31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 190 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2014

In reactie op het Aldersadvies Lelystad heeft de Staatssecretaris u onder meer laten weten om in samenwerking met de provincie Flevoland en de gemeente Lelystad te onderzoeken in hoeverre de ontwikkeling van de luchthaven Lelystad zich verhoudt tot de bereikbaarheid en welke maatregelen wellicht nodig zijn1.

Dit MIRT-onderzoek Landzijdige Bereikbaarheid Lelystad Airport (MOBLA) is onlangs afgerond. Op basis van de probleemanalyse en de mogelijke oplossingsrichtingen heb ik met de provincie Flevoland en de gemeente Lelystad afspraken gemaakt om de bereikbaarheid van de luchthaven Lelystad, overeenkomstig het Aldersadvies, te verbeteren.

Met deze brief wil ik u, mede namens de Staatsecretaris, informeren over de uitkomsten van het onderzoek en de gemaakte bestuurlijke afspraken.

Uitkomsten MIRT Onderzoek Bereikbaarheid Lelystad Airport

Om de luchthaven te kunnen ontwikkelen is de landzijdige bereikbaarheid van groot belang. Het MIRT-onderzoek levert daarover de volgende uitkomsten:

  • Het MIRT Onderzoek bevestigt in het RC-scenario het knelpunt van de reistijden op de A6 tussen Almere en Lelystad, dat in de update van de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse (2013) wordt genoemd.

  • De huidige op- en afrit Lelystad kan het verkeersaanbod onvoldoende faciliteren. Dit veroorzaakt mede de congestie op het onderliggend wegennet (Larserdreef en Larserweg). Dit hindert automobilisten (luchtreizigers en werknemers) tussen de luchthaven en Almere en verder naar de Randstad en de automobilisten tussen de bebouwde kom van Lelystad en de luchthaven. Naast de automobilist ondervindt ook de openbaar vervoerreiziger hiervan hinder. De doorstroming van de bus van het treinstation naar de luchthaven Lelystad wordt door deze congestie belemmerd.

  • De busverbinding kent een knelpunt in de doorstroming en de bus naar de luchthaven is niet herkenbaar op het station. Tevens sluit de frequentie bij een groei van het aantal reizigers niet aan bij de vraag en is de loopafstand op de luchthaven van de bushalte naar de terminal lang;

  • De treinverbinding van IC-station Lelystad Centrum is op orde. Het blijkt niet zinvol om een nieuwe sprinterhalte Lelystad Zuid te openen voor bediening van de luchthaven.

  • Mobiliteitsmanagement kan de bereikbaarheid van de Luchthaven verbeteren, maar biedt geen volledige oplossing.

Bestuurlijke afspraken

Op basis van het afgeronde MIRT-onderzoek heb ik met de provincie Flevoland en de gemeente Lelystad afspraken gemaakt. In de bijlage2 bij deze brief staan de afspraken nader verwoord. Samengevat gaat het om:

  • Het Rijk reserveert middelen om een verkenning te starten naar een mogelijke verbreding van de A6 tussen Almere Buiten Oost – Lelystad en voor een verkenning naar een nieuwe halve aansluiting op de A6 naar de luchthaven.

  • De regio reserveert middelen voor de verbindingsweg van de aansluiting naar de luchthaven en voor het verbeteren van de busverbinding van het station naar de luchthaven, zowel in zichtbaarheid, doorstroming en frequentie;

  • De nieuwe luchthaven wordt hiermee per openbaar vervoer goed bereikbaar via het IC-station Lelystad Centrum. Partijen zien geen rol voor een nieuwe Sprinterhalte Lelystad-Zuid, aangezien uit het onderzoek blijkt dat deze halte niet leidt tot reistijdwinst.

  • Partijen zullen zich inspannen om mobiliteitsafspraken te maken met het bedrijfsleven op de luchthaven en op de omliggende bedrijventerreinen.

Financiën

Voor de uitwerking van deze maatregelen reserveert het Rijk ruim € 50 miljoen (inclusief BTW) en de regio circa € 20 miljoen (inclusief BTW).

Slot

Deze afspraken zullen worden uitgewerkt in een bestuursovereenkomst. Ondertekening van deze bestuursovereenkomst is voorzien voor het ter inzage leggen van het luchthavenbesluit.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Kamerstuk 31 936, nr.115

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven