31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 1092 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juni 2023

Hierbij ontvangt u de elfde voortgangsbrief over het programma Luchtruimherziening. Conform toezegging wordt de Kamer twee keer per jaar geïnformeerd over de voortgang van het programma1. Deze brief beschrijft waar het programma nu staat en is agenderend voor de tweede helft van 2023.

Het programma heeft al vanaf de start intensief contact met diverse stakeholdergroepen. Momenteel voert het programma gesprekken met alle betrokken stakeholders zoals medeoverheden (provincies en gemeenten, zowel bestuurlijk als ambtelijk), luchtruimgebruikers, belangenorganisaties van omwonenden, maatschappelijke organisaties en milieuorganisaties, de Omgevingsraad Schiphol, de commissies regionaal overleg van de diverse luchthavens en de partijen verbonden aan de NOVEX regio Schiphol over de inrichting van de participatie in de ontwerp- en realisatiefase. In dit kader heeft o.a. op 22 maart jl. een stakeholderdag plaatsgevonden. Met de provincies heeft een Bestuurlijk Overleg plaatsgevonden op 19 juni, waarin onder andere de uitgangspunten van de interbestuurlijke samenwerking tussen het Rijk en de provincies binnen het programma Luchtruimherziening zijn bevestigd. Als onderdeel van de bestuurlijke samenwerking zal aan de provincies dit najaar worden gevraagd om een gebiedsadvies uit te brengen. Hierin kunnen zij inhoudelijke aandachtpunten aangeven, waaronder informatie over de landzijdige opgaven en plannen binnen de provincie.

Zoals aangekondigd in de Voorkeursbeslissing wordt op dit moment gewerkt aan de Integrale Programmabeslissing (IPB). Daarin staat beschreven hoe de aanpak van ontwerp, participatie en besluitvorming tot implementatie er per project uit komt te zien. De opgehaalde input bij alle stakeholders wordt thans betrokken bij het opstellen van de IPB. De verwachting is dat deze na het zomerreces aan de Kamer wordt verzonden. De inhoudelijke deelprojecten volgen daaruit en zullen ieder een eigen participatietraject kennen.

In eerdere Voortgangsrapportages is de Kamer geïnformeerd over de eerste binnenlandse stap als onderdeel van de militaire oefening «Frisian Flag». Deze oefening vindt plaats tussen 2 en 13 oktober 2023. De tweede week van de oefening (tussen 9 en 13 oktober) wordt gebruikt om ervaring op te doen met het flexibel gebruik van het luchtruim (FUA) zoals bedoeld met het programma Luchtruimherziening. Voor de oefening wordt een groter gebied gebruikt dan de beoogde grenzen van het nieuwe noordelijke oefengebied. Dit heeft in de periode van de oefening een significante negatieve impact op civiel verkeer in dat gebied. Het is dan ook geen blauwdruk voor de herindeling van het Nederlands luchtruim. Wel kunnen zowel civiele en militaire luchtverkeersdienstverleners en luchtruimgebruikers leren van de FUA werkwijze.

Momenteel werken de partners binnen het programma, samen met onze internationale partners, aan een eerste inhoudelijke uitwerking van de hoofdstructuur, te weten het schetsontwerp en bijbehorende effectbeoordeling. De hoofdstructuur omvat de nieuwe indeling van het Nederlandse luchtruim inclusief de aansluiting op het luchtruim van onze buurlanden. Vanwege de complexiteit, operationele werkbaarheid, internationale afhankelijkheden en veiligheid is dit een tijdrovend en intensief proces. Een belangrijk onderdeel hiervan is de haalbaarheidsstudie die samen met Duitsland wordt uitgevoerd naar een grensoverschrijdend oefengebied. Deze ligt op koers om in 2023 te worden afgerond. Als de haalbaarheidsstudie tot een positieve conclusie leidt zal het ontwerpen en realiseren van een grensoverschrijdend oefengebied als deelproject worden voortgezet binnen het programma Luchtruimherziening.

In de Voorkeursbeslissing is aangekondigd dat een nieuw operationeel concept voor de luchtvaart stapsgewijs wordt ingevoerd in de periode tot 2035. Daarin staat de stapsgewijze invoering van continu klimmen en dalen over vaste routes centraal. Daardoor wordt hoger gevlogen en kunnen vliegtuigen de daling met minder motorvermogen uitvoeren. Voor Schiphol voorziet het programma daarbij een eerste stap met korte vaste naderingsroutes in 2025/2026. Ook zullen voorstellen worden ontwikkeld voor de luchthavens Schiphol, Lelystad en Rotterdam-The Hague. Per luchthaven zal hierbij een eigen ontwerp- en participatietraject worden gevolgd. Na de zomer zal de reeds genoemde IPB inzicht geven in de voorziene ontwerp-, participatie- en besluitvormingsprocessen.

Wij hechten er in dit verband aan dat de effecten van de ontwerpvoorstellen gedurende die trajecten zorgvuldig in kaart gebracht worden om zo te komen tot afgewogen besluitvorming. De participatie krijgt na de zomer derhalve een meer inhoudelijk karakter.

Conform toezegging zullen wij u halfjaarlijks blijven informeren over de voortgang van het programma.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

De Staatssecretaris van Defensie, C.A. van der Maat


X Noot
1

Kamerstuk 31 936, nrs. 511, 551, 647, 720. 795, 833, 860, 903, 990, en 1026

Naar boven