31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 645 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2019

Inleiding

Tijdens het AO vliegveiligheid op 3 april 2019 (Kamerstuk 29 665, nr. 359) heb ik toegezegd de Kamer nader te informeren over een Europese evaluatie van de besluitvorming over de luchtruimsluiting door EASA. Dit gezien het feit dat op 12 maart 2019, twee dagen na het noodlottige ongeval met een Boeing 737 MAX van Ethiopian Airlines, verschillende Europese lidstaten separaat van elkaar hun luchtruim sloten voor de 737 MAX en dat er van een gezamenlijke aanpak onder regie van EASA pas laat sprake was.

Stand van zaken

Tijdens de EASA managementboard van 5 juni 2019 heeft de Nederlandse delegatie verzocht om een evaluatie uit te voeren, hierop is door EASA en de overige lidstaten terughoudend gereageerd. Inmiddels zijn er door de EASA enkele maatregelen genomen om de lidstaten beter te informeren en te betrekken bij het proces om de 737 MAX weer luchtwaardig te krijgen. Daarnaast is er voor 5 september 2019 een ingelaste EASA managementboard gepland die geheel gewijd is aan de 737 MAX.

Vervolg

Er ligt tevens een schriftelijk verzoek bij EASA om te reageren op het Nederlandse verzoek voor een evaluatie. De vooralsnog terughoudende reacties van EASA en de overige lidstaten zijn voor mij aanleiding om het gesprek verder te voeren met EASA over de gewenste evaluatie van het proces en de lessen die hieruit getrokken kunnen worden. Mijn verwachting is dat ik u na de EASA managementboard van 5 september 2019 nader kan informeren over de afdoening van bovengenoemde toezegging.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven