Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 september 2022
In aanvulling op de antwoorden van 22 augustus jl. op Kamervragen van het lid Van
Raan (PvdD)1 informeer ik u dat Rotterdam The Hague Airport (RTHA) het ministerie bij brief van
7 september 2022 heeft geïnformeerd dat er sprake is van een dreigende overschrijding
van de grenswaarden van een of meer handhavingspunten voor geluid rondom de luchthaven
voor het gebruiksjaar 2021–2022. Een gebruiksjaar loopt van 1 november tot en met
31 oktober. Vaststelling van de feitelijke situatie vindt dus op korte termijn plaats.
RTHA heeft van de dreigende overschrijding melding gedaan bij de Inspectie Leefomgeving
en Transport (ILT).
RTHA onderzoekt de mogelijkheden om een daadwerkelijke overschrijding te voorkomen.
RTHA heeft meegedeeld dat een deel van de mogelijke overschrijding kan worden verklaard
door een sterke groei van het luchtverkeer van de trauma- en politiehelikopter in
de afgelopen jaren. In de Luchtvaartnota 2020–2050 is aangekondigd in de vast te stellen
luchthavenbesluiten van regionale luchthavens van nationale betekenis, waaronder RTHA,
die spoedeisende hulpverlening en politietaken te accommoderen, door een aparte gebruiksruimte
voor dat verkeer neer te leggen. RTHA verzoekt om voor het maatschappelijk verkeer
nu al, vooruitlopend op een vast te stellen luchthavenbesluit, over te gaan op gescheiden
geluidsruimtes. Te meer omdat de luchthaven zelf geen instrumenten ziet om te sturen
op de omvang van spoedeisende hulpverlening en politietaken.
Het Ministerie van IenW heeft op maandagmiddag 12 september jl. aan RTHA meegedeeld
dat het niet tegemoetkomt aan de wens om te anticiperen op het vast te stellen Luchthavenbesluit.
De gebruiksruimte kan nu niet worden gesplitst en dat betekent dat niet wordt afgezien
van handhaving. Het is aan de luchthaven en de gebruikers om binnen de kaders van
de huidige vergunning, de Omzettingsregeling Rotterdam uit 2013, te blijven. Die kaders
zijn onder andere opgesteld ter bescherming van de omgeving. Daarnaast is gemeld dat
er juridisch geen mogelijkheden zijn om de gebruiksruimte nu al te splitsen of anticiperend
te handhaven. Dit heeft onder andere te maken met de strikte eisen die rijksbreed
aan anticiperend handhaven worden gesteld. In het geval van RTHA wordt hieraan niet
voldaan, onder andere vanwege het gebrek aan zicht op legalisatie.
Toezicht ILT
De ILT heeft op 12 september 2022 een waarschuwing afgegeven aan RTHA in verband met
de dreigende overschrijding 2021–2022. De ILT houdt toezicht op de naleving van de
grenswaarden voor de geluidsbelasting in de nabijheid van RTHA. Als RTHA vanaf nu
geen verdere maatregelen treft is er een klaarblijkelijke dreiging dat de geluidbelasting
die gerelateerd is aan handhavingspunt 6, aan het eind van dit gebruiksjaar niet beneden de geluidgrenswaarde blijft. De ILT is voornemens om dan handhavend
tegen RTHA op te treden als deze overtreding daadwerkelijk plaatsvindt.
Vervolg
RTHA heeft bovengenoemd signaal ook gestuurd aan de Ministeries van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (VWS) en Justitie en Veiligheid (JenV) en hen geïnformeerd over de
dreigende overschrijding. Gevraagd is om spoedig de mogelijkheden te bezien om bij
te dragen aan een oplossing voor de dreigende overschrijding. Het Ministerie van IenW
zal overleg voeren met de Ministeries van VWS en JenV over het gebruik van RTHA door
de operationele diensten. Allereerst is het nu aan RTHA en haar gebruikers (waaronder
de operationele diensten die spoedeisende hulpverlening en politietaken accommoderen)
om te bezien hoe overschrijding van de norm te voorkomen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers