nr. 21
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN REMKES EN VAN GENT TER
VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 15
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Na artikel 8.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8.6a
Na artikel 20 van de Wet afbreking zwangerschap
wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 20a
1. Deze wet is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba met inachtneming van dit artikel.
2. In afwijking van artikel 6, eerste lid, onder d, geschiedt de
tariefstelling door een door Onze Minister aan te wijzen orgaan.
3. In afwijking van artikel 6, eerste lid, onder f, laat de rechtspersoon
de jaarrekening onderzoeken met het oog op het verkrijgen van een verklaring
als bedoeld in artikel 121, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek
BES.
4. In afwijking van artikel 19, tweede lid, wordt in plaats van «artikel
141 van het Wetboek van Strafvordering» gelezen: artikel 184 van het
Wetboek van Strafvordering BES.
II
Artikel 8.64 (Wetboek van Strafrecht BES)
wordt als volgt gewijzigd:
A
Na onderdeel IIIA wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
III0B
Na artikel 84c wordt een artikel ingevoegd, luidende:.
Artikel 84d
Onder een ander, of een kind bij of kort na de geboorte, van het leven
beroven wordt begrepen: het doden van een vrucht die naar redelijkerwijs verwacht
mag worden in staat is buiten het moederlichaam in leven te blijven.
B
Na onderdeel QQQQQ wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
QQQQQA
Artikel 262 vervalt.
C
Na onderdeel AAAAAA wordt drie onderdelen ingevoegd, luidende:
AAAAAAB
De artikelen 308 tot en met 311 vervallen.
AAAAAAC
In artikel 312 wordt de zinsnede «309 en 310» vervangen door:
312a.
AAAAAAD
Na artikel 312 wordt een titel ingevoegd, luidende:
TITEL XIXA Afbreking van zwangerschap
Artikel 312a
1. Hij die een vrouw een behandeling geeft, terwijl hij weet of redelijkerwijs
moet vermoeden dat daardoor zwangerschap kan worden afgebroken, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar en zes maanden of geldboete
van de vierde categorie.
2. Indien het feit de dood van de vrouw ten gevolge heeft, wordt
gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren opgelegd of geldboete van de vierde
categorie.
3. Indien het feit is begaan zonder toestemming van de vrouw, wordt
gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren opgelegd of geldboete van de
vijfde categorie.
4. Indien het feit is begaan zonder toestemming van de vrouw en tevens
haar dood ten gevolge heeft, wordt gevangenisstraf van ten hoogste vijftien
jaren opgelegd of geldboete van de vijfde categorie.
5. Het in het eerste lid bedoelde feit is niet strafbaar, indien
de behandeling is verricht door een arts in een ziekenhuis of kliniek waarin
zodanige behandeling volgens de Wet afbreking zwangerschap mag worden verricht.
D
Na onderdeel WWWWWWW wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
WWWWWWWA
Artikel 473 vervalt.
III
Aan artikel 13.2 (Gezondheidswet) wordt na
onderdeel C een onderdeel toegevoegd, luidende:
CA
Aan artikel 38, tweede lid, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
h. Wet afbreking zwangerschap.
IV
Artikel 16.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de bestaande tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De artikelen 8.6a, 8.64, onderdelen III0B, QQQQQA, AAAAAAB, AAAAAAC,
AAAAAAD, WWWWWWWA en 13.2, onderdeel CA, treden in werking uiterlijk één
jaar nadat één of meer artikelen van deze wet in werking zijn
getreden.
Toelichting
Het is ten principale wenselijk dat uit een oogpunt van gelijke behandeling
van alle burgers en ter versterking van de autonome positie van de vrouw de
regelgeving inzake de afbreking van zwangerschap op de BES-eilanden als staatkundig
onderdeel van Nederland gelijkluidend is aan de wetgeving in het Europese
deel van het Koninkrijk. Dit amendement maakt dit mogelijk en maakt een einde
aan de strafbaarstellingsbepalingen in het Wetboek van Strafrecht BES.
Eventuele noodzakelijke overige wettelijke aanpassingen naar aanleiding
van onderhavig amendement kunnen in het vervolg van het wetgevingsproces worden
aangebracht. De regeling kan uiterlijk één jaar na de transitiedatum
worden ingevoerd, waartoe een regeling wordt geboden in artikel 16.1 van het
wetsvoorstel.
Remkes
Van Gent