nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 september 2009
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Intrekking van de Wet verzelfstandiging
informatiseringsbank en wijziging van diverse wetten in verband met de oprichting
van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) op 9 september jl. heb ik toegezegd
u schriftelijk te informeren over de kosten voor externe inhuur over de eerste
vier maanden van dit jaar. Voorts maak ik van de gelegenheid terug te komen
op de motie van het lid Smits (TK, 2008–2009, 31 944, nr 10) en
stel ik u op de hoogte van de aanpak om deze kosten terug te dringen.
Over de eerste vier maanden van 2009 heeft de IB-Groep €18, 8 miljoen
uitgegeven aan externe inhuur. Deze kosten waren als volgt samengesteld:
Type | Bedrag |
---|
Inhuur t.b.v. automatiseringsprojecten | € 11,9 miljoen |
Management en ondersteuning projecten | € 1,2 miljoen |
Management en ondersteuning lijn | € 1,8 miljoen |
Dienstverlening | € 3,9 miljoen |
Totaal | € 18,8 miljoen |
In totaal zullen de kosten voor externe inhuur over geheel 2009 nagenoeg
gelijk, of lager uitvallen dan in 2008; €43 miljoen.
Een belangrijk deel van de externe inhuur is ingezet voor grote ICT-projecten;
zoals het Basisregister Onderwijs en beleidsmaatregelen ten behoeve van de
Wet Studiefinanciering. Daarnaast is, als gevolg van de problemen in de dienstverlening
uit 2008, gebruik gemaakt van externe inhuur voor onder meer de inrichting
van opleidingsklassen om de dienstverlening structureel te verbeteren.
Hoewel de in 2009 gemaakte kosten, gegeven de omstandigheden, gemotiveerd
kunnen worden, vind ik ze vanuit het oogpunt van doelmatigheid en continuïteit
te hoog. De ontwikkelingen in de kosten van externe inhuur en het achterliggende
afwegingenkader vormen daarom een belangrijk onderwerp van gesprek tussen
mij en de Raad van Toezicht van de IB-Groep. Over de voortgang wordt drie
keer per jaar gerapporteerd.
Het verbeteren van de bedrijfsvoering van de IB-Groep is naast de fusie één
van de belangrijkste prioriteiten van de leiding van de IB-Groep. De leiding
van de IB-Groep heeft vanaf zijn aantreden in april 2009 geïntervenieerd
om de inhuur van externen te beperken. Belangrijke voorbeelden zijn heroverwegingen
binnen ICT-projecten en het beleid om voor de fusie zoveel mogelijk eigen
personeel in te zetten. Daarnaast wordt, nu de kwaliteit van de dienstverlening
is geborgd, onderzocht of de externe inhuur vervangen kan worden door interne
medewerkers. De omvang van de formatie van de IB-Groep speelt bij deze afweging
wel een rol, omdat de IB-Groep ook nog moet bezuinigen en afslanken conform
het «Programma Vernieuwing Rijksdienst».
Het lid Smits van de SP-fractie heeft bij motie (TK, 2008–2009,
31 944, nr 10) verzocht de inhuur van externen bij DUO te beperken tot
een maximum van 13% van de totale personele uitgaven. De rijksbrede
norm van 13% geldt voor de departementen inclusief de uitvoeringsorganisaties.
In het departementale jaarverslag wordt dan ook verantwoord over de kosten
voor externe inhuur door DUO, volgens het principe van «comply or explain».
Van deze norm kan in uitzonderingssituaties worden afgeweken, mits door mij
goed gemotiveerd. Ik blijf er op toezien dat deze kosten beperkt blijven.
Het Kabinet heeft zich gebonden aan deze 13% doelstelling, en als
minister van OCW dien ik die voor mijn departement over de volle breedte te
halen. Ik ontraad moties die tot doel hebben om de doelstelling per onderdeel
van toepassing te maken.
Om te komen tot een structureel verantwoord niveau van externe inhuur
heb ik vertrouwen in het resultaatgerichte sturingsmodel binnen de uitvoeringsorganisatie
en de maatregelen die zijn getroffen tot verbetering van de projectbeheersing.
Omdat de sturingsrelatie tussen de uitvoeringsorganisatie en mijn ministerie
is geïntensiveerd, blijf ik goed geïnformeerd over het effect van
de lijn die is ingezet. Dit maakt het mogelijk zo nodig tussentijds bij te
sturen.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R. H. A. Plasterk