Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juni 2012
Met deze brief informeer ik uw Kamer over mijn besluit om op grond van de Wet afbreking
zwangerschap (Waz) een vergunning te verlenen aan Fundashion Mariadal te Bonaire.
Fundashon Mariadal heeft in haar brief van 14 februari 2012 op grond van de Waz een
vergunning aangevraagd om in voorkomende gevallen behandelingen te kunnen verrichten
gericht op het afbreken van zwangerschappen tot 22 weken. De Inspectie voor de Gezondheidszorg
(IGZ) heeft hierop, op mijn verzoek, onderzocht of door het ziekenhuis aan alle wettelijke
eisen kan worden voldaan. De opgestelde rapportage maakt duidelijk dat het ziekenhuis
hieraan in voldoende mate voldoet en dat de IGZ geen bezwaren ziet die een vergunningverlening
zouden belemmeren.
Ik heb aan de vergunning een aantal aanvullende voorschriften verbonden. Het ziekenhuis
dient er, ten eerste, voor te zorgen dat de bij het ziekenhuis in dienstzijnde maatschappelijk
werker, klinisch verloskundigen en verpleegkundigen worden bijgeschoold, opdat zij
over de specifiek voor abortushulpverlening benodigde deskundigheid en ervaring beschikken.
Bovendien dient het ziekenhuis werk te maken van de implementatie van de vereiste
protocollen bij de hulpvraag, de ingreep en de nazorg.
Ten slotte, dient het ziekenhuis zorg te dragen voor een nadere afbakening in de relatie
met huisartsen. De Waz gaat uit van een systematiek waarin een vergunning wordt verleend
aan een kliniek of ziekenhuis. Indien Fundashion Mariadal de eerste trimesterbehandelingen
onder haar verantwoordelijkheid wil laten uitvoeren door huisartsen, zoals zij wenst,
dan dient daartoe een overeenkomst te worden aangegaan tussen de huisartsen en het
ziekenhuis. Legale abortushulpverlening is alleen mogelijk onder de vergunning van
het ziekenhuis.
Ik heb aan deze voorschriften een termijn van vier maanden verbonden, waarna door
het ziekenhuis op deze punten een verantwoordingsrapportage aan de IGZ dient te worden
gestuurd en de IGZ een inspectiebezoek zal brengen. Ik heb daarnaast in mijn brief
aan het ziekenhuis aandacht gevraagd voor een aantal zaken waaraan onverwijld al moet
worden voldaan: deze betreffen in het bijzonder de wettelijke beraadtermijn van 5
dagen en de verplichte registratie, conform de eisen uit de Waz, van het aantal uitgevoerde
abortussen.
In mijn eerdere brief over dit onderwerp (Kamerstukken II 2011/12, 31 959, nr. 22) schreef ik u dat toetsing van een Waz-aanvraag uit Caribisch Nederland voortvarend
ter hand dient te worden genomen. Met deze vergunningverlening meen ik dat aan deze
doelstelling is voldaan. Met de vergunning wordt de abortushulpverlening in Caribisch
Nederland voor het eerst sinds de inwerkingtreding van de Waz onder de wet gebracht.
In het overleg dat ik heb gehad met het bestuurscollege van Bonaire, is afgesproken
dat de vergunningverlening samen zal gaan met voorlichting over seksuele gezondheid.
Daarmee wordt de kennis over veilig vrijen en het gebruik van voorbehoedsmiddelen
vergroot, en kan tevens aandacht worden geschonken aan de opname van de pil in het
verzekeringspakket en het gegeven dat abortus niet als voorbehoedsmiddel bedoeld is.
De primaire verantwoordelijkheid voor deze voorlichting ligt bij het bestuurscollege,
maar toegezegd is dat het ministerie van VWS in deze met het eilandbestuur zal samenwerken.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers