. Daarnaast start een aantal onderwijsprogramma’s in partnerlanden, onder andere in Bangladesh en Burkina Faso. Op het gebied van gezondheidszorg wordt invulling gegeven aan het amendement Gill’ard (ontwikkeling hittebestendige ocytocine), wordt een bijdrage geleverd aan de International Finance Facility for Immunisation (IFFIM), affordable Medicine Facility for Malaria en vindt intensivering plaats ten behoeve van MDG5 (terugdringen van moedersterfte). Ten slotte worden verplichtingen aangegaan ten behoeve van het nieuwe subsidiekader voor vakbondsmedefinanciering.

Uitgaven

5.1 Onderwijs

Lagere liquiditeitsprognoses bij het Catalytic Fund (CF) in het kader van Education for All leidt tot neerwaartse bijstelling van de Nederlandse bijdrage in 2009 met EUR 60 miljoen. Enerzijds heeft de Wereldbank moeite de toegezegde CF-middelen snel en effectief in te zetten. Anderzijds zijn de bijdragen van andere donoren toegenomen. Voor de onderwijsprogramma’s in Ethiopië, Benin en Mozambique worden meer middelen uitgetrokken. Daarentegen is sprake van een verlagingen in onder meer Bangladesh, Bolivia, Ghana en Pakistan. De verlagingen in 2010 en 2011 hangen samen met het feit dat de korting op het ODA-budget als gevolg van de lagere BNP-ramingen gedeeltelijk technisch op dit artikel is ingeboekt.

5.2 Kennisontwikkeling

De mutatie op dit artikel betreft een technische overheveling naar een ander artikel. Hieronder valt ook de uitvoering van de motie Ferrier uit 2005 met betrekking tot het uitbreiden van het PUM programma met seniordocenten uit het HBO en WO.

5.3 Gender

Verhoging in 2009 en 2010 hangt samen met het besluit in 2008 tot verhoging van het MDG 3 fonds. Verder wordt uitvoering geven aan het amendement van Van der Staaij met betrekking tot uitstapprogramma’s voor vrouwen en meisjes die (nood)gedwongen in de prostitutie werken. De vrijwillige bijdrage aan UNIFEM wordt meerjarig verhoogd. Deze bijdrage is bestemd voor het Trustfund Violence against Women. In het kader van het Schoklandakkoord «Geweld tegen Vrouwen» zijn extra middelen uitgetrokken voor het genderprogramma in Macedonië.

5.4 HIV/AIDS

De mutatie betreft een saldo. Enerzijds worden ramingen voor landenprogramma’s op gebied van HIV/AIDS in onder andere Mozambique en Zimbabwe (meerjarig) naar boven bijgesteld in het kader van het Amenement Voordewind. De bijdrage aan UNFPA wordt meerjarig verhoogd met EUR 23 mln ten behoeve van het Commodity Fund. Ook wordt een bijdrage geleverd aan de International Finance Facility for Immunisation (IFFIM). Anderzijds wordt de bijdrage aan het Global Fund to Fight Aids and Malaria (GFATM) in 2009 verlaagd.

5.5 Reproductieve gezondheidszorg

De verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door intensiveringen ten aanzien van de prioriteit Seksuele Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR) en MDG 5 (terugdringen van moedersterfte). De bijdrage aan SALIN en de ramingen voor landenprogramma’s via de ambassades worden structureel verhoogd. De verhoging betreft eveneens de invulling van het amendement Gill’ard voor de ontwikkeling van hittebestendige oxytocine.

5.6 Participatie Civil Society

De verlaging voor het maatschappelijk middelveld hangt samen met de bevoorschotting eind 2008 van enkele organisaties die een subsidie krijgen onder het Medefinancieringsstelsel. Hierdoor treedt een verschuiving op. Dit wordt deels opgeheven door de versnelde besteding van de Twinningsfaciliteit Suriname. De twinning beoogt de samenwerking tussen Surinaamse en Nederlandse particuliere organisaties op het vlak van bijvoorbeeld taal, cultuur, onderwijs, gezondheid of sport te bevorderen. De verlagingen vanaf 2011 hangen samen met het aangepaste richtbedrag wat betreft de omvang van het budget voor het medefinancieringsstelsel (zie ook de Beleidsnotitie Maatschappelijke Organisaties).

Beleidsartikel 6 Beter beschermd en verbeterd milieu

Beleidsartikel 6 Beter beschermd milieu en verbeterd milieu Bedragen in EUR 1000Stand ontwerp-begroting 2009 (1)Mutaties via NvW en amendementen (2)Mutaties 1e suppletore begroting (3)Stand 1e suppletore begroting 2009 (4)=(1+2+3)Mutaties 1e suppletore begroting 2010Mutaties 1e suppletore begroting 2011Mutaties 1e suppletore begroting 2012Mutaties 1e suppletore begroting 2013
Verplichtingen358 579 175 484534 063– 131 073– 168 90063 78218 782
         
Uitgaven:        
         
Programma-uitgaven totaal443 654 – 36 369407 285– 116 41793 6907 6077 607
         
6.1 Milieu en water305 284 – 40 416264 868– 121 53288 4863 0823 082
         
6.2 Duurzaam waterbeheer, een hoger percentage mensen dat duurzaam toegang heeft tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen138 370 4 047142 4175 1155 2044 5254 525

Verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen in 2009 wordt veroorzaakt door nieuwe committeringen voor het programma van hernieuwbare energie. Voorts worden verplichtingen aangegaan op het centrale programma op het gebied van water en ter realisatie van de doelstelling om 50 miljoen mensen te helpen aan drinkwater en sanitaire voorzieningen in 2015. In Suriname start, conform de afspraken gemaakt tijdens het beleidsoverleg van oktober 2008 tussen Suriname en Nederland, een activiteit op het gebied van ontwatering.

Uitgaven

6.1 Milieu en Water

De verlaging in 2009 wordt veroorzaakt doordat de geplande Nederlandse bijdrage aan het Global Environment Facility (GEF) voor 2009 reeds in 2008 heeft plaatsgevonden. Verder hangen de verlagingen in 2009 en 2010 samen met de ODA-schuif uit het Aanvullend Beleidsakkoord. Dit leidt tot een fasering aan uitgaven onder dit subartikel, onder meer voor hernieuwbare energie, naar latere jaren (met name 2011).

6.2 Duurzaam Waterbeheer

De meerjarige verhoging op dit subartikel betreft een saldo. Enerzijds is sprake van hogere uitgaven voor de landenprogramma’s op het gebied van integraal waterbeheer (Mali, Vietnam). Anderzijds is op het programma Drinkwater en Sanitatie sprake van verlagingen bij landenprogramma’s in onder andere Benin en Egypte. Ten slotte heeft er nog een overheveling plaatsgevonden vanuit subartikel 5.2 aangezien een aantal activiteiten die daaruit gefinancierd werden in feite bijdragen aan het operationele doel Duurzaam Waterbeheer.

Beleidsartikel 7 Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van personenverkeer

Beleidsartikel 7 Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van personenverkeer Bedragen in EUR 1000Stand ontwerp-begroting 2009 (1)Mutaties via NvW en amendementen (2)Mutaties 1e suppletore begroting (3)Stand 1e suppletore begroting 2009 (4)=(1+2+3)Mutaties 1e suppletore begroting 2010Mutaties 1e suppletore begroting 2011Mutaties 1e suppletore begroting 2012Mutaties 1e suppletore begroting 2013
Verplichtingen189 5034 00034 542228 0454 1244 1242 3761 780
         
Uitgaven:        
         
Programma-uitgaven totaal189 5034 00034 553228 0568 0844 2342 4861 890
         
7.1 Consulaire dienstverlening8 800 18 95727 7574 074224224224
         
7.2 Vreemdelingenbeleid180 7034 00015 596200 2994 0104  0102 2621 666
         
Ontvangsten36 640 1 05037 6901 0501 0501 0501 050
         
7.10 Consulaire dienstverlening36 640 1 05037 6901 0501 0501 0501 050

Verplichtingen

De verplichtingen mutaties hangen samen met de hieronder beschreven uitgavenmutaties.

Uitgaven

7.1 Consulaire dienstverlening

In 2009 is op dit subartikel is sprake van een verhoging door voor 2009 (en deels 2010) geplande investeringen in consulaire informatiesystemen, zoals het NVIS en Biometrie. Verder is er ondermeer sprake van hogere uitgaven voor de aanschaf van reisdocumenten en visumstickers.

7.2 Vreemdelingenbeleid

Als gevolg van een hogere asielinstroom dan eerder geraamd stijgt ook de raming van de ODA bijdrage aan de gestegen kosten van de opvang van asielzoekers. Conform internationale afspraken zijn de eerstejaars opvangkosten van asielzoekers uit DAC-landen als ODA aan te merken.

Ontvangsten

7.10 Consulaire dienstverlening

Dit artikel wordt meerjarig opgehoogd door een hogere raming van de opbrengsten van paspoortgelden en legalisatierechten.

Beleidsartikel 8 Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland

Beleidsartikel 8 Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland Bedragen in EUR 1000Stand ontwerp-begroting 2009 (1)Mutaties via NvW en amendementen (2)Mutaties 1e suppletore begroting (3)Stand 1e suppletore begroting 2009 (4)=(1+2+3)Mutaties 1e suppletore begroting 2010Mutaties 1e suppletore begroting 2011Mutaties 1e suppletore begroting 2012Mutaties 1e suppletore begroting 2013
Verplichtingen46 150 6 75152 901– 2 016– 9 351– 6 801– 6 801
         
Uitgaven:        
         
Programma-uitgaven totaal82 642 1 06283 704– 5 611– 9 838– 10 383– 10 283
         
8.1 Grotere buitenlandse bekendheid met de nederlandse cultuur en versterking van de culturele identiteit in ontwikkelingslanden.15 152 – 3 32411 828– 5 557– 6 519– 6 529– 6 529
         
8.2 Cultureel erfgoed4 820 – 6184 202    
         
8.3 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid62 670 5 00467 674– 54– 3 319– 3 854– 3 754
         
8.4 Vestigingsklimaat internationale organisaties in Nederland   0    
         
Ontvangsten771 1979019191919
         
8.10 Doorberekening Defensie diversen771 1979019191919

Verplichtingen

De verhoging is een saldo en is met name het gevolg van de nieuwe verplichting voor de jaarlijkse subsidie aan het Instituut Clingendael en diverse overhevelingen naar andere ministeries.

Uitgaven

8.1 Nederlandse cultuur

De mutatie betreft een saldo van budgetoverheveling naar het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen enerzijds en hogere bijdragen aan MFS Cultuur en diverse Nederlandse instituten anderzijds.

8.3 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid

De verhoging in 2008 wordt voor een deel veroorzaakt door een structurele ophoging van het budget voor Algemene Voorlichting. Ook worden de meerjarige kasramingen voor de Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO) aangepast en wordt voor 2009 het Stageprogramma (studentenstages op BZ) verlengd en verhoogd.

Niet-beleidsartikel 9 Geheim

Artikel 9 Geheim Bedragen in EUR 1000Stand ontwerp-begroting 2009 (1)Mutaties via NvW en amendementen (2)Mutaties 1e suppletore begroting (3)Totaal mutaties (4)=(2+3)Stand 1e suppletore begroting 2009 (5)=(1+4)Mutaties 1e suppletore begroting 2010Mutaties 1e suppletore begroting 2011Mutaties 1e suppletore begroting 2012Mutaties 1e suppletore begroting 2013
Verplichtingenpm   pm    
          
Uitgavenpm   pm    
          
Ontvangsten0  00    

Niet-beleidsartikel 10 Nominaal en onvoorzien

Artikel 10 Nominaal en onvoorzien Bedragen in EUR 1000Stand ontwerp-begroting 2009 (1)Mutaties via NvW en amendementen (2)Mutaties 1e suppletore begroting (3)Totaal mutaties (4)=(2 + 3)Stand 1e suppletore begroting 2009 (5)=(1+4)Mutaties 1e suppletore begroting 2010Mutaties 1e suppletore begroting 2011Mutaties 1e suppletore begroting 2012Mutaties 1e suppletore begroting 2013
Verplichtingen56 116 – 47 690– 47 6908 426– 22 274– 16 685– 31 584– 31 522
          
Uitgaven:56 116 – 47 690– 47 6908 426– 22 274– 16 685– 31 584– 31 522
          
Nominaal en onvoorzien56 116 – 47 690– 47 6908 426– 22 274– 16 685– 31 584– 31 522

Verplichtingen en uitgaven

Het artikel wordt verlaagd met ruim 47 miljoen. Dit betreft overboekingen naar artikelen op diverse begrotingen in verband met loon- en prijsontwikkeling (ruim EUR 10 miljoen) en een bijstelling van de raming voor de prijscomponent van het BBP (EUR 37 miljoen).

Niet-beleidsartikel 11 Algemeen

Artikel 11 Algemeen Bedragen in EUR 1000Stand ontwerp-begroting 2009 (1)Mutaties via NvW en amendementen (2)Mutaties 1e suppletore begroting (3)Totaal mutaties (4)=(2+3)Stand 1e suppletore begroting 2009 (5)=(1+4)Mutaties 1e suppletore begroting 2010Mutaties 1e suppletore begroting 2011Mutaties 1e suppletore begroting 2012Mutaties 1e suppletore begroting 2013
Verplichtingen713 526– 1 08012 55611 476725 00235 37153 3039 15620 278
          
Uitgaven:744 853– 1 0802 8781 798746 65118 11569 30617 39723 519
          
Apparaatsuitgaven744 853– 1 0802 8781 798746 65118 11569 30617 39723 519
          
Ontvangsten51 647 17 04617 04668 693– 1 321– 1 321– 1 321– 1 321
          
Diverse ontvangsten51 647 17 04617 04668 693– 1 321– 1 321– 1 321– 1 321
          
Koersverschillen0 000    

Verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen bestaat uit een verhoging van de exploitatieverplichtingen op het terrein van beveiliging en huisvesting in het buitenland. Daarnaast is het verplichtingenbudget verhoogd met het oog op materiële investeringen in met name IVC voorzieningen.

Uitgaven

De verhoging van het budget voor apparaatsuitgaven is overwegend een saldo van loon- en prijsbijstelling en interdepartementale overhevelingen naar onder andere VROM, BZK en EZ.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten zijn vooral het gevolg van verwachte verkopen van residenties in Dublin en Montreal. Daarnaast is er sprake van meerontvangsten van EUR 8,9 mln doordat uitgaven uit voorgaande jaren deels zijn teruggestort.


XNoot
1

I.v.m. het afdrukken van de juiste versie.

Naar boven