31 936
Luchtvaartbeleid

nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juli 2009

In november 2008 heb ik u, samen met de minister van Financiën, per brief geïnformeerd over de toekomst van de luchthaven Twente. Hierbij is afgesproken om de gebiedsontwikkeling met luchthaven en zonder luchthaven gelijkwaardig uit te werken tot twee structuurvisies om eind juni 2009 tot een voorkeursbesluit te komen. Graag wil ik u, mede namens het ministerieel opdrachtgeversberaad, middels deze brief op de hoogte stellen van dit voorkeursbesluit. Het hoofdrapport is ter informatie bijgevoegd.1

Het ministerieel opdrachtgeversberaad beschouwt de structuurvisies A en B met onderliggende rapporten (KBA, MER en business cases) van voldoende kwaliteit om op basis daarvan een keuze tussen structuurvisie A (zonder luchthaven) en B (met luchthaven), te maken. De betreffende stukken zijn per 3 juli 2009 ter inzage gelegd.

Het ministerieel opdrachtgeversberaad heeft een geconditioneerd voorkeursbesluit uitgesproken voor structuurvisie B (met luchthaven). Dit houdt in dat het ministerieel opdrachtgeversberaad een voorkeur heeft voor de gebiedsontwikkeling met luchthaven onder voorwaarde dat met Gedeputeerde Staten van Overijssel en het college van B&W van de gemeente Enschede tot overeenstemming kan worden gekomen over de volgende condities:

• Het Rijk zal de gronden van het voormalige militair vliegveld op 1 januari 2010 overdragen aan de regio.

• De financiële afrekening van deze overdracht vindt in beginsel plaats op 1 januari 2010.

• De business case zoals die is opgesteld door de VTM en is vastgesteld op 16 juni 2009 waarin opbrengstmogelijkheden, benodigde investeringen en risico’s zijn uitgewerkt, geldt als uitgangspunt voor de afrekenprijs en overdracht van de grond.

• De grond wordt samen met de risico’s van de gebiedsontwikkeling, bijbehorende investeringen en toekomstige exploitatie (zoals opgenomen in de business case) overgedragen aan de regio, tegen de residuele waarde uit de business case.

• Het Rijk zal niet deelnemen in een Gemeenschappelijk Exploitatie Maatschappij (GEM), mocht de regio besluiten deze op te richten en zal niet participeren in de exploitatie van een luchthaven.

• Het Rijk zal waar nodig publiekrechtelijke medewerking verlenen aan de realisatie van de structuurvisie.

• Het Rijk geeft in beginsel géén financiële bijdrage voor het realiseren van de structuurvisie anders dan de bijdrage die de provincie kan inzetten uit de ILG-middelen waarover zij nu beschikt.

• De EHS wordt voor 2018 gerealiseerd.

• De luchthaven wordt duurzaam ingericht.

• Uitgangspunt is de geluidscontour zoals deze in de structuurvisie is opgenomen. Hierin is een verminderde geluidscontour van ca. 11 km2 opgenomen t.o.v. de huidige situatie.

Volgens planning zullen Rijk en Regio eind 2009 een definitief besluit nemen over de gebiedsontwikkeling Twente. Het Rijk kan een definitief besluit nemen als, naar het oordeel van de ministers van V&W en Financiën, voldoende wordt voldaan aan de condities van het ministerieel opdrachtgeversberaad. Dit besluit is mede afhankelijk van de inspraakreacties, de resultaten van de regionale Alderstafel en de invulling van bovenstaande condities bij het definitieve besluit.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven