nr. 12
AMENDEMENT VAN DE LEDEN REMKES EN LEERDAM TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 111
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 18.3, negende lid, komt te luiden:
9. Het ontwerp van een krachtens het eerste, vierde of vijfde lid
vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide kamers der
Staten-Generaal overgelegd. De voordracht voor de vast te stellen algemene
maatregel van bestuur kan worden gedaan nadat vier weken na de overlegging
zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of
door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der
kamers de wens te kennen worden gegeven dat het onderwerp van de algemene
maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe
strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.
II
Artikel 18.4.1, derde en vierde lid, vervalt.
III
Na artikel 18.4.13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 18.4.14
Het ontwerp van een krachtens de artikelen 18.4.1, eerste lid, 18.4.3,
eerste lid, 18.4.5, eerste lid, of 18.4.6, eerste lid, vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal
overgelegd. De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur
kan worden gedaan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, tenzij
binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde
van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen worden
gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt
geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van
wet zo spoedig mogelijk ingediend.
Toelichting
Regelgeving op het terrein van de «zorg»en de «sociale
zekerheid» is van zodanig belang dat parlementaire betrokkenheid op
zijn minst vorm moet krijgen via een zware voorhangbepaling.
Remkes
Leerdam