31 936 Luchtvaartbeleid

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 808 STUKTITEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 september 2020

Tijdens de procedurevergadering van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat op 9 september jl. heeft uw Kamer mij verzocht u te informeren over de interventiegesprekken inzake de luchtvaartvouchers en de consequenties voor de terugbetalingstermijn.

  • In juli, augustus en september heeft de ILT interventiegesprekken gevoerd met KLM, Transavia, TUI, Corendon en Vueling. Daarin is besproken hoe de maatschappijen de achterstand in terugbetalingen wegwerken en hoe zij zo snel mogelijk weer aan de wettelijke termijn van 7 dagen voldoen.

  • De ILT heeft geëist dat per 1 oktober weer gehandeld wordt conform verordening (EG) nr. 261/2004. Dat betekent dat voor vluchten die na 1 oktober geannuleerd worden, de terugbetalingstermijn van 7 dagen geldt.

  • Restitutieaanvragen betrekking hebbend op annuleringen van vóór 1 oktober moeten zo spoedig mogelijk, maar maximaal binnen 60 dagen na de aanvraag terugbetaald zijn. In tegenstelling tot KLM hebben Transavia, TUI en Corendon aangegeven deze 60 dagen niet nodig te hebben.

  • Aan Vueling is opgedragen dat de maatschappij per 1 oktober a.s. duidelijk de keuze moet bieden tussen geld terug, een vervangende vlucht of een voucher. Vueling heeft inmiddels op verzoek van de ILT een Nederlands telefoonnummer op de website beschikbaar gesteld.

  • De ILT houdt ook vinger aan de pols bij andere dan bovengenoemde luchtvaartmaatschappijen voor wat betreft de terugbetalingstermijn.

  • Luchtvaartmaatschappijen die na 1 oktober a.s. bovenstaande afspraken stelselmatig onvoldoende naleven, kunnen door de ILT onder verscherpt toezicht worden gesteld of een last onder dwangsom of boete krijgen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven