31 936
Luchtvaartbeleid

nr. 21
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 januari 2010

Ik wil u hierbij informeren over de laatste stand van zaken met betrekking tot de gebiedsontwikkeling Twente.

Begin 2007 heeft het Rijk, anticiperend op sluiting van de militaire vliegbasis Twente eind 2007, in het kader van FENIKS1 de mogelijkheden geïnventariseerd van overdracht van de vrijvallende gronden aan de regio. Om meer zicht te krijgen op de waarde van de gronden is destijds overeengekomen om samen met de regio verschillende scenario’s van gebiedsontwikkeling uit te werken.

Sinds juni 2007 wordt er daarom door Rijk en regio in een gezamenlijke projectorganisatie gewerkt aan een ruimtelijke invulling van het gebied van het voormalige militaire luchtvaartterrein Twente. Zoals toegezegd aan uw Kamer is er gezorgd voor een gelijkwaardige uitwerking van twee vlekkenplannen, één met luchthaven en één zonder luchthaven, inclusief businesscase. Onlangs heb ik u namens het ministerieel opdrachtgeversberaad (MOB) op de hoogte gesteld van de definitieve voorkeur van het Rijk voor de gebiedsontwikkeling mét luchthaven (31 936, nr. 17).

De gemeenteraad van Enschede heeft op voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders een gelijkluidend besluit genomen, waarbij enkele onderdelen geamendeerd zijn. De Provinciale Staten van Overijssel hebben echter op 16 december 2009 aangegeven niet in te kunnen stemmen met het voorstel van Gedeputeerde Staten waarin om instemming met de structuurvisie mét luchthaven werd gevraagd.

Het Rijk heeft in de luchtvaartnota onderstreept dat de luchthaven Twente om meerdere redenen potentie heeft als burgerluchthaven. Daarbij is aangegeven dat de betrokkenheid van de regio bij de luchthavenontwikkeling en de betrokkenheid van de markt bij de exploitatie van de luchthaven Twente essentieel is. Op dit moment is er geen, ook door Provinciale Staten, gedragen regionale visie op de ontwikkeling van het terrein van de voormalige militaire luchthaven. De provincie beraadt zich op dit moment hoe met de ontstane situatie en de ontwikkeling van Twente als burgerluchthaven zal worden omgegaan en verwacht hier eind januari 2010 meer helderheid over te kunnen geven.

Wanneer er meer duidelijk is over de positie van de provincie Overijssel ten aanzien van de gebiedsontwikkeling zal, in overleg met de regionale partijen, worden bezien welke stappen worden gezet. Hierbij zal vanuit het Rijk aandacht zijn voor de verschillende rijksdoelstellingen die mogelijk met de gebiedsontwikkeling kunnen worden gerealiseerd: de financiële doelstelling door overdracht van de grond, intensivering van de Ecologische Hoofdstructuur, luchthavenontwikkeling en duurzame economische structuurversterking van de regio. Ik zal u van het vervolg op de hoogte stellen.

Ik hoop u hiermee op dit moment voldoende te hebben geinformeerd.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings


XNoot
1

Rijksproject voor afstoten en herbestemmen van grote Defensie objecten.

Naar boven