31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 425 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2017

Bijgaand ontvangt u van mij, conform de afspraken die daarover zijn gemaakt naar aanleiding van de commissie-Elias die onderzoek heeft gedaan naar de ICT bij de overheid, het advies van het Bureau ICT-toetsing (BIT) op het project «Electronic Flight Strips» (EFS) bij Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL)1. Door middel van deze brief doe ik u mijn reactie op dit advies toekomen, na overleg met LVNL over de wijze waarop zij hieraan opvolging geeft.

Op mijn verzoek heeft het BIT een toets uitgevoerd op het project EFS. Het doel van het project is om het huidige systeem met papieren strippen in de verkeerstoren van Schiphol te vervangen door een digitaal systeem. Dit draagt bij aan het optimaliseren van het werk van luchtverkeersleiders in de toren. Het systeem wordt nu uitvoerig getest. Voor de ingebruikname zal er uitgebreid mee worden getraind door de luchtverkeersleiders, om de transitie van het bestaande fysieke systeem naar het digitale systeem zo soepel mogelijk te laten verlopen.

Op 23 oktober heeft de Minister van BZK mij het advies van het BIT toegezonden. U treft dit aan in de bijlage. Hierbij ontvangt u mijn reactie op dit advies,

BIT advies

Het BIT onderschrijft de keuze van LVNL voor dit project en vindt de kwaliteit van de gekozen aanpak hoog. Er is veel aandacht voor de projectrisico’s, waaronder de acceptatie van de digitale strippen door de luchtverkeersleiders. Wel denkt het BIT dat de kans op vertraging van het project groot is als gevolg van de krappe planning in combinatie met de beperkte beschikbaarheid van operationele capaciteit (luchtverkeersleidersexpertise). Het BIT adviseert LVNL daarom maatregelen te treffen zodat de kans op vertraging wordt geminimaliseerd.

Opvolging BIT-advies

LVNL herkent het advies van het BIT en neemt het advies ter harte. De adviezen zijn/worden op dit moment uitgevoerd. LVNL is zich zeer bewust van het feit dat er een strakke planning is en blijft, ondanks de te nemen maatregelen. De consequentie van vertraging is dat luchtverkeersleiders nog wat langer met de huidige papieren strippen moeten blijven werken, hetgeen niet wenselijk maar ook niet onoverkomelijk is. Indien de planning ondanks alle te nemen maatregelen toch niet haalbaar blijkt, zal LVNL het project later moeten implementeren, waarbij moet worden bezien hoe dat in de overall-planning van LVNL past, gelet ook op de benodigde (personele) capaciteit voor belangrijke projecten als Lelystad, vervanging van het huidige luchtverkeersleidingssysteem door iCAS en de luchtruimherziening. Om deze redenen bekijkt LVNL dan ook alternatieve scenario’s om voorbereid te zijn in geval de planning zou uitlopen.

Hieronder ga ik in op de specifieke aanbevelingen van het BIT en de manier waarop deze aanbevelingen door LVNL zijn opgepakt.

1. Leg de benodigde capaciteit van de OE’s vast voor de voorbereiding en uitvoering van de gebruikersacceptatietest.

Zoals ik u al eerder heb gemeld, is de beschikbare capaciteit van luchtverkeersleiders een belangrijk aandachtspunt. Primair richten zij zich op het afhandelen van het verkeer maar zij worden daarnaast ook ingezet om operationele expertise te leveren voor projecten zoals EFS. Binnen het programma «Voldoende verkeersleiders» is LVNL bezig met een traject om de roosterplanning te verbeteren. Een concreet voorbeeld hiervan is de invoering van een nieuw roostersysteem. Binnen LVNL wordt de benodigde capaciteit voor projecten ver vooruit gepland waardoor bottlenecks tijdig gesignaleerd kunnen worden en er voldoende tijd is om de prioriteiten te bepalen. De benodigde capaciteit voor EFS loopt mee in deze capaciteitsplanning.

2. Voer een afzonderlijke test uit van de interface tussen de digitale strippen en het torensysteem direct na de oplevering daarvan.

LVNL heeft dit advies ter harte genomen. De interface wordt in goed overleg met de leverancier ontwikkeld zodat de interface aan beide kanten in dezelfde volgorde opgebouwd wordt. Hierdoor wordt de interface al met iedere afgesproken tussenoplevering getest en daarmee (ver) naar voren gehaald om verrassingen na oplevering te voorkomen. Daarmee is dit advies opgevolgd.

3. Maak op korte termijn een keuze voor een representatieve simulatie- of testomgeving waarin alle mogelijke scenario’s op Schiphol getest kunnen worden. Leg de benodigde capaciteit voor de inrichting van deze nieuwe omgeving vast.

Zoals aangegeven hecht LVNL er veel waarde aan om goed te oefenen met het nieuwe systeem om verrassingen in de uitvoering te voorkomen. Zo weten luchtverkeersleiders waar zij aan toe zijn en kunnen zij daar in de praktijk op anticiperen. De beslissing voor de benodigde capaciteit voor de inrichting van simulatie- of testomgeving is in een afrondende fase. LVNL verwacht eind 2017 hierover een beslissing te hebben genomen.

4. Neem een aantal rollen weg bij de projectmanager zodat deze tijd heeft voor sturing op de voortgang en samenhang van activiteiten.

Het advies om een aantal rollen van de projectmanager elders te beleggen is inmiddels opgevolgd.

5. Indien toch vertraging bij LVNL optreedt, zorg dat de bonus/malus regeling in het contract wordt aangepast op de nieuwe planning. Treed hiervoor dan zo snel mogelijk in overleg met Frequentis.

LVNL en Frequentis hebben een overeenkomst afgesloten en LVNL is zich bewust van dit onderdeel in het contract. Tegelijkertijd hebben LVNL en Frequentis de intentie om een langdurig partnership met elkaar aan te gaan, zowel voor dit project – het systeem heeft een levensduur van 25 jaar – als navolgende projecten zoals de vervanging van het gehele torensysteem. Indien onverhoopt vertraging optreedt, zullen beide partijen inderdaad zo snel mogelijk met elkaar in nader overleg treden om tot een gedragen afspraak te komen, waarbij zowel de bonus/malus-regeling als de intentie voor een langdurig partnership worden meegenomen.

Tenslotte

Ik constateer dat alle aanbevelingen inmiddels zijn opgepakt. Het proces met het BIT is als zeer positief ervaren. Ik wil hen mede namens LVNL bedanken voor de goede samenwerking.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven