31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 792 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2020

Op 18 december 2019 heb ik u het rapport van de verkenningsfase van de programmatische aanpak meten vliegtuiggeluid aangeboden1. Dit rapport is opgesteld door het consortium van RIVM, NLR en KNMI. Ik heb u hierbij toegezegd om u voor de zomer van 2020 te informeren over de (vervolg-)stappen die sindsdien zijn gezet en die ik nog zal zetten ter uitvoering van de programmatische aanpak gericht op meten, berekenen en beleven van vliegtuiggeluid. Met deze brief geef ik invulling aan deze toezegging.

Start uitwerkingsfase van de programmatische aanpak

Ik heb in voornoemde brief aangegeven dat ik uitvoering geef aan alle aanbevelingen van het consortium. Hiertoe ben ik de uitwerkingsfase van de programmatische aanpak gestart, waartoe opdrachten zijn verstrekt aan RIVM, KNMI en NLR. Ook zijn er afspraken gemaakt met GGD GHOR Nederland over de uitvoering van de GGD Gezondheidsmonitor in 2020 conform de aanbevelingen van het RIVM, NLR en KNMI. De resultaten van deze monitor worden geanalyseerd, waarbij ook aanvullende geluidindicatoren worden betrokken. Onder leiding van het RIVM wordt in deze uitvoeringsfase momenteel gewerkt aan de nationale meetstrategie (en database) voor vliegtuiggeluid in overleg met de luchthavens van nationale betekenis.

Na de zomer start de regionale uitwerking van de nationale meetstrategie. Daarnaast wordt de komende tijd gewerkt aan de ontwikkeling van een validatiemethodiek. De verwachting is dat eind dit jaar het principe van de beoogde methodiek getest kan worden aan de hand van geselecteerde meet- en rekengegevens rondom Schiphol. Ook wordt momenteel gewerkt aan het opzetten van een landelijke website met algemene informatie over geluid, een plan van aanpak voor de inzet van citizen science en een plan van aanpak voor een onderzoek naar het toepassingsbereik van metingen en berekeningen.

Samen met de lokale en regionale partijen, lopen er momenteel verschillende initiatieven op het gebied van (burger) metingen en kennisuitwisseling. Een voorbeeld hiervan is de betrokkenheid van het programma bij het ontwikkelen van het geluidmeetnet van Rotterdam The Hague Airport. In nauwe samenwerking met DCMR, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam wordt gewerkt aan een (burger)meetnet rondom Rotterdam The Hague airport. Er wordt gezamenlijk een bijeenkomst met een grote groep stakeholders georganiseerd, waar lokale wensen gekoppeld worden aan de landelijke aanpak en de regionale uitwerking van een meetnet. Ten slotte wordt momenteel een voorstel ontwikkeld voor de inrichting van een expertgroep van onafhankelijke deskundigen voor het borgen en toetsen van de voorgenomen activiteiten voor meten, berekenen en beleven. Dit zal na de zomer met de omgeving worden besproken.

Betrokkenheid van de omgeving bij de programmatische aanpak

Een goede betrokkenheid van en adequate informatievoorziening aan stakeholders is bij de programmatische aanpak van groot belang. Mijn ministerie informeert de relevante omgevingspartijen regelmatig over de voortgang van de activiteiten. Hiervoor worden de bestaande overleggremia, zoals de commissies regionaal overleg (cro’s) van de burgerluchthavens, de Commissies Overleg & Voorlichting Milieu (COVM) van de militaire luchthavens en Omgevingsraad Schiphol (ORS) zoveel mogelijk benut.

De programmatische aanpak is opgenomen in de ontwerpLuchtvaartnota die ik uw Kamer op 15 mei jl. heb toegestuurd (bijlage bij Kamerstuk 31 936, nr. 741). Hiervoor is een zienswijzeprocedure gestart waarbij iedereen van 29 mei tot en met 9 juli inbreng kan leveren op de ontwerpLuchtvaartnota, en daarmee ook op de programmatische aanpak. De uitkomsten van dit onderdeel van de zienswijzeprocedure betrek ik bij de verdere vormgeving van de aanpak.

De betrokkenheid van de omgeving in de vervolgfase van de programmatische aanpak verschilt daarnaast per aanbeveling. In sommige gevallen vinden de contacten met de omgeving vooral plaats door het RIVM en haar partners, zoals bij de meetstrategie, citizen science en de ontwikkeling van de landelijke website. Voor andere aanbevelingen, met name de uitwerking van de onafhankelijke expertise, ligt de interactie met de omgeving primair bij mijn ministerie. Altijd geldt dat mijn ministerie betrokken is bij de interactie tussen het consortium en stakeholders en dat het Ministerie van IenW de participatie en communicatie met betrekking tot de programmatische aanpak als geheel borgt. Ook de mate van betrokkenheid verschilt. Bij citizen science wordt intensief met bewoners opgetrokken, bij andere onderwerpen zullen bewoners geconsulteerd worden of zal vooral informatie worden gegeven.

Uiteraard zal bij de interactie met de omgeving rekening moeten worden gehouden met de beperkingen die voortvloeien uit de bestrijding van de COVID-19-crisis. Hoe daarmee omgegaan wordt, is maatwerk.

Verdeling verantwoordelijkheden Rijk en Regio

Er is nadere uitwerking gegeven aan de rolverdeling tussen Rijk, luchthavens en regiopartijen. Het Rijk is verantwoordelijk voor validatie, onderzoek en landelijke informatievoorziening. Luchthavens worden verantwoordelijk voor het meten voor validatie. Regiopartijen moeten onderling afspraken maken over (meten voor) regionale informatievoorziening. Het Rijk faciliteert daarbij, door advies van het RIVM en andere kennisinstituten. Er zijn gesprekken gevoerd met de luchthavens van nationale betekenis en ook met cro’s, COVM Eindhoven en ORS over deze rolverdeling tussen het Rijk, luchthavens en de «regio» (met name gemeenten/provincie en luchthaven). De financiering van meetinfrastructuur volgt deze rolverdeling.

De ORS had al een nieuw meetinitiatief ontwikkeld om informatievoorziening voor omwonenden van Schiphol te verbeteren. Het ORS voorstel zal meegenomen worden bij uitwerking van de meetstrategie voor Schiphol. Omdat metingen voor informatievoorziening bij de regiopartijen blijven liggen, heb ik aan de ORS voorgesteld dat dhr. Van Geel het financieringsvraagstuk hiervan meeneemt in zijn verkenning naar een toekomstbestendige informatievoorziening binnen de ORS. Er is toegezegd de meetstrategie voor Schiphol met voorrang op te pakken binnen de programmatische aanpak.

Vervolg

Met deze brief heb ik u geïnformeerd over de stappen die dit jaar genomen zijn in de uitwerking van de programmatische aanpak. Voor het einde van dit jaar stel ik u op de hoogte van de voortgang hierin.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Kamerstuk 31 936, nr. 711.

Naar boven