Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2022
Hierbij zend ik u het eindrapport van de publieksrapportage «AEOLUS Luchtvaartreferentieprognose
2021». Met deze referentieprognose van de ontwikkeling van de luchtvaart in Nederland
worden lange termijn referentiesscenario’s aangereikt die in andere studies gebruikt
kunnen worden om effecten van voorgenomen of geagendeerde beleidsmaatregelen in beeld
te brengen. Dit levert een duidelijker inzicht van het effect van een beleidsmaatregel
op. De berekening van de referentieprognose is uitgevoerd met het lange termijn simulatiemodel
AEOLUS dat eigendom van IenW is. De berekening van de referentieprognose kost enige
tijd. Als peildatum voor mee te nemen (beleids-) uitgangspunten is de situatie per
januari 2022 (na het coalitieakkoord) genomen.
Dit prognoserapport 2021 is een eerste versie in een reeks waarmee een nieuw ritme
en een voortaan helder uitgangspunt wordt geïntroduceerd:
-
• Vanaf nu wordt elk jaar gecontroleerd of de (beleids-)uitgangspunten in AEOLUS nog actueel zijn. Als dat niet zo is, worden
nieuwe luchtvaartprognoses opgesteld. Hiermee wordt beoogd om onderzoekers steeds
toegang te geven tot de meest actuele referentieprognose voor de luchtvaart in Nederland.
-
• Daarnaast zullen de referentieprognoses vanaf nu uitsluitend uitgaan van formeel vastgesteld beleid. Jaarlijks wordt bezien of er ook ten aanzien van vastgesteld beleid verandering
is gekomen. Met voorgenomen of geagendeerd beleid wordt in de berekeningen geen rekening
gehouden. Op deze wijze worden robuuste en zinvolle referentiescenario’s opgeleverd
waartegen in andere studies vervolgens effecten van voorgenomen of geagendeerde beleidsmaatregelen
kunnen worden afgezet.
Bij deze eerste actualisatieslag zijn tevens twee beperkte gerichte verbeteringen
van het model doorgevoerd.
Ten eerste is de ontwikkeling van het aantal passagiers per vliegtuig bijgesteld.
Ten tweede is de verhouding tussen Nederlandse en buitenlandse passagiers op regionale
luchthavens herzien. Daarnaast is een onzekerheidsverkenning toegevoegd om een indruk
te krijgen van een aantal hypothetische onzekerheden omtrent de luchtvaartontwikkeling
door COVID-191.
Bij de referentieprognose is voor twee toekomstscenario’s (Hoog en Laag) berekend
hoeveel passagiers, vracht en vliegtuigbewegingen er naar verwachting op basis van
het huidige vastgestelde beleid in 2030 en 2050 worden afgehandeld op Schiphol en
de vier regionale luchthavens. Ook is een inschatting gegeven van de te verwachten
CO2-emissies.
De twee toekomstscenario’s die in AEOLUS gehanteerd worden sluiten aan op de algemene,
macro-economische scenario’s Hoog en Laag die CPB en PBL in 2015 in het kader van
de studie «Welvaart en leefomgeving» (WLO) ontwikkeld hebben. Het PBL is inmiddels
gestart met de voorbereidingen voor nieuwe WLO-scenario’s. Zodra die beschikbaar zijn,
naar verwachting is dat in 2024, zullen die ook in AEOLUS worden opgenomen. Tegelijkertijd
zal dan het basisjaar in AEOLUS herzien worden en zullen er ook uitgebreidere modelaanpassingen
van AEOLUS doorgevoerd worden. De elementen van deze doorontwikkeling worden op dit
moment onderzocht en zijn deels al in gang gezet.
Uitgangspunt bij deze referentieprognose is vastgesteld beleid en de peildatum is
januari 2022. Het recente kabinetsbesluit ten aanzien van de ontwikkeling van Schiphol
en Lelystad van 24 juni jl. is daarom niet meegenomen in deze referentieprognose.
In het najaar van 2022 zal opnieuw worden gekeken of er ten aanzien van het vastgesteld
beleid verandering is opgetreden en of dit vraagt om nieuwe luchtvaartprognoses.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers