31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 649 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2019

Op 25 maart 2019 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de notificatie van de Verkeersverdelingsregel Schiphol-Lelystad Airport (Kamerstuk 31 936, nr. 584).

Na het informeren van uw Kamer is het besluitvormingstraject van de Europese Commissie over de verkeersverdelingsregel gestart. Onderdeel van dit traject zijn enkele consultaties. Naar aanleiding daarvan heeft informeel contact met de Europese Commissie plaatsgevonden, wat heeft geleid tot een aanpassing van de antimisbruikbepaling in de VVR om een betere handhaving te waarborgen. Verder zijn er geen andere aanpassingen aan de orde gekomen.

De aangepaste antimisbruikbepaling bepaalt dat bij de handhaving van de VVR zal worden gekeken naar het aantal slots dat op Schiphol wordt opgegeven of omgevormd voor het verkrijgen van voorrang op Lelystad Airport, waarbij het aantal transfervluchten op Schiphol met hetzelfde aantal moet toenemen. Ook moet het aandeel transfervluchten op Schiphol per luchtvaartmaatschappij ten minste gelijk blijven.

Zoals in de kamerbrief van 25 maart jl. is meegedeeld zal er een definitieve afweging gemaakt worden op basis van de uitkomsten van de toegezegde onafhankelijke analyse over de werking van de verkeersverdelingsregel in de praktijk en het besluit van de Europese Commissie over de verkeersverdelingsregel.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven