31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 365 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2016

Op 11 april jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van het impactassessment luchtverkeersleiding dat is uitgevoerd naar aanleiding van de motie Graus1. In deze brief heb ik aangegeven dat ik het bestuur van LVNL als werkgever heb gevraagd om samen met de vakbond afspraken te maken over een herziening van de arbeidsvoorwaarden van luchtverkeersleiders. Ik heb daarbij gevraagd om, in lijn met het advies van de commissie-Vreeman en rekening houdend met de uitkomsten van het impactassessment, besprekingen te voeren over:

  • 1. een plafond voor de bezoldiging;

  • 2. een modernisering en flexibilisering van de prepensioenregeling;

  • 3. een vergroting op korte termijn van de inzetbare capaciteit van luchtverkeersleiders.

In de voortgangsrapportage uitvoering Luchtruimvisie2 heb ik aangegeven dat de onderhandelingen zich in een afrondend stadium bevonden en dat ik u hierover vóór het Algemeen Overleg van 30 november zal informeren.

De bijzondere algemene ledenvergadering van de vakbond van luchtverkeersleiders heeft 27 november jl. ingestemd met het akkoord. Dat houdt in dat het akkoord nu zal worden ondertekend door beide partijen en zal ingaan op het moment dat de Wnt-3 in werking treedt.

Inhoud akkoord

Het akkoord voorziet in drie belangrijke elementen en houdt rekening met de adviezen van de commissie-Vreeman.

Luchtverkeersleiders krijgen in de toekomst een maximale bezoldiging van € 238.000 per jaar (advies Vreeman: € 243.000 euro). Voor de huidige groep blijven de bestaande bezoldigingsrechten gerespecteerd zoals ook door de commissie-Vreeman is voorgesteld.

De prepensioenregeling wordt gemoderniseerd en geflexibiliseerd en vervangen door een individueel keuzeverlofbudget. Nieuwe medewerkers gaan langer doorwerken, omdat de leeftijd waarop men een beroep kan doen op de nieuwe regeling wordt gekoppeld aan de AOW-leeftijd. Dat houdt in dat een nieuwe verkeersleider met de huidige pensioenleeftijd niet op 55- of 58-jarige leeftijd verlof krijgt maar op 60-jarige leeftijd en dat deze leeftijd meestijgt met de AOW-leeftijd.

Voor de huidige populatie luchtverkeersleiders is er in de overeenkomst een incentive opgenomen, zodat zij – als zij daar gebruik van willen maken – vrijwillig langer door kunnen werken. De verwachting is dat diverse verkeersleiders daar gebruik van gaan maken. Daarmee komt er extra capaciteit beschikbaar.

Ik acht hiermee mijn verzoek aan LVNL in voldoende mate ingewilligd. Het is nu aan het bestuur en werknemers om dit akkoord verder uit te voeren. Vanuit mijn ministerie zal worden toegezien op de naleving hiervan.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Kamerstuk 31 936, nr. 330, 11 april 2016

X Noot
2

Kamerstuk 31 936, nr. 363, 17 november 2016

Naar boven