31 950
Aanpassing van enige wetten teneinde een aantal zelfstandige bestuursorganen onder de werking van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen te brengen

nr. 6
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 maart 2010

Op verzoek van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (31 950/2010D11529) beantwoord ik in deze brief de vraag wat de consequenties zijn van het uitstellen van de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel tot aanpassing van enige wetten teneinde een aantal zelfstandige bestuursorganen onder de werking van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen te brengen (Kamerstukken II 2008/09, 31 950).

Voornoemd wetsvoorstel strekt ertoe een aantal zelfstandige bestuursorganen onder de reikwijdte van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (hierna: Kaderwet) te brengen. Het betreft de volgende zelfstandige bestuursorganen: het College voor zorgverzekeringen, het College ter beoordeling van geneesmiddelen, de Centrale commissie voor medisch-wetenschappelijk onderzoek (CCMO), de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS), de Nederlandse Zorgautoriteit, de Registratiecommissies medische beroepen en de organisatie ZorgOnderzoek Nederland.

De Kaderwet strekt ertoe voldoende toezicht- en sturingsinstrumenten te creëren ter waarborging van de democratische controle op het functioneren van zelfstandige bestuursorganen en de bestaande regelingen waar mogelijk te harmoniseren. Uw Kamer heeft in het verleden aangegeven er belang aan te hechten dat het betrokken instrumentarium van de Kaderwet zoveel mogelijk op alle zelfstandige bestuursorganen van toepassing wordt.

Indien de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel wordt uitgesteld, zal dit naar verwachting betekenen dat de Kaderwet pas later op de betrokken zelfstandige bestuursorganen van toepassing zal zijn. Hierdoor wordt de harmonisering uitgesteld en blijft voor de betrokken bestuursorganen het voor hen in de desbetreffende wetgeving vastgelegde toezicht- en sturingsinstrumentarium vooralsnog van toepassing.

In dit kader merk ik voorts op dat het wetsvoorstel een overwegend technisch karakter draagt. Wel is het zo dat voor een enkel zelfstandigbestuursorgaan door het van toepassing worden van de Kaderwet het toezichts- en sturingsinstrumentarium substantieel wettelijk zal worden uitgebreid (dit betreft met name de NTS en de CCMO).

Ik vertrouw erop u met het vorenstaande voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven