31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 894 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2021

Hierbij stuur ik uw Kamer ter informatie een tweetal rapporten1. Ten eerste het rapport Zakelijk vliegen dat op 23 november jl. door het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) is gepubliceerd. Van de gelegenheid gebruikmakend geef ik op basis van dit rapport een aanvulling op twee reeds beantwoordde feitelijke Kamervragen bij de begroting. Ten tweede stuur ik u het rapport Luchtvaart in Nederland – Draagvlakonderzoek onder het Nederlands publiek, meting 2021 van Motivaction. Dit zal na verzending van deze brief worden gepubliceerd op Luchtvaartindetoekomst.nl.

Het KiM-onderzoek Zakelijk vliegen is op verzoek van het Ministerie van IenW uitgevoerd. Internationale zakelijke reizigers spelen een centrale rol in het economische belang dat toegedicht wordt aan de luchtvaart in Nederland (Rienstra & Visser, 20212). Het onderzoek heeft nieuwe inzichten opgeleverd in het aantal zakelijke reizen en reizigers, hun reismotieven en in prognoses ten aanzien van het herstel van de zakelijke markt na de coronapandemie. Die inzichten worden gebruikt voor de beleidsvorming omtrent netwerkkwaliteit en air-rail-substitutie.

In het kader van de vaststelling van de begrotingsstaten heeft de Kamer feitelijke vragen gesteld. Deze vragen zijn schriftelijk beantwoord op 21 oktober jl. (zie Kamerstuk 35 925 XII, nr. 13). Er werd onder meer gevraagd naar het aandeel zakelijk verkeer onder zogenoemde veelvliegers, en naar het aantal zakelijke vliegreizen vanaf Nederlandse luchthavens. In de beantwoording werd verwezen naar de aanstaande publicatie van het rapport Zakelijk vliegen, dat op moment nog niet gereed was. Het rapport kan nu gebruikt worden om de beantwoording van destijds aan te vullen.

Ter aanvulling op de eerder gegeven antwoorden kan worden gemeld dat uit het KiM-onderzoek blijkt dat circa 5% van de Nederlandse bevolking gedurende een jaar zakelijk vliegt en dat 23% van alle vliegreizen zakelijk is. Een vliegreis kan uit meerdere vluchten bestaan.

Er is in Nederland een kleine groep «veelvliegers»; in het KiM-onderzoek gaat het om mensen met ten minste zes vliegreizen per jaar. Zakelijke reizigers behoren vaak tot die groep, omdat ze niet alleen (frequent) zakelijk, maar doorgaans ook voor andere doeleinden met het vliegtuig reizen. Gemiddeld pakken zakelijke reizigers vaker privé het vliegtuig dan mensen die niet zakelijk reizen3.

Uit het KiM-onderzoek blijkt dat de groep met ten minste zes zakelijke vliegreizen per jaar – circa 0,6% van de Nederlandse bevolking – goed is voor 15% van alle vliegreizen (zakelijk en niet-zakelijk) door Nederlanders. De volledige groep zakelijke luchtvaartreizigers – 5% van de Nederlandse bevolking – neemt circa 30% van alle vliegreizen voor zijn rekening.

Verder blijkt dat circa 30% van alle passagiers op Nederlandse luchthavens primair een zakelijk reismotief heeft. Het gaat om 9,2 miljoen transferreizigers, 6,7 miljoen Nederlandse passagiers en 7,6 miljoen buitenlandse passagiers die Nederland bezoeken met een zakelijk reismotief. Tevens zijn er ongeveer 0,8 miljoen zakelijke passagiers die woonachtig zijn in België of Duitsland en Nederlandse luchthavens gebruiken voor de zakenreis. Ten slotte heeft circa 70% van alle passagiers op Nederlandse luchthavens niet primair een zakelijk reismotief, zoals familiebezoek of vakantie.

Het draagvlakonderzoek Luchtvaart in Nederland is een jaarlijks representatief onderzoek onder het Nederlandse publiek dat onderzoeksbureau Motivaction in opdracht van mijn ministerie verricht. Motivaction peilt het draagvlak voor luchtvaart en mogelijke maatregelen voor beleid, de prioriteiten en waarden bij luchtvaart, het vlieggedrag en de hinderbeleving. Motivaction rapporteert over de onderzoeksresultaten in 2021 en over veranderingen ten opzichte van de jaren 2018, 2019 en 2020.

Van het Nederlandse publiek is in 2021 79% positief over de luchtvaart in Nederland. Dit is vergelijkbaar met 2020. Wel zijn Nederlanders iets minder positief dan in de jaren vóór corona (2018 en 2019). De mening is sterk verdeeld over de vraag in hoeverre het aantal vluchten mag groeien na de coronapandemie, ten opzichte van de periode ervoor. Na een scherpe daling in 2020 van 35% naar 14%, is er in 2021 een lichte stijging naar 19%. Een kwart van de ondervraagden vond in 2019 dat het aantal vluchten moest afnemen. Dit aandeel groeide in 2020 naar 49% en is dit jaar licht gedaald naar 43%.

Ook is het publiek gevraagd welke doelen prioriteit moeten krijgen bij luchtvaart. Net als in voorgaande jaren scoren veiligheid, natuur en milieu en landschap het hoogst. Het draagvlak voor verduurzaming van de luchtvaart is onverminderd groot gebleven.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Visser


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Het aantal vliegreizen dat iemand maakt, hangt samen met een aantal persoonskenmerken (zoals geslacht, leeftijd en inkomen). Het KiM heeft zakelijke reizigers vergeleken met mensen die niet zakelijk reizen, maar wel vergelijkbare persoonskenmerken hebben, en concludeert dat er door zakelijke reizigers significant meer niet-zakelijk gevlogen wordt.

Naar boven