31 936 Luchtvaartbeleid

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 805 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 september 2020

Naar aanleiding van het Notaoverleg Luchtvaart en Corona van 18 juni 2020 (Kamerstukken 31 936 en 25 295, nr. 793) en de aangenomen gewijzigde motie van de leden Paternotte en Graus (Kamerstuk 31 936, nr. 788) heb ik het NLR en het RIVM opdracht gegeven om onderzoek te doen naar het besmettingsrisico met COVID-19 in vliegtuigen. De gewijzigde motie van de leden Paternotte en Graus verzoekt de regering om voor het einde van het zomerreces de eerste bevindingen en de stand van zaken van het onderzoek te delen met uw Kamer. In de bijlage van deze brief ontvangt u een tussenrapportage van het NLR en het RIVM ter invulling van dat verzoek1.

Het onderzoek naar het besmettingsrisico aan boord van vliegtuigen is in volle gang. De opdracht aan het NLR en het RIVM is erop gericht om zo snel en zo zorgvuldig mogelijk met betrouwbare resultaten te komen. Gezien het grote belang en het internationale karakter van de COVID-19 crisis heb ik de onderzoekers verzocht om relevante experts uit binnen- en buitenland te betrekken. In de tussenrapportage worden de onderzoekstructuur en de eerste bevindingen van het literatuuronderzoek beschreven.

De tussenrapportage die uw Kamer met deze brief ontvangt is het voorlopige resultaat van de literatuurstudie. De definitieve resultaten van het gehele onderzoek verwacht ik voor het kerstreces aan uw Kamer aan te kunnen bieden.

In deze brief wordt een aantal onderdelen uitgelicht die in het bijzonder van invloed zijn op de omvang van het onderzoek, namelijk: de relevante besmettingsroutes, de relevante vliegtuigtypes en het passagiersproces.

De onderzoekers hebben drie relevante besmettingsroutes bepaald, namelijk: directe overdracht via de lucht, via het ventilatiesysteem en via oppervlakken. Daaronder behoort ook het effect van het filter- en ventilatiesysteem zoals verzocht in de motie.

Om de metingen en berekeningen te kunnen uitvoeren hebben de onderzoekers de twee meest voorkomende vliegtuigtypen bepaald. Het is van belang dat de metingen en de berekeningen kunnen worden gebruikt om ook andere vliegtuigtypen te beoordelen.

De onderzoekers hebben verschillende fasen van het passagiersproces gedefinieerd die relevant worden geacht ten aanzien van het besmettingsrisico.

Het onderzoek wordt ingebed in de maatregelen die zijn genomen aan boord van vliegtuigen, zoals het dragen van een niet-medisch mondkapje.

Ten slotte. Veiligheid staat in de luchtvaart voorop. Uw Kamer is regelmatig geïnformeerd over het pakket aan maatregelen naar aanleiding van de adviezen van het RIVM die in de protocollen van de luchtvaartmaatschappijen zijn verwerkt. Die maatregelen zorgen ervoor dat reizigers verantwoord kunnen vliegen. De ontwikkelingen in de luchtvaart worden continu gemonitord. Als er tussentijds nieuwe inzichten zijn die van invloed zijn op de maatregelen die zijn genomen, dan zal uw Kamer hierover worden geïnformeerd.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven