31 936 Luchtvaartbeleid

25 883 Arbeidsomstandigheden

Nr. 596 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 mei 2019

In het AO Vliegveiligheid van 3 april 2019 (Kamerstuk 29 665, nr. 359) is toegezegd dat de Kamer geïnformeerd zal worden over de resultaten van de gesprekken tussen het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers (VNV), de Vereniging van Nederlands Cabinepersoneel (VNC) en de FNV.

Het gesprek met de VNV, VNC en FNV heeft plaatsgevonden op 16 april 2019 en daarnaast heeft nog een afzonderlijk gesprek plaatsgevonden met de VNC op 18 april 2019.

Het overleg was constructief van aard. Er is besproken op welke wijze het overleg met de vakbonden ingericht en geformaliseerd kan worden zodat er tot een regulier periodiek overleg kan worden gekomen. Daarnaast is in de gesprekken over een groot aantal inhoudelijke onderwerpen en dossiers gesproken.

Tijdens de gesprekken zijn diverse onderwerpen besproken op het gebied van grondafhandeling, problematiek rond low-cost luchtvaartmaatschappijen, certificering cabinepersoneel, de inzet van stagiaires, meldingsbereidheid, fatigue risk management en vliegveiligheid in relatie tot Arbowetgeving.

Naast deze onderwerpen is meer uitgebreid gesproken over het rapport «Luchtvaartstrategie voor Europa: handhaving en bevordering van hoge sociale normen» dat de Europese Commissie op 1 maart 2019 heeft gepubliceerd.

Er is een terugkoppeling gegeven over de bijeenkomst in Brussel op 4 en 5 april 2019 waar de lidstaten, stakeholders en vakorganisaties gesproken hebben over actuele onderwerpen binnen het sociale domein en de acties zoals voorgesteld in het rapport. VNC, VNV en FNV zijn gevraagd aan te geven hoe zij tegenover de in het rapport vermelde issues en acties staan. Deze inbreng kan meegenomen worden in de Europese deskundigengroep over sociale normen in de luchtvaart.

De gesprekken van 16 en 18 april 2019 vormen een goede basis waarop er in de nabije toekomst actiegericht aan de ingebrachte punten kan worden gewerkt. De partijen hebben het vertrouwen naar elkaar uitgesproken om op een open en constructieve manier samen te werken.

Binnenkort zal een vervolggesprek worden gepland waarbij de wijze van overleg en frequentie zal worden bepaald en zal een prioritering van de onderwerpen en acties plaatsvinden. Uw Kamer zal op reguliere basis op de hoogte worden gehouden van de voortgang en de ontwikkelingen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven