31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 295 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 september 2015

Bijgaand doe ik u ter kennisneming toekomen het rapport van de commissie-Vreeman inzake de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL)1. De commissie had tot taak te komen tot een advies voor de toekomstige arbeidsvoorwaarden. Na overleg met vakbonden moet dit leiden tot een passend, internationaal robuust, wettelijk toegestaan pakket aan arbeidsvoorwaarden.

Aanleiding

De bezoldiging van luchtverkeersleiders is vaker onderwerp van gesprek geweest. Deze discussies, de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke sector (WNT), de internationale context van het werk van LVNL en feit dat het van belang is om luchtverkeersleiders blijvend aan LVNL te binden, zijn voor mij aanleiding geweest om onafhankelijk onderzoek uit te laten voeren. Ik heb hiervoor de commissie-Vreeman opdracht gegeven. De commissie heeft naast brononderzoek met diverse betrokken stakeholders binnen en buiten LVNL gesproken (waaronder het bestuur, de vakbonden, andere luchtverkeersleidingsorganisaties en de luchtvaartsector). Vervolgens heeft de commissie een aantal aanbevelingen gedaan. Ik heb LVNL om een reactie gevraagd op het rapport van de commissie. Deze reactie treft u bijgaand aan2.

Hoofdpunten uit het advies

De commissie-Vreeman heeft een uitgebreid advies gegeven. De vraagstelling is tweeledig bekeken: hoe om te gaan met de beloning en hoe om te gaan met de Regeling FLNA (het «prepensioen»)3. De commissie heeft dat verdeeld in een voorstel voor de toekomstige situatie voor nieuwe medewerkers en een transitievoorstel voor het huidige personeel.

Nieuwe luchtverkeersleiders

  • FLNA: Voor de nieuwe lichting luchtverkeersleiders is er geen Regeling FLNA meer. Voor de nieuwe lichting geldt een zogenaamde midterm career move waarbij zij zich voorbereiden op een tweede carrière binnen of buiten LVNL.

  • Breng de nieuwe lichting luchtverkeersleiders onder in een nieuw loongebouw met een maximale bezoldigingsnorm die is geënt op de WNT3. Daar bovenop blijft de toeslag onregelmatigheid (30% van het salaris) vergoed.

Huidige luchtverkeersleiders

  • FLNA: Respecteer de opgebouwde rechten van de huidige groep van luchtverkeersleiders, maar onderzoek op welke manier er slimmer kan worden omgegaan met de Regeling FLNA en de afbouw daarvan o.a. via langer doorwerken, inzet op andere taken binnen LVNL, of de mogelijkheid van een brugpensioen4.

  • Werk met elkaar toe naar een bezoldigingsmaximum voor de huidige groep luchtverkeersleiders.

  • In het geval er de WNT van toepassing wordt verklaard op alle medewerkers van publieke organisaties, zonder LVNL daarvan uit via een categorale uitzondering en een bezoldigingsmaximum.

Overige

  • Breng nieuw niet-operationeel personeel en management eveneens in een nieuw loongebouw met een lagere bezoldiging, die niet is afgeleid van de luchtverkeersleiders.

  • Beloon nieuwe bestuurders in beperkte mate boven het bezoldigingsmaximum van verkeersleiders en zonder hen uit van de WNT.

De commissie heeft ook gekeken naar de arbeidsmarkt voor luchtverkeersleiders. Dit is geen nationale arbeidsmarkt, maar wordt sterk Europees/internationaal beïnvloed door o.a. opkomende landen. De commissie constateert dat er veel in het werk wordt gesteld om goede mensen aan LVNL te binden. Zowel vanuit de opleidingen als zij-instromers. De commissie beveelt LVNL aan om nog eens goed te kijken naar het opleidingsproces en de werving van kandidaten. De commissie ziet dat LVNL er veel aan doet om de schaarste zo klein mogelijk te houden, onder andere door gerichte arbeidsmarktcampagnes. De schaarste is het gevolg van beperkte opleidingscapaciteit, de kwaliteit van mensen die in het proces komen en de instroom en uitstroom in het bestand van verkeersleiders.

Reactie LVNL

In haar reactie geeft LVNL aan over een aantal zaken nader onderzoek te willen doen naar de effecten en verdere afstemming hierover te willen met mijn ministerie. Een nadere verdiepingsslag wordt wenselijk geacht om de (juridische) gevolgen, maar ook risico’s en haalbaarheid van de voorstellen in kaart te brengen. De voorstellen van de commissie kunnen volgens LVNL ook effecten hebben op de arbeidsmarkt en de continuïteit van LVNL. Tegelijkertijd zal LVNL komen met een proces tot wijziging van de arbeidsvoorwaarden waarbij continuïteit van de dienstverlening op korte en lange termijn centraal staat.

Opvolging van het advies

Het advies van de commissie-Vreeman acht ik een robuuste basis voor de vormgeving van de toekomstige arbeidsvoorwaarden van LVNL. De commissie doet een aantal goede aanbevelingen. Deze aanbevelingen moeten nu worden uitgewerkt tot concrete voorstellen. De uitwerking daarvan wil ik samen met LVNL ter hand nemen. Ik verwacht van LVNL dat de uitkomsten van het rapport van de commissie-Vreeman serieus en snel worden opgepakt. De concrete voorstellen zijn vanzelfsprekend vervolgens onderwerp van gesprek met de vakbonden gericht op overeenstemming over de implementatie van de aanbevelingen van de commissie-Vreeman.

Daarbij zal ook de uitwerking van de afspraak uit het regeerakkoord om de WNT van toepassing te laten zijn voor alle medewerkers in de publieke sector worden betrokken. Over de wijze waarop deze afspraak wordt vormgegeven wordt de Kamer later dit jaar nader geïnformeerd door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De commissie-Vreeman doet in het rapport ook de aanbeveling om de huidige CEO opnieuw te benoemen. Na goed onderling overleg tussen betrokkene en de raad van toezicht heb ik besloten dat de CEO zal worden herbenoemd tot 1 november 2016 met behoud van zijn bezoldiging op grond van het overgangsrecht WNT. Afgesproken is dat hij een initiërende rol vervult bij het implementeren van de aanbevelingen van de commissie-Vreeman.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Deze regeling is een soort functioneel leeftijdsontslag waarbij, afhankelijk van het geboortejaar, een luchtverkeersleider op 55e of 58e jarige leeftijd een soort vroegpensioenregeling ontvangt.

X Noot
4

Een brugpensioenregeling is een combinatie van een werkloosheidsregeling met een bedrijfstoeslag. Daarmee wordt de periode tussen het einde van de operationele loopbaan als verkeersleider en de ingangsdatum van het ouderdomspensioen «overbrugd».

Naar boven